J. Bernlef, Hersenschimmen
Samenvatting
Het is op een koude winterdag dat Maarten Klein voor het raam van zijn huis staat. Hij
verbaast zich erover dat de schoolkinderen van de naastgelegen school nog niet gearriveerd
zijn. Toen hij er een opmerking over maakte tegen Vera, zei ze dat het zondag was. Toen
realiseerde Maarten dat dat waar was. Vervolgens glijdt zijn blik af naar de thermometer
onderaan het raam. Die was nog van zijn vader geweest. Hij denkt wat na over de
weersnoteringen die zijn vader vroeger elke dag maakte tot zijn dood aan toe. Maartens
vader probeerde hierin een systeem aan te brengen alleen het is hem nooit gelukt.
Maarten realiseert zich op een dag dat hij wat vergeetachtig aan het worden is. Hij
vergeet soms wat hij die dag nog gedaan heeft en lezen gaat ook al niet meer zo heel erg
goed. Hij moet telkens teruglezen wat hij nu ook al weer gelezen had. Hierbij speelt ook
een rol dat hij geen concentratie meer heeft en meer met zijn gedachten bij vroegere
tijden is. Dingen in het heden vergelijkt hij eigenlijk telkens met situaties in het
verleden. Gelukkig is zijn vrouw Vera er nog die hem altijd weer uit de droom helpt. Het
dagdromen van Maarten leidde namelijk vaak tot gevaarlijke situaties binnenshuis. Hij
staat bijvoorbeeld midden in de nacht op en kleed zich aan totdat hij zich realiseert wat
hij doet.
Als Maarten de volgende dag Robert, de hond, uitlaat gaat hij naar een bar toe en
terwijl hij daar iets zat te drinken veranderde de tijd in zijn hoofd weer. Hij zag een
meisje met wie hij vroeger een intieme relatie mee had gehad. Ook bedacht hij zich opeens
dat hij naar een vergadering moest van het IMCO. In zijn vergeetachtigheid vergat hij
Robert en liep naar het huis waar de vergadering gehouden zou worden. Toen er niemand
aanwezig was forceerde hij de deur maar met een schroevendraaier en wachtte. Toen er
niemand kwam ging hij weer naar huis waar Vera heel ongerust op hem wachtte en hem
duidelijk maakte dat hij allang niet meer werkte. Ze drukte hem ook op het hart dat hij
nooit meer de hond alleen moest achterlaten.
De volgende dag bleef Maarten thuis en Vera ging even weg. Na een tijdje begon hij
ongerust te worden en belde de bibliotheek op waar Vera vroeger werkte. Hij was echter
weer vergeten dat ze daar al lang niet meer werkte. Toen Vera constateerde dat Maarten
steeds vergeetachtiger begon te worden ging ze naar de dokter toe. Hij raadde haar aan
samen met Maarten foto’s van vroeger te bekijken en zijn herinneringen weer in de
juiste tijd te plaatsen. De therapie werd helemaal nodig toen Maarten terugkeerde naar
zijn jeugdjaren en Vera aanzag als zijn moeder. Ook met Robert mag hij niet meer uit
wandelen, omdat hij anders zou verdwalen.
Toen Vera even weg moest om wat boodschappen te doen liet ze Robert gelijk even in de
tuin in plaats van hem uit te laten. Toen Maarten een paar minuten later naar buiten keek
zag hij Robert zitten. Omdat Vera alle deuren op slot had gedaan en de ramen ook gooide
Maarten met een stoel het raam in om Robert maar binnen te laten. Hij vond het zielig dat
hij daar zo in de kou lag. Toen Vera thuis kwam wist Maarten niet eens meer hoe het
gebeurd was.
Langzamerhand ging Maarten steeds meer achteruit en het werd zo erg dat er zelfs een
verzorgster in huis moest komen om Maarten bij te staan: Phil Taylor. Maarten ziet haar
meestal aan als zijn dochter of één van haar vriendinnen.
Toen maarten even de kans zag glipte hij, zonder jas, naar buiten en dwaalde doelloos
rond door de duinen. De vuurtorenwachter ziet hem en brengt hem in z’n Jeep naar
huis. Maarten denkt dat hij door de Amerikanen wordt meegenomen die Nederland komen
bevrijden. Ook de dokter en het Ambulance personeel dat hem komt ophalen ziet hij aan als
de bevrijders. Ze brengen hem naar een kliniek en Vera neemt afscheid van hem. Maarten
gaat daar nog verder achteruit en heeft geen controle meer over zichzelf. Hij zal zijn
laatste levensdagen daar moeten slijten.
Personages
Maarten Klein is het hoofdpersonage uit het boek. Het boek beschrijft de hele
geestelijke achteruitgang van Maarten. Maarten is een man van ongeveer 72 jaar oud en is
geboren in Alkmaar. Hij woont sinds 15 jaar in Amerika waar hij secretaris was van een
internationale visserijorganisatie, het IMCO. Inmiddels is hij al gepensioneerd en leeft
vredig samen met zijn vrouw Vera waar hij al ongeveer 50 jaar mee is getrouwd. Langzamer
hand krijgt Maarten last van dementie; hij begint steeds meer te vergeten en denkt steeds
meer aan vroeger als hij in gedachten verzonken. Vaak weet hij niet meer wat hij een paar
minuten ervoor gedaan heeft en heeft geen besef meer van tijden; de tijden in het heden en
verleden. In een zeer kort tijdsbestek is Maarten echt goed dement geworden. In die
periode dacht hij heel vaak dat hij nog werkte en naar vergaderingen van het IMCO moest.
Meestal kwam hij weer snel bij bewust zijn. Deze gebeurtenissen hield hij stil voor Vera.
Hij schaamde zich ervoor dat hij dingen begon te vergeten. Meer en meer begon hij in het
verleden te leven en zag mensen aan als jeugdliefde of als geallieerde. Op een gegeven
moment wist hij niet eens meer dat hij iets gedaan had, ging begrippen verkeerd gebruiken,
kan niet meer goed voor zichzelf zorgen en bij het horen van een naam maakt hij telkens
dezelfde opmerking of wist juist niet meer wie “dat blonde meisje” ook al weer
was (huishoudelijke hulp). Op een gegeven moment vertrouwd hij niemand anders meer dan
alleen Vera en denkt dat andere mensen de macht proberen te krijgen over hem door methode
Simmic toe te passen. Op het laats is het zo erg dat Maarten in een verzorgingstehuis
wordt opgenomen.
Vera Klein is de vrouw van Maarten en speelt eveneens een grote rol in dit verhaal.
Vera is net zoals Maarten geboren in Alkmaar. Ze heeft ook in Nederland twee kinderen
gekregen die daar zijn blijven toen zij en haar man naar Amerika gingen. Vera is een klein
vrouwtje maar behoorlijk krachtig in haar handelen. Ze is erg behulpzaam en heeft een
eindeloos geduld om Maarten telkens maar weer te helpen en te zeggen wat hij wel en niet
moet doen. Aangezien Maarten dementerende is heeft ze daar erg veel werk aan en is net een
moederfiguur voor hem. Maar zoals elke moeder heeft ze niet het eeuwige geduld. Telkens
als Maarten iets erg vreemds doet, zoals ’s ochtends een halve kip eten, wordt ze een
beetje pissig en geeft hem een standje. Ze valt echter nooit uit. Om Maarten zoveel
mogelijk bij te staan raadpleegde ze de dokter, die schreef voor oude foto’s te
bekijken en dat deed ze. Op een gegeven moment kon ze ook niet veel meer doen, ze kon er
niet meer tegen, zeker toen Maarten haar als zijn moeder aanzag. Ook de door haar
ingeroepen huishoudelijke hulp haalde niks uit en moest Vera tot haar grote verdriet
toezien dat Maarten afgevoerd werd naar het verzorgingstehuis.
Phil Taylor is de hulp in de huishouding die komt als Maarten al in een vergevorderd
stadium is van zijn dementie. Ze is een erg knap meisje en Maarten denkt daar ook telkens
hetzelfde over. Ze wordt door Maarten telkens het “meisje met de blonde horen”
genoemd. Maarten vergeet telkens haar naam. Ze vind het een beetje lastig maar blijft er
kalm onder, zelfs toen Maarten zomaar haar kamer binnen kwam en dacht dat ze zijn dochter
was bleef ze erg kalm. Een erg grote rol speelde ze verder niet.
Analyse en Interpretatie
Titelverklaring
De titel is bij dit boek vrij eenvoudig en kort te verklaren. Het boek gaat over
Maarten Klein die eerst een klein beetje en later sterk aan het dementeren is. In zijn
hoofd heeft hij niet alles meer even goed op een rijtje. Zijn herinneringen aan het
verleden zijn niet erg goed meer, ze zijn een beetje vaag en af en toe komt er wat
doorheen. Vaak zijn het, vooral in het latere dementieproces, vage flarden uit het heden
en het verleden, hij weet nauwelijks meer wat hij doet en waar hij is. Dit zou je met een
ander woord kunnen omschrijven als Hersenschimmen. De hoofdpersoon heeft het ook over
hersenschimmen hij vraagt zich af wat het precies zijn en of het wel inbeeldingen zijn van
de geest.
Motto
A touching dream to which we all are lulled but wake from separately (PHILIP LARKIN)
Vertaald is dit: een mooie droom waarin iedereen wordt ingewiegd, maar elk afzonderlijk
uit wordt gewekt. Dit motto vind ik vrij lastig te verklaren, maar ik denk dat het
betekent dat ‘t het ouderdomsproces is waarin iedereen heel rustig ingaat, maar
iedereen komt er anders doorheen, zoals Maarten hier dement wordt en een ander misschien
goed bij geest blijft, maar misschien lichamelijk er slecht aan toe is.
Genre
Het hoofdgenre van dit boek is dat het een roman is en dat is duidelijk te merken aan
het aantal pagina’s en natuurlijk de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon. Dan
komen ook meteen bij het subgenre van het boek. Dat heeft namelijk ook erg veel te maken
met de karakterontwikkeling van de hoofdpersoon. Ik denk daarom dat het een psychologische
roman is. Je leeft als lezer namelijk het hele boek door met de gedachten van de
hoofdpersoon, Maarten Klein. Je ziet alles uit zijn oogpunt en volgt continu wat hij
denkt. Zelfs de warrige gedachten worden rechtstreeks opgeschreven.
Thema(tiek)
Het thema is hier duidelijk dementie. Het boek beschrijft het hele dementieproces van
Maarten Klein. Hij verliest de greep op de werkelijkheid en lijdt aan geheugenverlies. Ook
vervreemdt hij van zijn vrouw met wie hij al lange tijd getrouwd is. Het feit dat het
winter is betekend dat alles erg op elkaar lijkt, wat in het geval van Maarten ook zo is;
alles is zo vaag. Een vleugje liefde als klein thema komt hier ook wel naar voren. De
liefde van Vera voor Maarten is oneindig. Ze doet alles voor hem, ze doet alles om hem te
helpen in zijn dementieproces. Ze blijft van hem houden en valt nooit echt flink tegen hem
uit als Maarten iets doet wat vreemd is of niet door de beugel kan. Ze vindt het ook
verschrikkelijk als Maarten wordt afgevoerd naar het verzorgingstehuis.
Structuur, samenhang en spanning
Om maar bij het eerste element te beginnen is het verhaal niet bepaald chronologisch
opgebouwd. Er zijn continu terugblikken van Maarten en het is vaak snel te merken of hij
in het verleden zit of niet. Naarmate het boek vordert krijgt het boek een steeds
fragmentarischer karakter, omdat er erg veel terugblikken in voorkomen. De terugblikken en
gedachten worden ook letterlijk fragmentarisch. Maarten denkt in steeds kortere en vaak
onafgemaakte zinnen.
Je zou in dit boek ook enigszins kunnen spreken van geleding. Het boek is niet
opgebouwd uit hoofdstukken, maar er is wel een duidelijk scheiding aan te brengen in het
verhaal. Als je goed kijkt bestaat te verstreken tijd in het boek uit ongeveer zeven
dagen. Elke dag wordt Maarten warriger en krijgt hij meer hersenschimmen, totdat hij
uiteindelijk zijn toppunt van dementie heeft bereikt in het verzorgingstehuis. Omdat het
boek uit het oogpunt van Maarten wordt gezien is er ook maar één verhaallijn, je ziet
alles uit zijn oogpunt en kan dus ook nooit weten wat er buiten zijn bereik gebeurd. Deze
ene verhaallijn maakt het ook wel een klein beetje spannend. Aangezien Maarten vaak rare
dingen doet ben je altijd wel weer benieuwd hoe de andere personen uit het verhaal,
bijvoorbeeld Vera, hierop zullen reageren. Langzamerhand wordt Maartens geheugen slechter
en slechter en je weet gewoon hoe het ongeveer zou aflopen, maar de spanning wordt er nog
wel op een andere manier ingehouden. Het is gewoon erg leuk om alle gebeurtenissen die nog
“op het programma stonden” voor Maarten te lezen, je was benieuwd wat er nu weer
voor geks zou gebeuren. Tegelijkertijd is het ook nog fascinerend om te weten hoe het er
bij dementie aan toe gaat. Dat is dus de spanning die erin zit. De climax was dan ook
helemaal aan het einde van het boek, nadat je gelezen had dat Maarten in het
verzorgingstehuis werd opgenomen, en je wel wist dat hij daar weg zou kwijnen. Tot slot
kan ik onder dit subkopje nog vertellen dat het verhaal aan het begin (van het
dementieproces) is begonnen en als het ware ook aan het einde geëindigd is. Het einde is
gesloten, omdat je weet wat er uiteindelijk van de dementerende Maarten is overgebleven:
een zielig hoopje mens.
Tijd en perspectief
De periode waarin de tijd zich afspeelt is niet significant bij dit verhaal, omdat het
tijdloos is; dementie kwam in alle tijden voor. Het meest logische is wel dat het na de
Tweede Wereldoorlog was, omdat Maarten in zijn dementie denkt dat hij bevrijd wordt door
de Duitsers. De vertelde tijd hierbij is moeilijk aan te geven door de vele flashbacks. Ik
wist uit het verhaal op te maken dat het is begonnen op een koude zondagochtend ergens aan
het einde van de winter. Aan het einde van het verhaal was het zaterdag en begon de lente
in te vallen. De vertelde tijd is dus ongeveer acht dagen. De tijd waarover verteld was is
echter veel langer door de vele terugblikken. Dan kom je uit op een tijd van ongeveer 65
jaar. De verhouding tussen de verteltijd en de vertelde tijd is dat de verteltijd korter
is dan de vertelde tijd, omdat er natuurlijk wel vrijwel op volgorde is beschreven en de
periodes dicht op elkaar zitten, maar niet zo uitvoerig. Er zijn grote delen van de dag
overgeslagen. De tijd waarin verteld is vind ik niet-chronologisch, omdat er voor een
chronologisch verhaal te veel terugblikken inzitten.
Het perspectief en de verteller van dit boek is een belevende ik. Maarten weet net zo
min wat zal volgen. In het begin heeft hij weinig besef van zijn kwaal, later realiseert
hij zich dat er niets aan te doen is.
Ruimte
Het verhaal speelt zich af in Amerika, in Gloucester. Het verhaal speelt zich voor een
groot deel binnenshuis af en af en toe buiten. In zijn hoofd is Maarten totaal ergens
anders. Vaak in Alkmaar, zijn geboortestad. De ruimte is verder niet belangrijk, de
weersomstandigheden spelen echter weer een grote rol in het boek al zou je dat op het
eerste gezicht niet zeggen. In het boek is het winter en is alles met sneeuw bedekt, alles
is vaag. Ook in Maartens hoofd vervagen alle gedachten, hij heeft ook een hekel aan de
winter.
Taalgebruik en stijl
Het enige opvallende dat ik kan zeggen over dit onderwerp is dat het taalgebruik in het
begin nog normaal was, maar naarmate het boek vorderde werden de zinnen steeds korter en
sloegen eigenlijk nergens meer op. Maarten sprong hier van de hak op de tak en het was
daardoor erg lastig nog te volgen.
Titelbeschrijving
Titel: Auteur:
Uitgever:
Jaar eerste druk:
Jaar gelezen uitgave:
Aantal pagina’s: |
Hersenschimmen J. Bernlef (pseudoniem van Hendrik Jan Marsman)
Querido
1984
1999
162 |
Persoonlijk Leesverslag
Ik vond hersenschimmen een erg leuk en vooral interessant boek om te lezen en dat lag
vooral aan het thema. Het thema is hier namelijk dementie. Ik vond het interessant, omdat
ik nauwelijks iets hierover af weet. Ik weet dan wel dat het iets met geheugen verlies te
maken heeft, maar hoe alles precies in z’n werk ging en welke stadia demente in spe
moeten doorstaan, voordat ze volledig dement zijn en wat er in het hoofd van de mensen
omgaat. Ik vind dat wel interessant om te weten. En ik vond dat dit boek er een erg goed
beeld van gaf.
De gebeurtenissen speelden hierbij niet echt een grote rol de gedachten van het
persoon, Maarten Klein, des te meer. De gebeurtenissen waren er alleen maar om het geheel
van gedachten in bepaalde situaties extra te illustreren. Het was trouwens ook wel leuk om
de gebeurtenissen te lezen, omdat het bij Maarten vaak tot grappige situaties kwam. Soms
was het ook wel vervelend om te lezen dat Maarten telkens dezelfde dingen zei of dacht.
Dat hij op een onderwerp meerdere keren terugkwam, zoals over het stuk dat over het boek
ging dat Maarten aan het lezen was. Telkens wist hij niet meer waar hij gebleven was of
dat hij überhaupt het boek wel gelezen had. Telkens zei hij ook tegen Vera dat hij dacht
dat hij het boek ergens van kende en of Vera het toevallig aan het lezen was. Na een paar
keer vond ik dat wel irritant worden, net zoals Vera. Naarmate het boek vorderde werd dit
steeds gewoner, dat maarten niet wist wat hij daarvoor gedaan had en toen dacht ik wel
eens bij mijzelf: ach man denk toch na, dat weet je toch nog wel?
Het was voor mij dus ook erg moeilijk om me in te leven in Maarten. In het begin kon ik
me nog wel een beetje inleven , maar later werd dat steeds moeilijker. Helaas moest ik me
wel een beetje inleven, omdat het verhaal is geschreven uit het oogpunt van Maarten. Bij
Vera lukte het een stuk beter, omdat die niet warrig was en ik haar later heel goed kon
begrijpen, vooral omdat ze het ook erg vervelend vond dat Maarten telkens dingen vergat of
rare dingen deed. Ik was het er daar helemaal mee eens en vond het erg zielig dat ze daar
zo’n moeite mee had.
Nu spring ik maar ven over naar de bouw en het taalgebruik waar ik ook nog wel het
één en ander over kan zeggen. Het boek is erg logisch opgebouwd, dat komt omdat het hele
dementieproces op volgorde beschreven wordt, op volgorde van dag. Telkens, op elke dag,
wordt de man weer wat dementer, totdat hij op de laatste dag in een verzorgingstehuis
gestopt moet worden. Het einde is dus erg logisch. Ik vind echter wel dat de terugblikken
het wel weer wat lastiger maken om te lezen. Maarten springt namelijk met zijn gedachten
van de hak op de tak. Na een tijdje merk je dan weer dat hij plotseling in het verleden is
beland. Gelukkig is het wel vrij snel merkbaar.
Later in het boek werd het wel steeds lastiger en toen werd ook het taalgebruik
lastiger. Daarmee probeer ik te zeggen dat de zinnen korter werden en de alinea’s
klein. Maarten sprong toen echt in een kort tijdsbestek van het ene naar het andere
onderwerp en ook zijn taalgebruik werd wat filisofischer, zodat het wat lastig te
begrijpen was.
Al met al was het een goed te lezen boek en vooral erg intrigerend. Als je wat meer van
dementie wil lezen is dit boek een aanrader. Verder is het ook leuk om te lezen vanwege
het leuke gedrag van Maarten dat op zijn beurt weer grappige situaties veroorzaakte.
Recensie
Auteur: Boektitel:
Jaar van uitgave:
Bron:
Publicatiedatum:
Recensent: |
Bernlef, J. Hersenschimmen
1994
Trouw
20-09-1984
Tom van Deel |
Het lekraken van de geest
Dat romanschrijvers een soort onderzoek is met behulp van de verbeelding, laat Bernlefs
nieuwste boek "Hersenschimmen" zien. Het verschijnsel dat hij erin wil
uitbeelden staat vrij algemeen bekend als dementie, maar wat deze stoornis precies inhoudt
voor degene die hem heeft, is moeilijk voor te stellen.
In "Hersenschimmen” wordt een poging ondernomen om het dementeringsproces van
binnenuit te beschrijven. 'Dat is een riskante onderneming, want het moet uit de aard der
zaak geen levensechte, maar een artificieel doeltreffende uitdrukking worden van wat men
zich kan indenken dat dementeren is. Bernlef beschouwt dementie als een vroegtijdig
afscheid van de wereld, een vertrek uit een werkelijkheid waarin herinneringen in een
zinvol verband staan, oorzaken gevolgen hebben, de nacht volgens de klok op de dag volgt,
en al die dingen meer, op grond waarvan mensen verstandelijk en emotioneel met elkaar
samenleven. De bejaarde man die hij in het boek laat denken, begint ogenschijnlijk gewoon,
hij staat voor het raam van zijn huisje in Gloucester - gelegen boven de Amerikaanse stad
Boston -, hij ziet de besneeuwde weg en vraagt zich af waar de schoolkinderen blijven.
Zijn vrouw maakt hem er dan op attent dat het zondag is.
Vanaf dit eerste foutje gaat het bladzij na bladzij steeds fouter wat tijd en ruimte
aangaat in het hoofd van de man. Hij denkt dat het ochtend is, maar het is middag, hij
handelt nú volgens een plotselinge herinnering aan tóen. Hij wijt deze warboel, die hem
zelf af en toe ook opvalt, aan de sneeuw: "Het komt door de sneeuw (... ), die
monotonie, als alles wit is om je heen vallen de verschillen weg. "Ik verlang best
naar de lente, jij niet?" Maar zijn geheugen takelt snel af, hij leeft niet steeds
meer in het nu, maar veronderstelt geregeld de aanwezigheid van zijn, al dode, vader en
moeder. "
Gevoel voor finesse Bernlef heeft met veel gevoel voor structurele finesse dit oude
echtpaar, uit Holland afkomstig, geplaatst in een wat afgelegen Amerikaans gebied dat
bovendien van sneeuw is voorzien. Beide gegevens spelen een belangrijke rol in het boek.
De man is weliswaar tweetalig maar gaandeweg wordt het Amerikaans hem vreemder en ten
slotte gelooft hij zelfs met de Amerikaanse bevrijders van doen te hebben op
bevrijdingsdag. De sneeuw met z'n sporen geeft aanleiding tot allerlei overwegingen met
betrekking tot oorzaak en gevolg.
De vrouw zegt tegen een vriendin (en de man hoort dat, vandaar dat wij het weten):
"Ik ben bang dat hij zijn hele leven aan het vergeten is." Dat is ook zo, 'Zelf,
heeft hij het gevoel lek te zijn, "zoek te raken of te verdwalen": "Iedere
dag verdwijnt er wel iets, iedere dag wel iets. Overal lekt het." En elders denkt hij
het op een lucide moment zo: "Een soort zeeziekte lijkt het wel. Onder dit leven
woelt een ander waar alle tijden, namen en plaatsen door elkaar heen spelen en waarin ik
als persoon al niet meer besta."
De persoon om wie hij het meest geeft, zijn vrouw, raakt uit zijn gezichtsveld, hij
herkent haar soms niet, en het is precies hun relatie en de ontbinding daarvan (zijn
vertrek eruit, om zo te zeggen) waar Bernlef de nadruk op legt en dat tot de meest
emotionerende kanten van het boek behoort. "Hersenschimmen" heeft als motto twee
versregels van Philip Larkin "A touching dream to which we all are lulled/But wake
from separately." Jan Eijkelboom vertaalde ze als: "een mooie droom waar
iedereen wordt ingewiegd en elk apart uit wakker wordt". Ze zijn afkomstig uit het
lange gedicht "The building", dat over een ziekenhuis gaat, en ze slaan in het
algemeen op de werkelijkheid, of het leven. Zijn "apart" uit,de
"droom" ontwaken, wat de man al dementerende doet, laat een verbijsterde vrouw
aan zijn zijde achter Ronduit meesterlijk De manier waarop Bernlef een indruk probeert te
geven van het reddeloos verlies van greep op tijd en ruimte, is ronduit meesterlijk.
Tenslotte zijn wij, gedurende de lectuur van liet boek, getuige van wat zich in het hoofd
van de man afspeelt, wij weten wat hij eerst nog wist, maar even later al weer vergeten
is, wij zien de tegenspraken, wij horen ánders wat zijn vrouw hem zegt, wij zijn kortom
in staat zijn afscheid te analyseren. Zo roert het bijzonder, als we hem tegen zijn
huilende vrouw horen zeggen: "Ik ben bij je, wat er ook gebeurt, ik ben bij je. We
zullen eraan moeten wennen dat onze wereld kleiner geworden is, dat je steeds minder
mensen ziet, dat je schrikt als de telefoon gaat, dat alle dagen op elkaar gaan lijken.
Maar wij hebben elkaar, Vera, vergeet dat niet." Zulke dramatische momenten staan er
veel in het boek, dank zij het onderwerp en Bernlefs sensibele, perfect ingehouden stijl.
Met groot romantechnisch vernuft schakelt hij de gebeurtenissen zo aaneen dat we niet
alleen inzicht krijgen in het proces van verlies van tijd en ruimte, besef, maar ook in
het voorbije leven van de man, zijn jeugd, zijn verliefdheden, zijn kinderen en zijn werk.
Strak en doelmatig voert Bernlef enkele gegevens uit het vroeger leven van de man in,
waardoor de noodzakelijke verwarring van tijden en ruimte reliëf krijgt.
Wie het boek openslaat en het slot doorbladert, ziet de geest van de man al naar de
vorm dementeren. De zinsbouw neemt in welgevormdheid af, de alinea's worden klein en
gescheiden door wit, de man denkt over zichzelf in de tweede of derde in plaats van eerste
persoon. zijn wereld is de ruimte waarin hij zich bevindt, er is nauwelijks nog sprake van
tijdsbesef. Hij is dan opgenomen in een inrichting en als hij bezoek krijgt van zijn
vrouw, blijkt uit niets dat hij haar herkent: "de stem van.een vrouw en je
luistert... je luistert met gesloten ogen ... luistert alleen maar naar haar stem die
fluistert ... dat het raam is gemaakt ... dat waar eerst die oude deur voor zat gespijkerd
... dat daar nu weer glas zit ... glas waar je doorheen kunt kijken... naar buiten... het
bos in en de lente die bijna begint... zegt ze ... fluistert ze ... de lente die op het
punt staat te beginnen ...” Aangrijpend Bernlef heeft al vaker romans met sneeuw
geconcipieerd - eentje heet zelfs "Sneeuw", een ander "Onder
ijsbergen". Het is voor zijn manier van schrijven, die vaak wel "koel"
genoemd wordt, belangrijk dat hij thematische kwesties kwijt kan in bespiegelingen van
"lokale" aard. Het verdwijnen, waaraan de man is overgeleverd, laat zich goed
afbeelden in een winterend landschap.
Ook over herinneren en vergeten heeft Bernlef al dikwijls geschreven: het is zijn
creatieve obsessie. Maar hij heeft het bij mijn weten, of ik moet zeggen: naar ik mij
herinner (want zijn oeuvre is immens), nog nooit zo aangrijpend behandeld als in deze
roman "Hersenschimmen". Voor het eerst blijft hij als verteller niet buiten zijn
personage staan, maar waagt hij zich aan de binnenkant en probeert hij van daaruit te
verbeelden. Als model van lekgeraakte geest is dit boek een prestatie.
Reactie op recensie
Om maar te beginnen vind ik het een erg goede recensie die voor een buitenstaander een
goed beeld over het boek geeft. De belangrijkste dingen worden beschreven. Deze recensie
maakt het erg aantrekkelijk om het boek ook te lezen. Ik ben het dan ook roerend met hem
eens, vooral dat het erg riskant is om het dementeringsproces van binnen te beschrijven.
Ik vind dat ook erg knap. Het mooiste nog van deze recensie is dat hij ook nog eens
bepaalde achtergrondinformatie geeft, of tenminste verklaringen die ook mij weer het één
en ander duidelijk maken, zoals het motto en dat soort zaken. Het is tenminste niet een
gewoon slap aftreksel van de samenvatting van het boek doorspekt met een kleine eigen
mening; deze man heeft er tenminste goed over nagedacht voordat hij iets schreef. |