Boekverslag : J Bernlef - Hersenschimmen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 4185 woorden.

1.Beschrijving van het boek

a. titelbeschrijving

Hersenschimmen, J. Bernlef.



b. colofon

Uitgever: ‘EM. Querido uitgeverij BV’

Plaats, jaartal: Amsterdam, 1984

Gelezen druk: onbekend

Jaar van eerste uitgave: 1984



c./d. motto/opdracht

‘A touching dream to which we are all lulled.

But wake from separately.’

(The building - Philip Larkin)



De letterlijke vertaling van dit motto is: ‘Een mooie droom waar iedereen wordt ingewiegd, maar waar iedereen afzonderlijk uit wakker wordt.’ Het betekent dat het leven in het teken van de dood staat.



e. aantal bladzijden

Dit boek telt in totaal 160 bladzijden.



f. omslag

Maartens huis, je ziet duidelijk de omgeving, duidelijke letters erop weergegeven.

Verder geen bijzonderheden.



2. Korte inhoud van het verhaal



ZONDAG

Hoofdpersoon en verteller in deze roman is de Nederlander Maarten Klein, 72 jaar oud.

Hij woont met zijn vrouw Vera al zo'n vijftien jaar in de Verenigde Staten, in het plaatsje Gloucester, aan de kust boven Boston (Massachusetts).

Hun twee kinderen, Fred en Kitty, wonen niet meer bij hen.

Maarten is sinds enkele jaren gepensioneerd. Hij is in zijn dienstwoning, die uitkijkt op de in zee uitstekende rots Eastern Point, blijven hangen. Voor zijn pensionering werkte Maarten bij de IMCO (Intergovernmental Maritime Consultative Organisation), een internationale visserijorganisatie. Eerst notuleerde hij de vergaderingen, later hield hij zich bezig met het vaststellen van de vangstquantums.

Het verhaal begint op een winterse zondag; buiten ligt sneeuw. Maarten Klein staat voor het raam en ziet uit naar de schoolbus die de kinderen uit de buurt thuisbrengt. Op zondag rijdt de bus echter niet. Een blik op de buitenthermometer, die aar Maartens vader heeft toebehoord, stuurt zijn gedachten naar het verleden: Domburg, zijn ouders, school, opa en oma. Maartens herinneringen aan de bewaarschool leiden ertoe dat hij op een stoel klimt om een potlodendoos te zoeken, in de veronderstelling verkerend dat hij zich in het materiaalhok van de bewaarschool bevindt. Achteraf dringt het besef dat hij iets vreemds deed, wel tot hem door. Op tafel ligt The Heart of the Matter van Graham Greene met een buskaartje erin.

Nu eens meent Maarten het boek voor het eerst te zien en weet hij van het buskaartje niets af, dan weer herinnert hij zich het boek zelf gekocht te hebben en de busreis zelf gemaakt te hebben. 0p zondag eet het echtpaar traditioneel pizza. De pizza is aanleiding tot het ophalen van gezamenlijke herinneringen van Maarten en Vera aan Rome. Maarten blijkt zich van die vakantie niets te herinneren, maar weet dit feit, dat hem verontrust, voor Vera verborgen te houden. Na een partij schaak begeeft het echtpaar zich in bed.







MAANDAG

Na een nacht die Maarten voor een groot gedeelte (vergeefs) puzzelend aan de keukentafel heeft doorgebracht brengt hij Vera ontbijt op bed. Vera blijkt al tien jaar geen suiker meer in haar koffie te gebruiken. 'Verstrooidheid,' zegt Maarten.

Tijdens zijn dagelijkse wandeling met zijn hond Robert doet Maarten een café aan.

Hij vindt dat het barmeisje sprekend lijkt op zijn eerste liefde, Karen. Met haar had hij voor het eerst van zijn leven gevreeën, in een vakantiehuisje in Noord Holland.

Bij Maarten dringt echter het besef door dat dit meisje Karen niet kan zijn.

Hij vervolgt zijn wandeling en doet een antiquariaat aan. Tot zijn verrassing blijkt dat hij daar al eerder The Heart of the Matter van Graham Greene gekocht had.

Maarten koopt nu van dezelfde schrijver Our Man in Havana. Inmiddels is hij zijn hond al lang uit het oog verloren. De dodelijk ongeruste Vera spoort Maarten op. Robert was alleen naar huis gelopen. Maarten vraagt Vera af zij zich nog herinnert hoe zij in Holland samen hand in hand liepen op de oude Slaperdijk. Vera weet niet waar hij het over heeft.

De lezer weet dat dit herinneringen aan Karen zijn. Als Maarten zich moet gaan scheren, blijkt hij onderweg al vergeten te zijn wat hij van plan was te doen en meent dan dat hij houtblokken voor de open haard moet gaan halen. Later komt Ellen Robbins, die in de buurt woont, op bezoek. Maarten informeert naar haar man Jack. Die blijkt al jaren dood te zijn. Vera vertelt Ellen dat ze zich zorgen maakt over Maartens toestand. Maarten gaat piano spelen en denkt aan zijn vroegere pianolerares, op wie hij als jongetje verliefd was.

Hij gaat vroeg (zeven uur) naar bed.



DINSDAG

Nadat Maarten is opgestaan, blijkt Vera niet thuis te zijn. Hij denkt dat ze naar de bibliotheek is waar ze vrijwilligerswerk doet. Na een geweldige schranspartij wil Maarten naar zijn werk (IMCO). Alle deuren naar buiten blijken echter op slot te zijn. Maarten forceert de deur van het washok. Hij moet immers naar de IMCO-vergadering, die in een zomerhuisje dichtbij is belegd. Het zomerhuisje is afgesloten en ook hier forceert Maarten de deur.

Hij weet opeens niet meer wat hij in het zomerhuisje te zoeken heeft en keert terug naar huis. Daar vertelt de geschrokken Vera hem dat de laatste IMCO-vergadering vier jaar geleden heeft plaatsgevonden en dat zij zelf al lange tijd niet meer bij de bibliotheek werkt.

Vera vertelt dat ze aan dokter Eardly heeft gevraagd om binnenkort langs te komen, omdat ze vindt dat Maarten de laatste tijd zo vreemd doet. Maarten denkt terug aan zijn vroegere collega Karl Simic. Kort na een bezoek van Maarten had Simic in bad zijn polsen doorgesneden en was daarna verdronken. Vera tracht met behulp van een fotoalbum Maartens herinneringen weer op orde te brengen. Hoe dichter echter de foto's het heden naderen, des te ondoordringbaarder en raadselachtiger lijken ze te worden.

Na de fotosessie gaat Maarten even rusten. Als hij wakker wordt, meent hij dat hij als kind bij opa logeert. Vera knipt het licht aan en Maarten is weer terug in het heden. Dokter Eardly komt op bezoek. Hij adviseert Vera om Maarten binnen te houden, hem veel te laten rusten en pillen te laten slikken. De buurjongen, William Cheever, brengt boodschappen langs. Maarten informeert naar zijn witte keeshondje Kiss. Een pijnlijke vraag, omdat het beestje al lang dood is. Een televisieprogramma over de opkomst van Hitler brengt Maartens gedachten terug naar die tijd. Hij was toen verloofd met Karen.

Plotseling wil Maarten voor Vera knielen, maar dat is wat hij vijftig jaar geleden voor Karen had willen doen.



WOENSDAG

Na zijn late ontbijt wil Maarten de hond gaan uitlaten. Vera houdt hem tegen.

Nu ziet Maarten in haar zijn moeder die hem iets verbiedt. 'Ik ben het, Vera,' snikt ze.

Terwijl Vera even langswipt bij Ellen Robbins slaat Maarten een ruit stuk om de hond Robert, die buiten rondscharrelt binnen te laten. Dan meent Maarten weer dat hij als kind bij opa en oma logeert. Als Vera door de voordeur binnenkomt, roept hij: 'Ik ben hier oma.'

De buurjongen William Cheever repareert de kapotte ruit provisorisch.

Maarten informeert weer naar zijn hondje Kiss. De verwarring in Maarten wordt steeds groter en de momenten waarop hij dan weer kind, dan weer volwassene is, volgen elkaar steeds sneller op.

Nu eens meent hij als kind bij zijn grootouders te logeren, dan is hij het kind dat nog bij papa en mama woont en dan weer is hij de vader die wacht op zijn twee kinderen.

Ook zijn er ogenblikken van totale vervreemding, zoals wanneer hij in zijn eigen huis meent op een hotelkamer te vertoeven. Maar er zijn ook korte momenten van besef.

Dokter Eardly komt weer langs. Hij wil Maarten een spuit geven, maar Maarten slaat hem de spuit uit zijn handen. Hij is bang dat de spuit een waarheidsserum bevat, waarmee de nazi's hem iemand willen laten verraden. Even later denkt hij dat er vloeibaar voedsel in zit en dat Eardly een van de Amerikaanse bevrijders is. Hij laat zich gewillig inspuiten.



DONDERDAG

'Een vrouw' (Vera) helpt Maarten met wassen en aankleden.

Eerst denkt Maarten dat zij zijn moeder is, dan dat hij met Vera naar papa's verjaardag gaat en even later dat hij naar zijn werk moet. Weer even later is hij het jongetje dat zijn pianoles wil instuderen voor Greet Laarmans, de pianolerares op wie hij verliefd is.

Er komt een meisje in huis als gezinshulp, de blonde Phil Taylor. Maarten verwart haar met zijn jeugdliefde Karen en met zijn dochter Kitty. Als Phil piano speelt, weet hij zeker dat ze Greet Laarmans is en durft hij eindelijk zijn hoofd in haar schoot te leggen.

Tot Maartens verbazing zegt 'Creet' in het Engels tegen hem: 'Dat moet u niet meer doen. Anders zal ik moeten gaan.' De hele dag door vraagt Maarten zich af wie toch dat blonde meisje is. 's Nachts zwerft hij in huis rond en loopt hij zomaar Phils kamer binnen.

Even later aan de piano slaagt hij er niet in zich te herinneren hoe het adagio uit Mozarts veertiende pianosonate klinkt. Hij kan het begin niet vinden en wordt door Vera en Phil huilend aan de piano aangetroffen.



VRIJDAG

Als Maarten wakker wordt, blijkt dat hij met riemen aan de spijlen van het bed is vastgebonden en dat hij 'het echtelijk bed heeft volgescheten'.

Twee vrouwen, een oude (Vera) en een jonge (Phil) tillen hem in bad.

Zijn stijve geslachtsdeel veroorzaakt schaamte en verwarring. Met Phil werkt Maarten weer een fotoalbum door. Maarten herkent Vera en zichzelf niet meer.

Vera komt thuis en overtuigt Maarten ervan dat hij even moet rusten.

Maarten wordt wakker en ontsnapt ongezien naar buiten, zonder jas, op zoek naar dc IMCO. Als hij over het schelpenpad langs het strand loopt, is hij weer de kleine Maarten die in Holland op weg is naar zijn ongeruste vader en moeder. Tom, de vuurtorenwachter van Eastern Point, pikt Maarten op. Hij brengt Maarten in zijn jeep naar huis, naar Vera.

Maarten denkt dat het 1945 is, de bevrijding. Ook dokter Eardly, die weer eens langskomt wordt door Maarten gezien als een van de Amerikaanse bevrijders.

Maarten krijgt een injectie en valt in slaap.



ZATERDAG

Maarten wordt 's nachts wakker met zware hoofdpijn en een hevige dorst. Hij staat op.

Zijn in het donkere raam weerspiegelde gestalte herkent hij niet. Beneden peutert hij de foto's uit het album los en verbrandt ze in de open haard. Een vrouw (Vera) leest Maarten voor uit een boek met op de omslag een man met een hoed (Our Man in Havana).

Dan staat er een lange witte auto voor de veranda; Maarten wordt afgevoerd naar een inrichting.



ZONDAG

In de inrichting. 'Mensen zitten in lange rijen op banken en houten schragen... vrouwen en mannen... verdoofd lijkt wel zoals ze daar voor zich uit zitten te staren naar de witgesausde muur.' Een dag gevuld met zitten, bezigheidstherapie, koffie, thee en pillen. Dan brengen zij 'het' naar een ruimte met bedden... 'zij zetten het op de rand van zo'n bed . . . zij kleden het uit . . . zij doen het een pyjama aan ..... zij duwen een pil in zijn keel ... zij leggen hem in bed.' In de nacht vindt Maarten 'haar' hand (van zijn moeder of van Vera) die hem troost en rust geeft. ' . . . zij draagt je. . . ik draag je. . . kleine jongen van me. . . de hele lange bange nacht door zal ik je dragen tot het weer licht wordt.'



MAANDAG

Maartens waarneming van deze dag beslaat acht regels. Met zijn ogen gesloten hoort Maarten de stem van een vrouw (Vera) die fluistert dat het raam gemaakt is en dat de lente op het punt staat te beginnen.



3. Verklaring van titel

Hersenschimmen duidt op het idee, dat er van het leven uiteindelijk niet anders overblijft dan wat vage bewustzijnstoestanden, illusies, hersenschimmen. Aan het eind van de roman, denkt Maarten: 'In het leven terug? . . . maar waar is zo iets gebleven? . . . is er wel zo iets? . . . of was gewoon alles inbeelding van het hoofd? . . . hersenschimmen?' (blz. 153)

Aan het einde van het boek bestaat zijn hele gedachtewereld uit niets anders dan schimmen.



4. Perspectief

In het boek is sprake van het ik-perspectief; we beleven alles vanuit Maartens gezichtspunt. De lezer zit als het ware in Maartens gedachten.



Illustratief citaat:

‘Dat ik dat vergeten was.

En thee? Ik zou toch zweren dat het ochtend was. Maar nu ik door het andere raam in de richting van de zee kijk zie ik wel dat het later moet zijn.

Achter de grijze damp schuilt een bleek zonnetje. Het moet door die mist komen dat ik me heb vergist. Mist houdt het licht tegen. Voor ik ga zitten sla ik vlug een blik op de wandklok.

Drie uur geweest.’



5. Personages

Maarten Klein: We leren Maarten pas echt kennen door de gesprekken van zijn vrouw met anderen. Hierdoor ontwikkelt Maarten zich tot een rond karakter. Maarten Klein is de hoofdpersoon. Hij is een man van 71 jaar, die sinds vijftien jaar met zijn vrouw Vera in de Verenigde Staten woont. Samen hebben zij twee kinderen, Kitty en Fred, en een hond, Robert. Maarten heeft rechten gestudeerd. Vóór zijn pensionering werkte hij als secretaris bij de Intergovernmental Maritime Consultative Organisation in Boston. Maarten is een gesloten en verlegen persoonlijkheid. In Hersenschimmen dementeert Maarten snel, waardoor hij aan het einde van het verhaal alleen nog flarden van herinneringen heeft. Maarten heeft zich ontwikkeld van een hardwerkende man tot een ‘hoopje mens’, volledig afhankelijk van andere mensen. Hij is een rond karakter.



Vera Klein: is de vrouw van Maarten. Vera deed vroeger veel vrijwilligerswerk in de bibliotheek. Door de dementie van Maarten heeft ze zich ontwikkeld tot een sympathieke en zorgzame vrouw. Ze doet er alles aan om Maarten te helpen en neemt uiteindelijk de zware beslissing om haar man te laten opnemen in een inrichting. Zij is een rond karakter.



Kitty en Fred Klein: zijn de kinderen van Maarten en Vera Klein. Zij zijn vlakke karakters. Zij leiden hun eigen leven en hebben vrijwel geen contact meer met hun ouders. Er wordt niet gezegd wat ze doen of waar ze wonen, alleen dat ze 'overkwamen' toen Maarten en Vera veertig jaar getrouwd waren; ze zouden dus in Nederland kunnen wonen.



Karl Simic: is een oud collega van Maarten. Nog altijd voelt Maarten zich schuldig vanwege het feit dat Simic kort na een bezoek van Maarten zelfmoord pleegde. Chauvas, Bähr en Johnson waren zijn andere collega’s.



Dokter Nick Eardly: is het type van de wat naïeve plattelands-dokter. Hij meent Maartens bewustzijn weer te doen opflakkeren door hem rust en medicijnen voor te schrijven.

Vera heeft wel vertrouwen in hem, maar Maarten lapt zijn adviezen aan zijn laars.



De gezinshulp Phil Toylor: met haar oergezonde fysiek en motoriek en haar oernuchtere boerenverstand, treedt te laat Maartens leven binnen om voor hem nog een rol van belang te kunnen spelen. Voor haar is Maartens bewustzijn inmiddels gesloten: hij kan haar naam niet onthouden, vraagt zich voortdurend af wie zij is en verwart haar met Karen, zijn dochter Kitty en met Greet Laarmans. Als Phil niet een van deze drie is, is ze voor Maarten 'dat blonde meisje' of 'die jonge vrouw' van wie hij de naam niet weet.



Robert: is de hond van Maarten en Vera Klein.



Ellen Robbins: is een goede kennis van Maarten en Vera. Weduwe van Jack Robbins. Zij is een vlak karakter.



Vragen:

· Vind je dat je je goed kan verplaatsen in een van de personages? Leg uit waarom wel/niet.

Ja, ik kan mijzelf goed verplaatsen in Maarten. Hij legt alles zo warrig, maar toch begrijpelijk uit, dat ik herken bij mijn eigen oma. Zij lijdt ook aan dementie en daarom zijn de verhalen van Maarten heel herkenbaar.



· Keur je het gedrag van de hoofdpersoon goed of keur je het af. Waarom?

Ik keur het gedrag van Maarten goed, ook al doet hij af en toe domme dingen die niet nodig waren (zoal foto’s verbranden), het punt is dat hij er simpelweg er niets aan kan doen.

Aan een ziekte die niet gestopt kan worden, valt niets te verbeteren, ook niet voor de persoon zelf.



· Zou jij bepaalde problemen net zo als de hoofdpersoon aanpakken?

Nee en bovendien hoop ik ook niet (mocht ik ook ooit aan dementie lijden) dat ik hetzelfde zal doen. Ik ben me er nu van bewust dat de persoon die er continue mee bezig is, eigenlijk in zijn of haar eigen droomwereld leeft en daardoor alles verandert.



· Vind je dat de personages voorspelbaar reageren of juist niet. Vind je dat als lezer prettig of juist niet?

Ja en nee. Ja, omdat Maarten reageert op wat hij hoort en ziet, maar dan in zijn eigen wereld. En nee omdat zijn familieleden het weer anders aanpakken dan andere families en dus het interessant is wat er in hun omgaat.



· Welke personage vind je sympathiek en welke niet? Licht toe.

Maarten. Hij is naar mijn idee een zeer kwetsbare man die het niet met zichzelf te doen heeft, maar druk bezig is met zijn eigen wereld. En op de manier hoe hij de dingen van het leven aanpakt vind ik best emotioneel om te lezen.



6. Tijd

Historische tijd: Het chronologische verhaal begint op een winterse zondagmorgen.

Een week later eindigt het verhaal op de zaterdag. De vertelde tijd is enkele dagen, maar beslaat door allerlei flashbacks ongeveer 65 jaar.

Tijdsduur: 9 dagen.

Tijdsverdichting/tijdsvertraging: Er zijn steeds gedachtesprongen en flashbacks en vaak eindigen die dan dat de hoofdpersoon iets raars doet of nog verder in de war raakt. Dus vaak als de hoofdpersoon in gedachten verzonken raakt, ben je benieuwd naar wat er gaat gebeuren.

Tijdsvolgorde: het boek is, op de gedachtesprongen na, chronologisch verteld.



7. Plaats en ruimte

Het aftakelingsproces van Maarten speelt zich in een medisch niet erg waarschijnlijk kort tijdsbestek af, vanaf de eerste tekenen van vergeetachtigheid tot en met de totale dementie die het noodzakelijk maakt Maarten in een inrichting op te nemen. Gewoonlijk duurt het dementeren veel langer. Het verhaal speelt in en rond het huis van Maarten en Vera aan de kust in Gloucester boven Boston in de USA. Met opzet heeft de schrijver deze locatie gekozen. Maarten valt steeds meer terug op zijn jeugd en de taal van zijn jeugd, zodat de Amerikaanse omgeving extra vervreemdend werkt. Bij hen in de woonkamer staat Maartens piano en het oude bureau van zijn vader wat ook veel herinneringen oproept.



8. Structuur

Het verhaal begint niet met een informatieve opening, het is ook niet direct duidelijk waar het verhaal over zal gaan.



Vragen

· Vind je het verhaal ingewikkeld van opbouw? Zo ja, wat vind je ingewikkeld.

Er is maar 1 verhaallijn en dat is die van de steeds meer toenemende mate van dementie bij Maarten. Dit is duidelijk te merken omdat alles vanaf Maarten wordt gezien.

Aan het eind van het boek wordt de structuur veranderd.

Naarmate Maarten zich steeds minder herinnert en alles steeds meer in vlagen voor hem over komt worden het allemaal zinstukjes. Aan het einde van het boek en ook het verre stadium van dementie worden het meer woorden dan zinnen. Uiteindelijk is het allemaal niet meer te volgen.



· Vind je het verhaal spannend? Wat vind je spannend? Hoe komt het dat je het verhaal wel/niet spannend vindt.

De spanning wordt niet echt veroorzaakt door de vraag of Maarten nog zal genezen; het staat al min of meer vast dat hij dement zal worden. De vraag is echter: hoe erg en vooral hoe snel? Het climaxmoment is dan ook het moment waarop Maarten is opgenomen in een verpleegtehuis, waar hij volledig is afgetakeld. Bepaalde gebeurtenissen in het boek zorgen ook voor spanning. Voorbeelden zijn de momenten waarop hij verdwaald of het moment waarop hij van huis wegloopt. Ik vroeg me dan af of hij wel weer thuis zal komen.



· Blijf je aan het slot met veel vragen zitten of zijn er aan het eind weinig onduidelijkheden? Vind je het (on)prettig als aan het slot niet alles duidelijk is.

Aan het eind blijf je niet met veel vragen zitten. Maarten zit voor de rest van z`n leven (hoelang dat nog mag duren) in een tehuis, dat is duidelijk.



· Hoe zou je het slot willen veranderen?

Nee, ik zou het niet beter kunnen maken, vooral niet omdat het zo mooi beschreven is.

Ook het open einde.



9. Thema en motieven

Thema: naar mijn idee is er geen directe thema bedoeld, maar is het meer een kijk op het leven met een persoon die lijdt aan dementie en de personen om diegene heen.

Het geeft heel realistisch weer hoe een persoon met dementie denkt en doet en ook hoe de familie daarop reageert en probeert te helpen.











Motieven:

Jaargetijden

Is een belangrijk aspect in dit boek; vooral de winter. Het winterse landschap maakt dat er geen onderscheid gemaakt kan worden tussen dingen. Alles lijkt op elkaar en vervaagt; net als in Maartens hoofd. Maarten heeft dan ook een hekel aan de winter.

Ook is de lente belangrijk. De laatste zin van het boek luidt bijvoorbeeld als volgt: ‘…de lente die op het punt staat te beginnen…’. Hier wordt denk ik mee bedoelt dat in de natuur weer duidelijkheid zal ontstaan (na alle verwarring van de winter), maar dat in Maartens hoofd de verwarring voor goed zijn intrede heeft gedaan.



Oorlog

Dit is een van de dingen uit Maartens verleden, waar hij zich nog veel van kan herinneren. Hij denkt hier vaak aan en vertelt er ook vaak over.

Maar op een gegeven moment kan hij heden en verleden niet meer uit elkaar houden en beeldt hij zich soms in dat hij in de oorlog zit.



Systematiek

Maarten is geboeid door zijn vader die door louter feiten op te schrijven en in grafieken te verwerken, probeerde een systeem in die feiten te ontdekken.

Ook Maartens werk bij de IMCO bestond ook uit het vastleggen van feiten (notulequantums).

Een ander voorbeeld uit het boek hierbij is het moment waarop hij erover nadenkt om zijn liefde voor Vera in een grafiek te verwerken.



Taal

Een hulpmiddel bij het registreren van de werkelijkheid is de taal.

Taal is hét middel tot communicatie, hét middel om de werkelijkheid te benoemen.

De dementerende Maarten verliest steeds meer de greep op de taal.

Hij kan de goede woorden niet meer vinden of hij kan met woorden niet uitdrukken wat hij voelt. Naarmate Maartens realiteitsbesef verder afneemt, probeert hij krampachtiger zich vast te klampen aan de taal. Op blz. 145 denkt hij: 'Woorden, dat is wat energie geeft, is energie zelf. Een mens hoort van woorden te zijn. Totaal. Zo voor de hand ligt dat.

(Eindelijk weer eens iets van waarde, toevoer van woorden moet er komen, dat is wat de situatie redden kan, verhalen, aanvoer, import van verhalen.)' Maar de situatie kan niet meer gered worden. Vlak daarvoor, op blz. 144, denkt Maarten in een helder moment:

'Er zit verdomme nergens verhaal meer in hier.' De afnemende beheersing van de taal, die gepaard gaat met de afbrokkeling van de werkelijkheid, komt tot uiting in de vele korte fragmenten op de laatste bladzijden van de roman, die net als Maarten eindigt in 'gestamel zonder veel verhaal.'



Het scherpe besef van vergankelijkheid

(zie bijv. Maartens opmerking op blz. 15 dat veel voorwerpen uit zijn directe omgeving hem zullen overleven) is ook een motief. De titel staat in verband met het thema van de vergankelijkheid. Aan het eind van de roman, als Maarten nauwelijks meer besef heeft van het hier en nu, denkt hij in een van zijn spaarzame heldere momenten: 'In het leven terug?. . . maar waar is zo iets gebleven?. . . is er wel zo iets?. . . of was gewoon alles inbeelding van het hoofd?... hersenschimmen?' (blz. 153).



10. Genre

Dit boek is een psychologische roman. Psychologisch omdat de lezer meekijkt door de ogen van een dementerende man. Roman omdat er een duidelijke karakterontwikkeling plaatsvindt bij Maarten.

Het boek is fictie, proza en literatuur. Het is namelijk verzonnen, de schrijver gebruikt de volle breedte van het papier, en het boek heeft artistieke erkenning gekregen.















11. Taalgebruik

Hersenschimmen bevat geen moeilijk taalgebruik. Er is afwisselend gebruik gemaakt van de tegenwoordige en verleden tijd, waardoor heden en verleden door elkaar lopen. Je ‘beleeft’ het verhaal vanuit Maarten’s standpunt door de, af en toe, brokkelige tekstfragmenten.

Met name aan het einde van het verhaal gebruikt Maarten korte, onsamenhangende zinnen en woorden. Het is daarbij dan nog maar de vraag, of Maarten de gebeurtenissen naar waarheid vertelt.



12. Commentaar op de boekschrijver, J. Bernlef

Pseudoniem van: Henk J. Marsman

Geboren: 14 januari 1937

Debuut: Kokkels (1960, poëzie)

Genres: Poëzie, roman, kort verhaal, toneel, essay

Bijzonderheid: Koos als pseudoniem de naam van een blinde Friese dichter uit de achtste eeuw, een zanger van wie alleen de naam en een paar titels zijn teruggevonden.

Citaat: 'Gedichten worden in het onderwijs gebruikt om te testen of kinderen wel slim kunnen lezen, in plaats van ze eerst te confronteren met het leuke en aardige ervan. Dus gaan ze poëzie zien als een soort cryptogrammen!' (Het Parool, 10-10-1992)

Recent werk: Verloren zoon (1997, roman), Schijngestalten (1997, bevat tevens Hersenschimmen, Vallende ster en Eclips), De losse pols (1998, essays), Aambeeld (1998, poëzie), Meneer Toto-tolk (1999)



13. Mening

Ik vond Hersenschimmen een goed boek.

Een mooie stijl, een boeiend, ontroerend onderwerp, taalgebruik passend bij de situatie.

I.v.m. met mijn oma die lijdt aan dementie, vond ik het een zeer herkenbaar boek met veel geëmotioneerde en passionele momenten. De manier waarop er met een persoon moet worden omgegaan is dan ook zeer emotioneel omdat diegene (zoals mijn oma) het helemaal niet door heeft dat ze dingen vergeet en bijna alleen nog de momenten van vroeger herinnert.

Het was voor mij ook een beetje een ondersteunend boek, omdat het allemaal wel vredig zal eindigen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen