![]() |
Boekverslag : Jona Oberski - Kinderjaren
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 647 woorden. |
1. Zakelijke gegevens Jona Oberski, Kinderjaren, 1e druk in september 1978. Jona Oberski is geboren in 1943 te Amsterdam. Hij is Jood. Voor zijn beroep is hij auteur. Kinderjaren was zijn eerste boek. Verder kon ik niet zoveel vinden over de schrijver. 2. Thema Het gaat over een jongetje dat in de 2e W.O. in een concentratiekamp wordt geplaatst. Daar maakt hij verschrikkelijke dingen mee zoals: zijn vader overlijdt, zijn moeder overlijdt, hij komt in een kamer met allemaal lijken. Na de oorlog komt hij in een pleeggezin. De titel is "Kinderjaren", omdat het over de kinderjaren van een persoon gaat. Het genre is drama. 3. Inhoud Hoofdstuk 1: Het boek wordt ingeleid. Je maakt kennis met de hoofdpersonen. In het eerste hoofdstuk wordt hij en zijn ouders al weggevoerd, maar ze komen weer thuis. Hoofdstuk 2: De hoofdpersoon mag de pont besturen. Daar is hij niet zo goed in. De hoofdpersoon maakt kennis met zijn toekomstige pleegvader. Hij wordt pas pleegvader na de oorlog. De hoofdpersoon en zijn ouders worden opgepakt en komen in Westerbork. Later worden ze vervoert naar Auswitsch. Hoofdstuk 3: De hoofdpersoon mag mee de gamellen uiteten (gamellen zijn de pannen waaruit ze eten). De eerste keer wist hij niet wat hij moet doen, later wel. De hoofdpersoon steekt zijn tong uit tegen een soldaat. Hij ziet het gelukkig niet. Nadat zijn vader al een tijdje ziek was gaat hij dood. Een paar dagen later komt hij in het "ketelhuis". Hier liggen de lijken. Hij gaat daarin om zijn vader te zoeken. Hoofdstuk 4: Zijn moeder, hijzelf en Trude gaan uit het kamp weg. Onderweg worden ze bevrijdt door de Russen. Ze komen in een dorp waar zijn moeder dood gaat. Hij wordt zelf ook ziek. Hoofdstuk 5: Hij komt bij een pleeggezin. Zijn moeder noemt hij Tante Lisa. Zijn vader heet meneer Paul. 4. Karakters De schrijver gebruikt heel weinig namen. Er zijn 3 hoofdpersonen. De ik persoon( zijn naam wordt niet genoemd): Zijn karakter is al vanaf het begin duidelijk. Hij is een echt moederskindje. Hij is een beetje verlegen. Later wordt hij wat minder verlegen. Hij huilt veel, daarom komt hij wel eens in conflict met zijn ouders. In het boek veranderd zijn karakter niet zoveel. Hij is ongeveer 7 jaar oud. Moeder van de ik persoon: Haar karakter is ook al vanaf het begin duidelijk en veranderd weinig. Zij is erg bang in de oorlog en maakt heel veel mee. Trude: Zij is een van de ouders van de ik persoon. Zij gaat ook mee naar het concentratiekamp. Na de dood van de vader van de ik persoon vangt zij hem op. Als de moeder ook dood gaat staat ze er alleen voor. Haar karakter wordt niet zo uitgebreid besproken, maar veranderd ook niet. Zij komt ook wel eens in conflict met de hoofdpersoon als hij huilt. 5. Tijd Het boek speelt tijdens de 2e W.O. De vertelde tijd is ongeveer 3.5 jaar. Het verhaal is chronologisch verteld en heeft geen terugblikken. 6. Vertelsituatie Het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van de ik persoon. 7. Stroming Ik denk dat de schrijver zelf ook in een consentratiekamp heeft gezeten. Volgens mij heeft hij het verhaal van die tijd in dit boek opgeschreven. Dit blijk uit een stukje tekst aan het eind van het boek. In dit stukje staat:"Aan mijn pleegouders die heel wat met me hadden uit te staan". 8. Ruimte en achtergrond Het verhaal speelt zich af in een consentratiekamp Westerbork en Auswitsch. Er zijn weinig natuurbeschrijvingen. De natuurbeschrijvingen die worden genoemd zijn wel in het belang van het verhaal. De schrijver verplaatst ons in het milieu van de Joden in de 2e W.O. 9. Taal De schrijver gebruikt ABN Zijn schrijfsteil is dramatisch. De zinsbouw is verschillend. 10. Eigen mening Het boek heeft mij erg aangegrepen, omdat de dingen die de hoofdper soon meemaakt heel erg zijn. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |