![]() |
Boekverslag : D&t - Etymologie
Ingezonden Door: Marie
Categorie:
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2432 woorden. |
Inhoud: 1. Inleiding blz. 2 2. Het woord etymologie blz. 2 3. Wetenschappelijke evolutie blz. 2 4. Invloeden op onze taal blz. 3 5. Evolutie van woorden. blz. 4 6. Soorten etymologie & voorbeelden blz. 4 6.1 Eponiemen blz. 4 6.2 Mythologie + Griekse herkomst blz. 5 6.3 Geoniemie blz. 6 6.4 Onomatiek blz. 7 6.4.1 Antroponymie blz. 7 6.4.1.1 Voornamen blz. 7 6.4.1.2 Familienamen blz. 8 6.4.2 Toponymie blz. 8 7. Slot blz. 9 8. Bronnen blz. 10 1. Inleiding. Woorden zijn de essentiële bouwstenen van een taal. Ze worden ons van kinds af aangeleerd en we gebruiken ze zonder erbij na te denken. Maar waar komen die woorden eigenlijk vandaan? Heeft een van onze meer intelligente voorvaderen het heft in handen genomen en de Nederlandse taal uitgevonden? Misschien hebben Marsmannetjes ons de kennis van die taal geschonken. Vindingrijke verklaringen maar niet echt plausibel te noemen. De wetenschappelijke term etymologie zal iets aannemelijker in de oren klinken. Een synoniem voor etymologie is woordafleidkunde, wat volgens Encarta betekent: “de tak in de taalwetenschap die de afkomst van woorden, een taal of een groep verwante talen onderzoekt.” 2. Het woord etymologie. Het woord etymologie is van Griekse herkomst. Het is een samenstelling van 'etymon' en 'logos'. Vrij vertaald betekent dit woord "leer van het werkelijke ware". Deze betekenis past goed bij de Grieken, want het zat in hun genen om via mythen en andere verhalen een verklaring te vinden voor allerlei fenomenen en dus ook voor taal. 3. Wetenschappelijke evolutie. In een eerste fase, gesitueerd bij de Griekse filosofen, omvat deze wetenschap dat elk woord de ware natuur der dingen benadert, de werkelijkheid van het voorwerp werd als het ware in het begrip vastgelegd. Men zou zelfs kunnen spreken van een symbolische wetenschap aangezien de klemtoon niet op het zuiver taalkundige aspect ligt, maar op het zijn, het wezen van het uitgedrukte begrip. Tot aan het eind van de 18e eeuw bestond etymologie vooral uit geestige invallen en gedurfde combinaties uit de hersencellen van onbekenden. Zo beweerde een Zuid-Nederlander dat 'Adam' 'haatdam' betekent en 'Eva' 'eedvat' omwille van de bijbelse symboliek die achter de namen ligt. Er werd gegist naar de betekenis, een vaste werkmethode ontbrak. De laatste fase van de wetenschappelijke evolutie ligt in onze eigen tijd. Bij ons heeft het zoeken naar de werkelijke waarheid van het woord plaatsgemaakt voor het vinden van de oorspronkelijke vorm. Het achtergelegen begrip is ondergeschikt geworden. Deze speurtocht vindt zijn origine in het begin van de negentiende eeuw. Toen het Sanskriet bekend werd, verliet men het gissen naar de betekenis van woorden en begon, men het verband tussen woorden uit verschillende talen te onderzoeken. Het wordt nu algemeen aangenomen dat het Sanskriet de oertaal is, waar men vroeger dacht dat dit het Hebreeuws was. Vermits de woorden van deze heilige taal der Indiërs geen evoluties of invloeden van andere talen heeft ondervonden, kon men zonder moeite tot de werkelijke oervormen doordringen. Een meer efficiënte aanpak was het gevolg. In eerst instantie werd het Sanskriet vergeleken met de Griekse en de Latijnse taal. Deze vergelijking werd aan vaste regels onderworpen, die in de loop der jaren het vaste stramien van natuurwetenschap ging aannemen. Men kwam tot de constatatie dat er klankcorrespondenties tussen talen bestaan. Het Latijnse ‘pater’ komt bijvoorbeeld overeen met het Griekse ‘patèr’ en het Indische ‘pitar’. Toen kwam de vraag, is het Nederlandse vader daar ook mee verwant? Dit is men dan te weten gekomen door woorden te herleiden tot schema's bestaande uit klinkers, dentalen (d&t), labialen (l,p&b) en gutturalen (g&k). Men stelde vast dat bij verschillende woorden preek, biecht, geweten … de Latijnse p overeenkwam met een Nederlandse v. Dergelijke gelijkenissen vond men ook tussen het Latijn, Grieks, Indisch en Germaans. Zulke groepen heeft men een taalgroep genoemd. Deze kleine toelichting van taalverwantschap heeft betrekking op etymologie. Omdat vele woorden fonetisch met elkaar verwant zijn, kan je ze herkennen in een andere taal en is hun evolutie te achterhalen. 4. Invloeden op onze taal. Eerst en vooral zijn er cultuurinvloeden. Het begint reeds in de Romeinse tijd, waarin de Germanen die in het huidige België woonden, de op vele vlakken meer geëvolueerde beschaving van de Romeinen ondergingen. Deze invloeden hadden vooral te maken met geïmporteerde groenten en fruit zoals peren, pruimen, kool, … en op alles wat met bouwen en stenen te maken heeft zoals muur, mortel, kelder … Dan is er de grote invloed van de christelijke Kerk, waarmee een grote reeks van nieuwe begrippen verspreid werden. Bijvoorbeeld: kerk, koster, Vervolgens is het de beurt aan het Frans tijdens de Middeleeuwen. Deze taal heeft invloed op het gebied van ridderwezen, kledij en voedsel. Tijdens de beweging van de mystiek worden allerlei Duitse termen voor abstracte begrippen ingevoerd. Tenslotte is er de moderne tijd die deuren en vensters wijd open zet. Woorden zweven van het ene volk naar het andere. Het Nederlands ondervindt invloeden van het Engels, Russisch, … 5. Evolutie van woorden. De betekenis van een woord kan doorheen de tijden veranderen. Er kan zich een betekenisverschuiving voordoen wat inhoudt dat de kernbetekenis raakt op de achtergrond en een vroegere randbetekenis wordt de grondbetekenis van het woord. Bij een pen denkt de moderne mens aan een voorwerp om mee te schrijven, maar de grondbetekenis was een ganzenveer. Er kan ook een betekenisverruiming plaatsvinden. Een woord krijgt dan een ruimere betekenis dan voordien. Een groente was oorspronkelijk enkel een soort groen moeskruid, wij spreken over alle eetbare plantaardige gewassen en voedsel uit een moestuin. Woorden kunnen ook een betekenisvereniging ondergaan. Een afzonderlijk woord krijgt de betekenis van de hele oorspronkelijke samenstelling. Zo spreekt men in de volksmond over een centrale en niet over een elektriciteitscentrale. Zelf het beest pejorisatie kan voor een evolutie van woorden zorgen. Dit wil zeggen dat een woord een slechtere gevoelswaarde krijgt. Onnozel betekende oorspronkelijk onschuldig, bij ons heeft dit woord een geheel andere betekenis. Een laatste evolutie ligt in meliorisatie. In tegenstelling tot pejorisatie krijgt het een betere gevoelwaarde. Slank had de betekenis van mager. Wij zeggen dat iemand slank is als hij of zij een mooi figuurtje heeft. Slank ? à 6. Soorten etymologie Etymologie is een ruim begrip. Om de wetenschap overzichtelijker te maken, zijn er subcategorieën ingevoerd waarbij er onderscheid gemaakt wordt tussen onder andere de afkomst van plaatsnamen, familienamen, … Deze onderlinge verschillen zullen wij nu toelichten. 6.1 Eponiemen Eponiemen zijn de meest dankbare soort van etymologie, ze nemen namelijk de naam van hun uitvinder of een persoon die veel voor het begrip van het woord gedaan heeft, over. Ze zijn dankbaar in die zin dat je nooit meer zal vergeten worden, dat je eeuwige roem vergaart. Voorbeelden: ü Hooligan: Een zekere Patrick Hooligan en familie terroriseerde Londen in de 19 e eeuw met vandalisme. ü Pennsylvania: De familie Penn bezat een uitgestrekt grondgebied in deze streek. Pennsylvania bestaat uit de familienaam Penn en het Latijnse Salvanium. ü Spam: De ongewenste mail krijgt zijn naam dankzij een beroemde sketch van Monty Python, waarin een stel Vikingen een gesprek verstoren door constant: “Spam! Lovely spam!” te zingen. ü Teddybeer: genoemd naar de Amerikaanse president Theodore (Teddy) Roosevelt, die weigerde een voor hem vastgebonden beer tijdens een berenjacht dood te schieten. ü Bic: de blauwdruk van de balpen ontstond in 1888 in Amerika. De Hongaar Biro ontwikkelt in 1935 een stroperige inkt op oliebasis in plaats van de tot dan gebruikte. De Fransman Bick bestudeerde alle balpennensoorten en bracht in 1950 een verbeterde, niet-lekkende en continu schrijvende versie op de markt onder de merknaam Bic. De oorspronkelijke naam Bich werd in Bic veranderd omdat deze naam in het Engels te veel op Bitch zou gelijken. 6.2 Mythologie + Griekse herkomst Vele woorden zijn afkomstig uit de Griekse mythologie en taal. De verhaaltjes die de Oude Grieken breiden aan bepaalde woorden als verklaring voor het bestaan van hun fenomeen, zijn bewaard tot in onze tijd. Nu nog blijven deze hersenspinsels een mogelijke verklaring voor het bestaan van deze woorden. Voorbeelden: ü Hypnose: afgeleid van de Griekse god van de slaap, Hypnos. ü Hysterie: komt van het Griekse hysteros (‘baarmoeder’) Omdat vrouwen nogal eens hysterisch kunnen zijn, werd gedacht dat dit aan de baarmoeder lag. ü Orchidee: komt van het Griekse orchis (‘teelbal’) Veel soorten orchideeën hebben twee wortelknolletjes. ü Basilicum is afgeleid van het Griekse woord 'basileus', dat koning betekent. Vandaar ook de bijnaam 'koningskruid'. Basilicum zou trouwens evengoed koningskruid kunnen heten wegens zijn kwaliteiten: het is één van de allerfijnste kruiden met een rijke, aromatische geur. ü Hygiëne: benoemt naar de Griekse godin van de gezondheid Hygia ü Iris: is benoemt naar Iris, de boodschapper van Hera en Zeus en de personificatie van de regenboog. Ook het metaal Iridium is hiernaar genoemd aangezien mengsels met Iridium kleurrijke resultaten geven. ü Januari: het begin van het jaar is afgeleid van Janus, de Romeinse god van het begin. ü Python: is afkomstig van de naam van de monsterlijke slang die door Pluto werd gedood. 6.3 Geoniemie Geoniemen zijn woorden die hun naam te danken hebben aan hun plaats van herkomst ü De historie van de sinaasappel is simpel, hij komt uit China dus China-appelen, Appelen Chinaas of Sinaas-appelen. Uiteindelijk werd de officiële naam Sinaasappelen en de volksnaam Appelsien. ü De naam mayonaise is afgeleid van 'sauce mahonnaise', ofwel de saus van Mahon. Mahon is een plaats op het Spaanse eiland Menorca (Minorca). ü Kalkoen: de geschiedenis van de naam van deze vogel is bijzonder gecompliceerd. De kalkoen is een grote hoenderachtige vogel uit Midden Amerika. De Europeanen kwamen voor het eerst in contact met kalkoenen in Mexico. Destijds hete dit echter nog (West-) Indië. Toen dat bekend werd als Amerika, bleef de connectie met India, en dus later India bestaan. De bekendste export haven toen in India was Calicut (niet te verwarren met Calcutta), aan de westkust. De kalkoen werd dus niet meer de vogel uit India, maar specifiek de vogel uit Calicut, de Calicutse haan, later kalikoetse haan en kalkoense haan. ü De hamburger is genoemd naar de Duitse stad Hamburg. Het principe van een 'platte gehaktbal' werd meegenomen uit Duitsland naar de VS door immigranten in de 19 e eeuw. Rond 1880 werd het gerecht, plaatselijk, bekend onder de naam Hamburg Steak, later Hamburger steak en Hamburger. ü Tabasco wordt gemaakt met hete Spaanse pepers, uit Mexico. De hete pepersaus is genoemd naar de Mexicaanse deelstaat Tabasco. Maar dat is dan ook de enige overeenkomst. De saus heeft niets met de staat te maken. Andere voorbeelden zijn: Champagne, Parmaham, Bordeaux, Parmesan, Gruyère, … 6.4 Onomatiek Onomatiek is de studie van de namen. Deze kan worden onderverdeeld in de studie van de persoonsnamen of antroponymie en de studie van de plaatsnamen of toponymie. 6.4.1 Antroponymie 6.4.1.1 Voornamen Voor de oorsprong van onze voornamen moeten we ver terugkeren in de geschiedenis. De oudsten onder de namen zijn de Oud-germaanse namen zoals Boudewijn, Veerle, Bernard, … Iets jongere namen zijn deze van Griekse, Latijnse, en Hebreeuwse afkomst, die vaak een religieuze invloed hebben. Zo hebben we bijvoorbeeld Clara, Toon, Klaas, Maria, …Uit dezelfde periode ( ongeveer vanaf de 13 de eeuw) dateren ook namen als Arthur of Lanceloot die afkomstig zijn uit ridderromans. Vele bijbelse en klassieke namen vinden hun herkomst ook in de periode van de hervorming en het humanisme. Abraham, David, Julius of Fredericus zijn hier enkel voorbeelden van. Onze namen zijn ook vaak beïnvloed: zo was er in de 18 de en 19 de eeuw een grote Franse invloed die dan namen zoals Roger, Albert, … geeft. Na de 2 de wereld oorlog was er ook een grote Engelse invloed die zorgde voor vleinamen als Eddy, Charly of Betty. 6.4.1.2 Familienamen De herkomst van familienamen kunnen we opsplitsen in vijf grote mogelijke groepen. Vele verwijzen naar vaders naam via pre- en suffixen als –zoon (à-sen, -se,... ), -man, ser- (= de heren),... Dit noemt men patronimica. Analoog hiernaar bestaat er ook metronimica of moeders namen met het prefix ver-. Vaak was ook het beroep (of titels) een bron van inspiratie bij het vormen van de familienaam. Men onderscheidt geografische of toponymische familienamen als een vierde groep. Dit zijn namen gegeven naar de plaats van de herkomst of de woonplaats. Tenslotte werden ook lichamelijke of geestelijke eigenschappen als familienaam gebruikt. Enkele voorbeelden: 1. Jansen, Thielemans, Servrancks, … 2. Verellen, Verleysens, … 3. De Coeman, de Ceuster, de Clercq, Jonckheere, … 4. Verhoeven, Van de Vijver, Verhelst, … 5. De witte, De Vos, Baert, De Bock, … Familienamen zijn vaak niet gelijkmatig over een land verspreid, maar eerder regionaal weerkomend. 6.4.2 Toponymie Toponymie of plaatsnaamkunde is dat onderdeel van de naamkunde dat de geografische eigennamen onderzoekt. Het woord zelf komt van de Griekse woorden “topos” en “onuma”die respectievelijk plaats en naam betekenen. Het wordt zelf verscheiden malen onderverdeeld in: - choronymie, de namen van landen en landstreken, - oronymie, de namen van bergen en dalen, - hydronymie, de namen van stromen, rivieren, enz. , - hodologie, de namen van straten en wegen, en aparte groepen over de namen - van steden, gemeenten, gehuchten of andere menselijke woonkernen, - van velden, weiden, bossen, woeste gronden, enz. Men gaat deze namen systematisch verzamelen, ordenen, identificeren en zo pogen de betekenis ervan te achterhalen. Dit gebeurt taalkundig, linguïstisch en historisch. We kunnen de plaatsnamen indelen naargelang van de taal waaruit hun bestandsdelen afkomstig zijn. Dit zijn de talen van de drie taalgroepen die achtereenvolgens onze gewesten bewoonden of bezetten: de Kelten, de Gallo-Romeinen en de Franken. Bij de Kelten vinden we veel namen van rivieren en stromen of plaatsen aan waterlopen hun oorsprong. Eerste steden hebben hun naam te danken aan het vulgair Latijn van de Romeinen, en zijn vaak verwoordingen van “vestiging”. De omvangrijkste groep is deze met Germaanse en voornamelijk Frankische bestanddelen. Het zijn meestal beschrijvingen van de plaats aan de hand van opvallende kenmerken in natuur of bebouwing. Enkele voorbeelden van Keltische namen: Durme= stormachtige beek Ijzer = frisse rivier Maas < mosa = vocht Gallo-Romeinse namen: Kasterlee < -castra = versterkt kamp Utrecht < trajectum = overtocht Opwijk < vicus = dorp Frankische namen: Gijzegem < Gijso-hem = woonplaats van de heer Gijso Dendermonde < dender-monde = aan de monding van de Dender Aalst < -t = plaatsaanduiden suffix à plaats waar elzen groeien 7. Slot. " What's in a name?" vroeg Shakespeare. Blijkt dat er meer in zit dan mensen zouden verwachten... Geen Marsmannetje, geen slimme voorouder, maar een varkentje met een lange snuit, blaast dit werkverhaaltje uit... 8. Bronnen * internet: Zoekprogramma : Google http://taal.start.be/ http://home2.pi.be/wispel/vakinfo/nederlands/cursus/theorie/ ler5Dtaal2.htm#TOPO http://users.skynet.be/ekurea/etymo/etymo.html * Sanders, E.: “Geoniemen woordenboek”, 1995. * Debrabandere, F. (1993): “Verklarend Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk.” (2 delen) Brussel, 1993. * De Vries, J. & De Tollenaere, F.: “Het Spectrum: Etymologisch woordenboek” * de Rijk, Peter: “Alles over namen” Prisma Taal * Encarta * Cursus Nederlands 5 aso: Van den Eden Maria -->Dank bij voorbaat |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |