![]() |
Boekverslag : Initiatieven, Functies,… - Het Management
Ingezonden Door: Vanessa
Categor
De taal ervan is Economie en het aantal woorden bedraagt 721 woorden. |
1. Het management Management = het besturen van een organisatie en het leiden van mensen. Er wordt samengewerkt en naar een concrete doel gestreefd. Twee types: • intern: organisatieontwikkeling (initiatieven, functies,…) • extern: marketing Eigenschappen van een manager: • motiveren van mensen • delegeren (= verantwoordelijkheid van taken door te geven aan ondergeschikten, maar toch behoud van eindverantwoordelijkheid) • organiseren Management focust zich op: • activiteiten en eigenschappen van manager • kwaliteit van samenwerkingsrelaties + taakuitvoeringen van medewerkers • vernieuwingscapaciteiten + probleemoplossend vermogen binnen de organisatie Managers en leidinggeven Leiderschap: • proces van het beïnvloeden van de activiteiten van individuen of groepen • om 1 of verschillende doelen te bereiken • in een bepaalde situatie Ideale eigenschappen van een leider: • moreel krachtig zijn om zijn rol waar te kunnen maken • deskundig zijn • zich een correct beeld kunnen vormen van de concrete vraagstukken en uitdagingen Leidersschapstypes: 1. AUTOCRATISCH - onverdraagzaam en geen inspraak op ondergeschikten 2. BUREAUCRATISCH - formeel (heel strikt) en onpersoonlijk 3. DYNAMISCH - sterk verbeterings- en vernieuwingsgericht ( verbetering-verandering) 4. STATISCH - weinig verandering en initiatief 5. CHARISMATISCH (= uitstraling) - samen met de werknemer iets bereiken (goede communicatie met personeel)  positiever + motiverend imago 6. LAISSEZ-FAIRE - informele leiders - werknemers nemen zelf beslissingen - geringe betrokkenheid 7. DEMOCRATISCH - menselijk - sterke aandacht voor inspraak en medezeggenschap Situationeel leiderschap = afahankelijk van ontwikkelingsniveau (deskundigheid en inzet) van medewerker stijl van leiding aangepast (stijlflexibiliteit) Ontwikkelingsniveau van werknemer Stijlflexibiliteit Lage deskundigheid + hoge inzet = leiden  duidelijke richtlijnen geven matige deskundigheid + zwakke inzet = coachen  het idee geven dat ze zelf al kunnen richten hoge deskundigheid en wisselende inzet = ondersteunen  raad/suggesties geven, begeleiden, motiveren,… hoge deskundigheid en hoge inzet = delegeren  werkgever zal taken doorgeven aan werknemer, maar behoud eindverantwoordelijkheid Takenpakket van de manager 1. PLANNEN: - voorbereiding van organisatie - werkmethodes OP PAPIER - controle 2. ORGANISEREN: - hoe alles zal uitgevoerd worden - functie, taken, opdrachten,…. Instellen 3. LEIDEN: - belonen - sanctioneren van personeel - motiveren 4. CONTROLEREN: - nagaan van resultaten van uitvoering + werkmethode - komen plannen en resultaten overeen? Managementniveaus en – vormen 1. TOPMANAGEMENT/HOOG  strategisch management: hoe wil je tot u doel komen? 2. MIDDLEMENAGEMENT  tactisch niveau : strategie verder uitwerken 3. LOWERMANAGEMENT/LAAG  operationeel niveau: de concrete uitvoering De hiërarchische piramide : pag. 15 De basis zorgt ook voor het product, ze moet medezeggenschap krijgen. Daarom is het een noodzaak de piramide om te draaien. Managementmethodes Kenmerken van het vroegere productiesysteem: 1. Scientific management : monotone taakuitvoering => routine - geen inspraak - rationele verdeling van arbeid => fordistisch bandwerk - geen relatie met eindproduct 2. Human relationmanagement - aandacht voor menselijke verhouding (geen verlengstuk van machine) - aangename werkklimaat - arbeidsmotivatie 3. Human resources - doelgerichtheid (effectiviteit= de juiste dingen doen) - samenwerken 4. Teambuilding - empowerment = ondernemend sfeer = werknemer kan invloed uitoefenen op hun job - er wordt rekening gehouden met hun ideëen - krijgen eigen verantwoordelijkheid Verschillende managementmethodes 1. Management informatie systemen = MIS MIS= instrument (“a tool”) ter ondersteuning van diverse managementmethodes = werkinstrument 2 soorten informatie: - operationele: nodig voor dagelijks functioneren - strategische: info die de toekomst bepaalt 2. Management by objectives = MBO = doelstellingen – of resultatenmanagement = bereiken van resultaten Kenmerken: - samenwerking, delegatie, communicatie - open dialoog - inspraak bewegingsvrijheid van medewerkers 3. Management by walking around = MBWA = actiegerichte manier van leidinggeven = manager op werkvloer Kenmerken: - assertiviteit - open communicatielijnen: interne contacten met medewerkers, maar ook met klanten en leveranciers 4. Management by exception =MBE = als leider gewwon bezighouden met afwijkingen/uitzonderingen Voordeel: Hogere echolons hun aandacht richten op werkelijke problemen + strategische uitdagingen m.a.w. zij zullen zien of alles binnen de organisatie wel goed verloopt => aanbod van informatie naar leiding neem toe Bepaalde voorwaarden die hiervoor vervuld moeten zijn: - sterke graad van decentralisatie - duidelijkfunctie + taakverdeling - vlotte informatieoverdracht - snelle signalisering van storingen 5. Teammanagement = in groep werken Voordeel: - taken verdelen - werk gaat sneller - efficiënter - meer ideëen - betere sfeer Nadeel: - verschillende meningen => discussies - misverstanden - iedereen moet evenveel inzet tonen - deel van de zelfstandigheid opgeven - leren luisteren naar anderen Voor de organisatie: - resultaat moeilijk te beoordelen - het werk in team moet meer opbrengen dan het werk van een individu pag.20-21 lezen 6. Customer relationship management = CRM = maximale gebruik aanwezige kennis over klanten + klantencontacten Marketing: zich constant aanpassen aan toenemende klanten + markten Marketingsconcept: klantgerichtheid nastreven => ondernemingsdoelstellingen nastreven Invoering CRM : mentaliteitswijziging op volledige bedrijfsniveau Belang CRM: klantengegevens bezitten is een concurrentieel voordeel. Door het centraliseren van gegevens verhoogt kennis van klant => men kan inspelen op behoeftes van klanten Doelstellingen: Basisredenen om CRM aan te gaan verschillen naargelan bedrijfstak- of sector. Ondernemingen streven naar toenemend copncurrentieel voordeel+meer winst + beperking bedrijfsrisico’s en –kosten. Winstgevendere relaties met klanten opgebouwd door de gegevens te verzamelen => inspelen op behoeftes van klanten. Opmerking: Informatietechnologie = steeds belangrijker om klantentrouw na te streven. Toepassingen situering management Verklaar volgende uitspraken: “ Het imago van de onderneming wordt meer en meer gelijkgesteld met dat van haar leider” - leider moet voorbeeldfunctie uitoefenen - het imago hangt af van het leiderschap - hetgeen wat leider doet straalt af op organisatie “Thuis is iedereen manager” - management kan ook in het gezin voorkomen - inkomen verdelen - takenverdeling in het huishouden Schema: Bekende personen H.Fayol 1814-1925 • formuleerde de 4 basisprincipes: plannen, organiseren, leiden en controleren Taylor 1856-1915 • grondlegger scientific management • uitwerken van tijd- en bewegingsstudies en standaardmethoden bij de taakuitvoering Mintzberg rond de 20ste E • lanceerde het begrip bureaucratie = organisaties ide professionele deskundigheid combineren met routinematige werkwijze Blanchard en Hersey • situationeel leiderschap: uitwerking van theorie • bevindingen worden nog vaak gebruikt in opleidingscentra |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |