Thea Beckman, Het rad van fortuin
Lemniscaat - Rotterdam 1978 - 329
Hoofdpersonen:
Marije/Marie-Claire
Meisje dat uit Brugge is gevlucht op zestien jarige leeftijd. Is inmiddels een jaar of
achttien ouder en heeft al veel meegemaakt in de tijd dat ze door Frankrijk trok met
Berton en Matthis. Staat bekend als bekend trouvère.
Robert
Vondeling door Marie-Claire opgenomen in haar gezin. Is erg klein voor zijn leeftijd.
Hij is acht jaar maar lijkt veel jonger. Kan goed met messen gooien
Matthis
De tweede aangenomen zoon van Marie-Claire, ongeveer 25 jaar oud. Heeft in dienst van
Du Guesclin al veel avonturen meegemaakt en is daar zelf ook beroemd door geworden.
Bertrand de Guesclin
Zoon van een herenboer. Vecht steeds tegen de Engelsen en tegen onderdrukking. Gebruikt
listen om te vechten en laat zich niet verleiden tot open gevechten zoals de Franse adel
wel doet en dan ook regelmatig klop krijgt. Door zijn heldendaden is hij eindelijk ridder
geworden en adviseur van de Franse koning.
Thema
Het leven in de Middeleeuwen in Frankrijk
Titelverklaring
De titel heeft te maken met de wisselende kansen voor de legers. De ene keer winnen ze,
de andere keer verliezen ze. Volgens de aanbidster van Matthis zal het rad in hun voordeel
draaien.
Tijd
Het speelt rond 1370, het verhaal duurt enkele jaren en wordt chronologisch verteld
Kritiek
Kritiek op : de toenmalige adel, die alleen op eigen roem en macht uit was, en ook op
discriminatie.
Genre
Historische roman
Plaats
Frankrijk, Spanje de trouvères reizen met het leger van Du Guesclin door deze twee
landen.
Motieven
Discriminatie, de adel, ziektes, standen verschil, revolutie
Samenvatting
Koning Jean II is dood. Karel van Navarra wil voordat Charles zich tot koning kan
kronen de macht overnemen en heeft daarvoor in Normandië een leger op de been gebracht.
Charles laat zich verdedigen door Du Guesclin. Deze neemt Kleine Robert en Matthis mee in
zijn leger. Door zijn kleine gestalte weet Robert als spion gegevens te bemachtigen mede
waardoor Du Guesclin het sterkere leger van Navarra te verslaan. Na deze opdracht moet hij
met Charles de Blois vechten tegen de Montfort. Hij heeft echter de opdracht gekregen om
ervoor te zorgen dat De Blois verliest en gedood wordt omdat Montfort gezworen heeft om
zijn land trouw te zijn als hij De Blois verslagen heeft. Zonder een dode zal deze strijd
eeuwig doorgaan. De mannen van Du Guesclin vermoorden tijdens het gevecht De Blois en Du
Guesclin laat zich gevangen nemen. Hij voelt een enorme walging voor zijn daden, maar
moest dit in het belang van Frankrijk doen. Matthis snapt er niets van.
Berton en Marie-Claire worden tijdens een tocht overvallen en Berton wordt gedood. Een
deel van een plunderleger heeft dat gedaan, er zwerven duizenden georganiseerde
plunderaars door Frankrijk. Marie-Claire en Du Guesclin verzinnen een plan om daar een
eind aan te maken. Ze willen een veldtocht naar Spanje organiseren en alle plunderbendes
daarvoor uitnodigen. Du Guesclin krijgt onvoorwaardelijke vrijheid van handelen.
Marie-Claire organiseert een enorme kermistroep om het leger te vermaken. Na een jaar
organiseren lukt het om veel van de plunderaars bijeen te krijgen, allen belust op geld
dat ze denken te kunnen krijgen tijdens de veldtocht naar Spanje. Don Henri is van Spaanse
zijde de man die de macht in zijn land wil hebben en heeft een verbond met Charles
gesloten. De bedoeling van Du Guesclin en Marie-Claire is om zoveel mogelijk van de
plundertroepen te laten sterven en Don Henri aan de macht te brengen. Al snel merken ze
dat het toch ook mensen zijn en Du Guesclin laat niet zomaar mensen sterven, dat heeft hij
sinds de samenzwering tegen De Blois gezworen.
Matthis wordt in een van de veroverde Spaanse steden verliefd op een meisje maar als
hij haar na lang zoeken eindelijk terugvindt, is ze net getrouwd. Door dom gedrag van een
aantal Spaanse edelen verliezen ze op een keer een slag en Du Guesclin wordt gevangen
genomen. Pedro de Wrede, de tegenstander wil hem en Matthis doden, maar de Engelsen die
voor hem vochten, waaronder de Prins van Wales, hebben hun erewoord gegeven om hem als
gevangene te behandelen en laten hem leven. Dit ook natuurlijk voor de losprijs die hij op
kan leveren. De Engelsen trekken naar Gascogne waar ze Du Guesclin opsluiten. Ze willen
geen losprijs noemen, omdat ze bang zijn dat een vrij Du Guesclin hun leger kan verslaan.
Hij gaat weer naar Don Henri en met een nieuw leger verslaan ze Pedro de Wrede. Deze
sterft door de dolk van Kleine Robert, uit noodweer. Ze kunnen naar huis. Matthis merkt
dat hij zijn geliefde kan vergeten, zeker nadat hij een lief meisje op het kasteel van Du
Guesclin heeft gevonden. Marie-Claire besluit weer door het land te gaan trekken en
liederen te zingen. Gods Vlindertje zal de liederen van de vijf jaar geleden zanger Berton
de Fleur opnieuw laten horen, dit keer in een vrij Frankrijk. De Engelsen doen nog enkele
invallen, in 1415 bezetten ze zelfs een groot deel van het land, maar mede door Jeanne
d'Arc worden ze weer verslagen en in 1453 komt er een einde aan de honderd-jarige oorlog.
(115 jaar duurde deze dus)
De gebeurtenissen in het boek zijn op werkelijkheid gebaseerd, alleen Marie-Claire,
Berton en Klein Robert zijn verzonnen. DU Guesclin stierf in 1380 na bijna alle Engelsen
uit Frankrijk te hebben verdreven, op Bordeaux na. Charles stierf enkele maanden later. |