![]() |
Boekverslag : Bijvoorbeeld: Cannabis, Lsd, Marihuana, Hasj, … - Drugswerkje
Ingezonden Door: Gitte Meyers
Cate
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 1701 woorden. |
Wat zijn drugs “drugs” is een verzamelnaam voor een brede waaier van stoffen die een invloed hebben op onze gevoelens, onze waarneming en ons bewustzijn die ook met dat doel gebruikt worden. Wat betreft hun uitwerking, kans op verslaving enz . verschillen ze sterk. Op basis van hun belangrijkste effect kunnen ze opgedeeld worden in drie grote groepen. 1. middelen die het bewustzijn veranderen(bijvoorbeeld: cannabis, LSD, marihuana, hasj, …) 2. dempende of verdovende middelen (bijvoorbeeld: alcohol, heroïne, slaap- en kalmeringsmiddelen,…) 3. opwekkende middelen (bijvoorbeeld: amfetamines zoals speed en XTC, cocaïne, ...) Twee soorten drugs vallen wat buiten deze klassieke indeling, en worden daarom soms als de vierde en vijfde groep beschouwd. 4. Vluchtige snuifmiddelen (bijvoorbeeld: lijmen en verdunners) die, naargelang de dosis, een bewustzijnsveranderd of verdovend effect kunnen hebben. 5. XTC en aanverwante die zowel een opwekkende als een bewustzijnsveranderde werking kunnen hebben. En ik ga het vooral hebben over deze eerste 3 groepen. ___________________________________________________________________________ 1. Cannabis Marihuana en hasj zijn afkomstig van de hennepplant (cannabissativa). Hennep wordt al duizenden jaren gebruikt als geneesmiddel. Eeuwenlang was hennep onmisbaar voor de wereldeconomie: de ijzersterke vezels kennen veel toepassingen. Het werkzame bestanddeel THC (tetrahydrocannabino) zit in de harsachtige laag waarmee de toppen van de vrouwelijke hennepplant bedekt zijn. De gedroogde en verkruimelde toppen van die plant noemt men marihuana ( ‘wiet’ ). Het ziet eruit als fijne tot grove thee en varieert in kleur van grijsgroen tot groenbruin. De harsachtige stof wordt bovendien op verschillende manieren van de plant losgemaakt en tot een lichtbruine, groenbruine en zwarte substantie samengekneed: dit is hasj ( ‘shit’ ), een product dat veel geconcentreerder is dan marihuana. a) De manieren van gebruik. Marihuana en hasj worden vaak vermengd met tabak gerookt ( ‘gesmoord’ ) in de vorm van een gerolde sigaret met een kartonnen filtertje ( ‘joint’, ‘stick’ ). Cannabis wordt ook puur gekocht in een joint of in een speciaal pijpje dat noemt chillum, in een waterpijp of met een verdamper. Cannabis wordt soms ook verwerkt in voedsel, bijvoorbeeld cake die dan space-cake wordt genoemd, in koekjes, in taarten of in drank, bijvoorbeeld thee die dan weer shit-thee wordt genoemd. b) Waarom gebruikt men marihuana en hasj Een belangrijke reden waarom mensen cannabis gebruiken, is het sociale aspect ervan. Marihuana of hasj roken in groep, met vrienden geeft een gevoel van samenhorigheid. Verder gebruiken mensen cannabis om zich goed te voelen en om zich te ontspannen. Anderen waarderen dan weer het effect van cannabis op hun zintuigen en creativiteit. En net zoals bij andere genotsmiddelen (denk maar bijvoorbeeld aan drank), gebruiken sommige mensen cannabis ook als een middel om hun problemen te ontvluchten. Bij jongeren, die graag experimenteren met levensstijlen, speelt de nieuwsgierigheid naar het effect van cannabis vaak een rol. Beginnen ze te werken of bouwen ze een gezinsleven uit, da, zetten ze meestal ook een punt achter hun cannabisgebruik. c) Wat doet het? Marihuana en hasj zullen meestal een bepaald gevoel of een bepaalde stemming versterken. Wie angstig of niet gelukkig is, kan zich dus nog slechter gaan voelen. Wie zich goed voelt zal waarschijnlijk een prettig gevoel van vrolijkheid ervaren. Men wordt gevoelig voor licht. Polsslag en ademhaling versnellen. Men kan ook klamme handen krijgen of een zwaar gevoel in armen en benen. Dat heet ‘stoned’ zijn. Gebruikers hebben vaak de indruk dat cannabis hun gedachtenwereld en fantasie stimuleert en hen een positieve kijk op de wereld geeft. Soms ontstaat de neiging om te lachen met onbenulligheden en krijgt men een hongerig gevoel met een sterke drang naar zoetigheden. d) Afhankelijkheid Lichamelijke afhankelijkheid: Het lichaam heeft zich aangepast aan de aanwezigheid van het middel; het stoppen of sterk verminderen van het gebruik kan dan samen gaan met lichamelijke ziekteverschijnselen. Geestelijke afhankelijkheid: *de drang om het middel te blijven gebruiken *De drang om na het stoppen het middel toch opnieuw in te nemen en het onvermogen dit niet te doen. Wie plots stopt met zwaar cannabisgebruik krijgt meestal geen lichamelijke ontwenningsverschijnselen maar kan zich wel rusteloos en vlug geïrriteerd voelen. e) Risico’s op korte termijn * duizeligheid en soms zelfs flauwvallen * vermoeilijkt het logisch denken en onthouden * verminderd concentratievermogen * slaperigheid * je hebt het gevoel dat alles vlotter gaat wat niet zo is * paniekaanvallen * neerslachtigheid * verwarring * rusteloosheid * verlengde reactietijd * bewegingsstoornissen * te hevig zijn (euforie) * minder opmerkingsvermogen * veranderingen in waarnemingen * doet bloeddruk dalen en hart sneller kloppen Deze effecten maken het onmogelijk om bijvoorbeeld veilig een voertuig te besturen. Ze kunnen zich dan niet concentreren op de baan, het vermindert hun rijvaardigheid en waakzaamheid. f) Risico’s op lange termijn • roken is slecht voor de gezondheid. Dat geldt ook voor cannabis roken. Een joint bevat veel meer teer dan een sigaret. Zelfs wie cannabis puur rookt (zonder tabak) krijgt veel meer teer binnen. Daarom loopt men kans op om een longziekte of hartproblemen te krijgen. Bovendien inhaleren de cannabisrokers de rook dieper, wat de schadelijkheid nog meer vergroot. • De teelt van cannabisplanten is illegaal en het is dus moeilijk na te gaan welke chemicaliën daarbij gebruikt worden. De resten daarvan kunnen in de marihuana en hasj terechtkomen. • Langdurig en veelvuldig cannabisgebruik vermindert het concentratievermogen, het geheugen en de leerprestaties. Na het stoppen kunnen deze problemen nog enkele maanden aanhouden voor ze verdwijnen. • Wie veel en vaak gebruikt, kan er geestelijk van afhankelijk worden. Dat betekent dat cannabis centraal komt te staan in de gedachten, de gevoelens en de activiteiten va de gebruiker en dat hij of zij het gebruik daardoor moeilijk kan stoppen. • Problemen en onvrede wegsmoren in plaats van problemen op te lossen en daaruit te leren kan een rem op de persoonlijke ontwikkeling betekenen. Bovendien bestaat het risico om sociaal geïsoleerd te raken. • Cannabisgebruik gebeurt vaak in gezelschap. De buitenwereld kijkt tegen een dergelijk groepsgedrag vreemd aan en veroordeelt het vaak. • Cannabisgebruik is nog steeds illegaal. Als iemand betrapt wordt door de politie, kan dat gevolgen hebben voor de werk-, school- of thuissituatie. • Door het feit dat cannabis illegaal is, zijn op plaatsen waar men cannabis kan kopen soms ook andere drugs voorhanden. De overgrote meerderheid van de cannabisgebruikers stapt echter niet over naar andere drugs. Nu ga ik hebben over een drugs van de tweede groep namelijk alcohol. 2. Alcohol a) Wat is alcohol Alcohol ontstaan door gisting van natuurlijke suikers die in granen en fruit zitten. De gistcellen zetten glucose om in alcohol. De alcohol die geschikt is voor ons consumptie wordt ethylalcohol (ethanol) genoemd. In pure vorm is het een reuk- en smaakloze vloeistof die bij het drinken een brandend gevoel geeft. De belangrijkste soorten alcoholhoudende dranken zijn: bier, wijn en gedistilleerde sterke dranken. b) manieren van gebruik Alcohol wordt meestal gebruikt in dranken, maar wordt ook in voedsel bijvoorbeeld in sommige sauzen, pralines of gebak verwerkt. c) waarom drinkt men alcohol Eenmaal men het drinken van alcohol gewoon is, drinkt men om verschillende redenen: omwille van de smaak, omdat het nu eenmaal de gewoonte is of om te ontspannen. d) Wat doet het? Het lichaamsgewicht en de vetmassa, drinken met volle of lege maag, de snelheid van het drinken en de stress of vermoeidheid op het moment van het drinken. Zijn allemaal factoren die mee bepalen of je sneller of trager dronken wordt. Zo komt het dat je door een kleine hoeveelheid alcohol toch gestimuleerd of ontremd kan voelen. Je kan dan stoutmoediger actiever of zelfs agressief worden, maar ook zorgeloos, rustig, kalm, slaperig, ontspannen, onverschillig, ………………… Als je meer drinkt vermindert je reactie vermogen. Je hoort en ziet minder scherp, maar je zelfvertrouwen neemt wel toe. Daardoor ga je soms meer risico’s nemen, bijvoorbeeld in het verkeer. Je wordt luidruchtig, soms baldadig en krijgt je gedachten nog moeilijk op een rijtje. Nog meer alcohol bemoeilijkt de controle over je bewegingen en verminder je coördinatievermogen. Lopen wordt wankelen, praten wordt lallen. Vaak kan je later helemaal niet meer herinneren wat je allemaal gezegd of gedaan hebt. Als je blijft doordrinken, worden ook de diepste structuren van de hersenen verdoofd. Daar ligt het stuurcentrum van de automatische spierbewegingen bijvoorbeeld ook van het hart en longen. Verdoving van dit stuurcentrum kan leiden tot coma en eventueel tot een hart- en ademhalingsstilstand. Dat kan de dood tot gevolg hebben. Als je alcohol gedronken hebt, kan je de dag erna last hebben van een ‘kater’: je voelt je moe en misselijk en hebt dorst. e) afhankelijkheid Lichamelijke afhankelijkheid: Betekent dat het lichaam zich heeft aangepast aan de aanwezigheid van het middel: het stoppen of sterk verminderen van het gebruik kan dan gepaard gaan met lichamelijke ziekteverschijnselen: de zogenaamde onthoudingsverschillen. Geestelijke afhankelijkheid: • de drang om het middel te blijven gebruiken en niet kunnen ophouden • de drang om na het stoppen het middel toch opnieuw in te nemen Wanneer je gewoon bent om veel alcohol te drinken kan er een lichamelijke afhankelijkheid ontstaan waardoor plots stoppen of sterk verminderen gepaard kan gaan met ontwenningsverschillen zoals beven, zweten, zenuwachtigheid, onrust, angst, braken en slapeloosheid. En levensgevaarlijke situaties ontstaan: een aanval van epilepsie of een dagenlange onrustige slaap of slapeloosheid, angstaanvallen, beven, hallucinaties, zweten, koortsaanvallen, versnelde hartslag en soms zelfs een coma. f) risico’s op korte termijn • Alcohol verwarmt niet. Alcohol verwijdt de haarvaten net onder de huid waardoor ze meer bloed kunnen vervoeren. Dit geeft wel een gevoel van warmte, maar in feite gaat er warmte uit het lichaam verloren, met als gevoel een gevaar voor onderkoeling. • Alcohol kan tekenen van vermoeidheid afremmen. Je hebt dan het gevoel dat je harder en langer kan werken of feesten dan je eigelijk aankan. • Alcohol kan roekeloosheid en agressie uitlokken en leiden tot waaghalzerij, vechtpartijen, maar ook tot opdringerigheid of ongewenste intimiteiten. g) risico’s op langere termijn Misbruik van alcohol kan op langer termijn in principe het ganse lichaam aantasten bvb. : • beschadiging van de lever, de pancreas en de hersenen • een ontsteking van slokdarm en maag, verhoogde bloeddruk, een verhoogd risico voor hart- en bloedvaten en beschadiging van de spieren en het zenuwstelsel • …………. Maar ook geestelijk kan er aangetast worden bvb.: • bij overmatig drinken slaap je slecht, vaak onrustig, minder lang en zeker niet verwikkend. Op termijn veroorzaakt het vaak ernstige slaapproblemen. • Wie lang alcohol misbruikt krijgt ook geheugenstoornissen, soms gelijken op vroegtijdige dementie. • Alcoholgebruik zorgt ervoor dat je je gedrag en emoties minder in de hand hebt. Op lange termijn kunnen echte karakterveranderingen ontstaan. Gevolgen zijn onder meer jaloezie, prikkelbaarheid, achterdocht, achtervolgingswaanzin, hallucinaties,… Alcoholmisbruik en depressies gaan heel vaak samen. • ….. Aan de sociale kant gaat er dan ook wel wat mis. Alcoholmisbruik kan leiden tot moeilijkheden in het gezin, relatieproblemen, financiële problemen, problemen op school, verlies van werk, ruzies met vrienden, sociaal isolement en geweld. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |