Boekverslag : Pieter Langendijk - Het Wederzijds Huwelijksbedrog
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1064 woorden.

Bibliografie
Eerste uitgave: 1714
Gelezen editie: Hertaalde versie Taal&Teken, Leeuwarden, 1997
Bezorger: H. Adema


Samenvatting
2. Feiten van het werk

opbouw: 2182 versregels, rijmschema aabb (soms onderbroken versregel, voorgedragen door 2 verschillende personages, maar wel het rijmschema keurig aanhoudend)
rijmschema: aabb, Alexandrijnen
taal: Nederlands, beschaafd
bron: schelmenroman Vermakelyke vryage van den kaalen Utrechtsen edelman, en de niet hebbende Gelderse juffer, met de Overysselse broodzoekende kamenier en den armen Franschen Lakey; seynde een ware geschiedenis, nu onlangs voorgevallen (1698, Timotheus ten Hoorn).
personages: vertoners
Lodewyk van Kaalhuizen (Poolse graaf van Habislouw), edelman, minnaar van Charlotte.
Jan (Baron van Schraalstein), verlopen soldaat, vriend van Lodewijk
Waard
Charlotte Adelpoort, adellijke juffer
Konstance, moeder van Charlotte
Klaar, meid van Konstance en Charlotte
Bode
Hans, vrijer van Klaar
Fop, broer van Klaar (monsieur le Poerlaroen)
Karel, zoon van Konstance, legerkapitein
Hendrik, winkelier
Joris, kleermaker
Sofie, vrouw van Karel

zwijgers
knecht van de waard
twee lakeien van Karel
twee/drie lakeien van Lodewijk en Jan
kruier

plaats: eerste en derde bedrijf in een straat in Utrecht (de maliebaan), voor de huizen van Konstance en de waard, die tegenover elkaar liggen.
tweede, vierde en vijfde bedrijf in een kamer in het huis van Konstance.
tijd: het verhaal begint voor het middaguur en eindigt om 21.00 uur.
titel: De titel verwijst naar bedrog omwille van geld, aanzien en een rijk huwelijk (dus niet: overspel)
type: hekelend en moraliserend intrigeblijspel/zedenblijspel, typerend voor het classicisme. Verwikkelingen staan centraal, nl. bepaalde zeden/ normen, opvoeding van het publiek.
motieven: geld, rijkdom, status, bedrog



3. Thema van het werk

Misplaatste trots en niets ontziende geldzucht. Ook: niets is wat het lijkt. Iedereen is uit op eigen gewin en iedereen is onoprecht. Als je niet oprecht bent, kun je ook niet verwachten dat de ander dat is. Geld maakt niet gelukkig, maar onoprecht. Ben wie je bent, dan word je gelukkig. Alle leugen komt uit.


4. Periode waarin het werk geschreven is

Bij de opkomst van dichtgenootschappen (sjieke genootschappen i.p.v. ‘volkse’ rederijkerskamers) is het gedaan met de Renaissance. In de eeuw van redelijkheid verliest ook het geloof veel invloed. Er komt een herwaardering voor strakke wetten. Gebruikte taal wordt heel helder. Ook veel vrouwen onder de lezers Classicisten richten zich naar de klassieken, die eenheid van plaats en tijd handhaafden. Ze hadden een strak keurslijf voor het maken van toneelstukken en dat volgen de classicisten nauwkeurig op. Voorbeelden zijn Corneille en Racine en Molière.
Wat niet in overeenstemming is met rede of ratio wordt verworpen. Genre werd geïntroduceerd door Nil volentibus Arduum, meer transpiratie (schaven tot het goed is) dan inspiratie.
Deze periode heet ook de pruikentijd (saaiheid, gebrek aan durf).


5. Gegevens over de auteur

Pieter Langendijk (1683-1756), geboren in Haarlem. Vader stierf toen hij 6 was. Onder de hoede van William Sewel in Amsterdam (Engels-Nederlands taalkundige). Opgeleid tot wever en patroontekenaar, ging zich op dichtkunst toeleggen en werd in 1721 factor (leider) van rederijkerskamer ‘De Pelicaan’ in Haarlem. Zijn fortuin ging verloren door een verkwistende vrouw en een verkwistende moeder. Armoedig bestaan tot 1749, mocht hij de geschiedenis van Haarlem beschrijven. Langendijk was doopsgezind en orangist.

6. Samenvatting van het werk

Eerste bedrijf: Lodewyk is teruggekeerd in Utrecht, in gezelschap van Jan. In Parijs hebben ze geprobeerd door vals te spelen aan geld te komen. Lodewyk is op de maliebaan verliefd geworden op een meisje en wil haar inpalmen. Met het weinige geld dat hij nog heeft, wil hij haar imponeren. Jan moet zich voordoen als een baron. Ze gaan naar een herberg toe die tegenover het huis van de geliefde ligt en nemen daar hun intrek. Charlotte, de dame in kwestie is al net zo erg en schept op straat op door Klaartje, haar bediende opdracht te geven allerlei dure etenswaren te kopen. Klaartje spot met haar. Broer Karel laat 1000 gulden brengen en laat weten dat hij onderweg is om zijn vrouw voor te stellen.

Tweede bedrijf: Charlotte maakt zich op om Lodewyk thuis te ontvangen en Klaar helpt haar daarbij. Zij bespot Klaar. Hans zal zich voordoen als monsieur le Poerlaroen, een juwelier en Fop zal zich voordoen als een van de pachters, ‘Kees’. Lodewyk koopt een valse ring bij de Poelaroen voor 800 gulden. Alles lijkt gesmeerd te lopen. Lodewyk en Jan verdwijnen omdat Jan zotte taal uit gaat slaan. Charlotte vindt een brief, ‘per ongeluk’laten vallen door Jan. In de brief staat dat Lodewyk nog geld tegoed heeft. Er is natuurlijk geen geld voor een bruidsschat, dus moet Charlotte Lodewyk verleiden en zich laten schaken.


Derde bedrijf: Jan vindt dat Lodewyk geld heeft verkwist voor de ring. De waard van de herberg denkt dat Charlotte een grote erfenis zal gaan krijgen van een Indische oom. Klaar wordt ingeschakeld om ervoor te zorgen dat Charlotte geschaakt zal worden. Zij heeft een brief van Charlotte bij zich waarin Ch. ‘zogenaamd’ afscheid neemt. Jan en Klaar flirten nog een tijdje en zoenen. Lodewyk schrijft een brief terug aan Klaar.

Vierde bedrijf: Karel, de broer van Charlotte, komt thuis. Hij vindt de brief van Lodewyk verdacht, maar gaat daarna zijn vrouw afhalen, samen met zijn moeder. Hans heeft ontdekt dat Klaar geflirt heeft, maar zij weet hem te kalmeren. Helaas voor hans komt Jan weer met gedichten enz. en palmt Klaar in. hans en Jan vechten en Jan wint en verscheurt de trouwbelofte van Klaar en Hans.

Vijfde bedrijf: Jan staat nog wat te kletsen met Klaar als Karel, Sofy en Konstance thuiskomen. Karel herkent jan als een deserteur. Hij gebruikt een list om Jan te ontmaskeren en die bekent alles van Lodewyk en hemzelf aan Karel. Lodewyk vertelt nu het hele verhaal en dan blijkt dat hij een broer is van Sofy. Sofy pleit voor haar broer, hij is immers een edelman, al heeft hij geen geld. Konstance heeft immers genoeg? Dan moet ook Karel vertellen dat hij gelogen heeft. iedereen heeft iedereen bedrogen, maar Lodewyk kan, via Karel, een officiersplaats krijgen in het leger en later toch met Charlotte trouwen.


7. Socio-culturele invloeden in het werk

Veel minder godsdienstige trekjes dan voorheen. Wel nog een vermaning dat je beter niet kunt liegen. Een echte zedenkomedie, volgens sommigen de enige achttiende eeuwse. Het zit goed in elkaar, de toeschouwer is de enige die vanaf het begin weet dat de personages elkaar belazeren. Degelijk stuk schrijfwerk, conform de eisen van Nil volentibus Arduum.

8. Waardering

cultuur-historisch: Zie punt 7. Als enige echte zedenkomedie een pronkstuk uit de achttiende eeuw. Minder puntig dan Vondel, minder briljant, toch een degelijk stuk werk.
didactisch: Mooie bewerking van ‘al is de leugen nog zo snel, de waarheid achterhaalt haar wel’. Spreekt jeugd wel aan, denk ik, al is het alleen al vanwege de luchtige toon. Er wordt niet zo zwaar getild aan de leugens, eind goed, al goed.
esthetisch: Door simpele, bijna hedendaagse taal, een goed leesbaar stuk. Het gedraaikont is vermakelijk, doet denken aan Lantings Theater van de Lach.


Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen