![]() |
Boekverslag : Willem Elsschot - Kaas
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2133 woorden. |
Auteur: Willem Elsschot Pseudoniem van Alfons de Ridder Titel: Kaas Druk van het boek: 28e druk Drukgegevens: 1997, Amsterdam, Uitgeverij Querido, uit de serie Salamander Klassiek. Jaar van eerste druk: 1933 Motivering Ik heb dit boek gekozen. Omdat mij de achterflaptekst wel aansprak. Ik ben in het boek begonnen en na anderhalf uur was het uit. Voor het eerst vond ik het best wel jammer dat het boek uit was, want ik zat er net lekker in. Ik vond het een heel mooi boek. Samenvatting I. Frans Laarmans werkt als klerk op het kantoor van de General Marine and Shipbuilding Company. Hij vertelt dat zijn moeder overleden is. Zij was oud en kinds ('grondig versleten'). Zij herinnerde haar man niet meer en herkende ook haar kinderen niet meer. II. Laarmans vertelt dat hij tot middernacht Pale-Ale heeft zitten drinken en kaarten. Toen hij in bed wilde stappen was zijn broer Oscar aan de deur, die vertelde dat zijn moeder op sterven lag. Zijn familie is in het huis van zijn moeder aanwezig. Na een uur is ze dood. Thuisgekomen is hij moe en zegt maar tegen z'n vrouw dat de situatie niet veranderd is. Op de begrafenis ontmoet hij Van Schoonbeke die hem uitnodigt om op bezoek te komen. III. De vrienden van Van Schoonbeke zijn rechters, advocaten, kooplieden en bezitten allen auto's. Laarmans wordt voorgesteld als 'mijnheer Laarmans van de scheepstimmerwerven'. Hij voelt zich daar niet thuis. Ze praten daar over zaken waar Laarmans niet over kan meepraten. Van Schoonbeke vraagt hem op een zekere dag om vertegenwoordiger in België van een grote Nederlandse firma te worden. Het handelt in kaas. IV. Op de tram naar huis voelt hij zich al een heel ander mens. Hij denkt na over het lot van klerken, die altijd nederig moeten zijn. Thuis gekomen probeert hij zo gewoon mogelijk te doen, maar zijn vrouwen zoon merken dat er iets aan de hand is.'s Avonds in bed vertelt hij het aan zijn vrouw. Laarmans wil al zijn baan bij de General Marine and Shipbuilding Company op zeggen maar zijn vrouw raadt hem dat af. Hij schrijft de volgende dag een brief naar de firma in Amsterdam en zal zich op kantoor ziek melden. V. Laarmans wordt voor de firma Hornstra algemeen vertegenwoordiger voor België en het Groothertogdom Luxemburg. Hornstra zal hem om te beginnen twintig ton volvette Edammer sturen. Laarmans krijgt vijf procent van de verkoopprijs, een vast salaris van driehonderd gulden per maand en vergoeding van reiskosten. In Antwerpen aangekomen gaat hij naar de wekelijkse bijeenkomst bij Van Schoonbeke, die hem nu voorstelt als 'mijnheer Laarmans, groothandel in voedingswaren'. Laarmans gedraagt zich veel zelfbewuster dan voorheen en de gasten nemen nu ook een andere houding aan. Van Schoonbeke laat Laarmans uit. 'Nu wij alleen in de gang stonden noemde hij kaas eenvoudig kaas. Boven waren het voedingswaren. Welnu ja, kaas is kaas. En was ik een ridder, ik voerde drie kazen van keel op veld van sabel. VI. Thuis lichtte hij zijn vrouw pas in na het eten. Zij leest het contract nauwkeurig en stelt vragen over de maandelijkse uitkering. Dit blijkt niet bedoeld te zijn als salaris maar als een voorschot op het eventuele commissieloon. Laarmans is geïrriteerd dat hij dat niet gezien heeft en probeert zijn vrouw te overbluffen door vreemde woorden te gebruiken. VII. Laarmans neemt geen ontslag op de werf maar zijn broer zorgt ervoor dat hij de komende drie maanden niet op hoeft komen te dagen. Hij lijdt aan 'zenuwen' en krijgt onbetaald ziekteverlof. VIII. Hij begint nu vol goede moed met het inrichten van zijn kantoor. Het kantoor komt in een kamertje in het huis naast de badkamer. Hij wil een firmanaam hebben voor op ~ijn briefpapier. Hij begint met de naam 'Kaashandel' en komt uiteindelijk uit op 'General Antwerp Feeding Products Association', afgekort GAFPA. De familie Laarmans krijgt ook telefoon. IX. Van Schoonbeke beveelt een notariszoon aan voor een eventuele associatie. Laarmans voelt daar niet zo veel voor. Thuis hoort hij dat de kaas aangekomen is. Iemand had gebeld maar niemand weet waar de kaas is. Ida was de naam vergeten. Er heerst een geprikkelde stemming. X. De volgende morgen belt iemand van het Blauwhoedenveem om te vragen waar de kaas moet blijven. Laarmans vraagt wat er gewoonlijk met Edammers gebeurt en de man zegt dat hij een lijst met kopers nodig heeft. Laarmans gaat naar de opslagplaats toe en laat de 10.000 kazen, verpakt in 370 kisten, opslaan in de kelders. Hij laat daar merken dat hij erg onervaren is. Eén kist laat de man thuis bezorgen, omdat de man van het veem meent dat hij monsters nodig zal hebben. XI. Thuis wil iedereen van de kaas proeven. Karel komt langs en vraagt of er al veel kaas verkocht is. Dat blijkt niet het geval te zijn en hij adviseert op te schieten met de verkoop. 's Avonds schrijft Laarmans een brief op Van Schoonbeke zijn schrijfmachine aan Hornstra. Hij neemt gelijk een halve kaas mee. Van Schoonbeke zegt dat hij ervoor zal zorgen dat Laarmans kandidaat wordt bij de aanstaande presidentsverkiezingen van de Vakbond van Belgische Kaashandelaren. XII. Laarmans zoekt de hele week de stad af naar een tweedehands schrijfmachine en bureau. Hij loopt niet graag door de stad, omdat hij bang is z'n collega's te ontmoeten. Hij koopt een bureau en huurt een schrijfmachine. Op de bijeenkomst bewondert iedereen de kaas. Laarmans belooft de kaas te leveren tegen de prijs van de groothandel. XIII. Laarmans bezorgt de kazen zelf. Het zijn er zeven en een half. Zijn broer rekent uit dat als dit in zo'n tempo voortgaat hij de kazen pas over dertig jaar verkocht heeft. Laarmans plaatst dan een advertentie om agenten aan te stellen. Hij krijgt ruim tweehonderd sollicitatiebrieven binnen. Op een middag staan er drie collega's van de scheepswerven op de stoep. Ze brengen een tric-trac spel met een zilveren plaatje met inscriptie erop. XIV. Laarmans stelt dertig agenten aan, die werken op commissiebasis. Hij drukt fraaie bestelbonnen maar er komen geen bestellingen. Hij besluit twee agenten te bezoeken. De ene man blijkt onbekend te zijn aan het opgegeven adres en de andere man zegt dat de kaaszaken hem niet interesseren. 'Ik begrijp er niets van. , XV. Laarmans is gekozen tot plaatsvervangend voorzitter van de Association Professionnelle des Négociants en Fromage. Hij moet verschijnen op het Departement van Handel met een deputatie onder zijn voorzitterschap. Men wil de verhoging van de invoerrechten ongedaan krijgen. Laarmans wil niet want hij is bang voor publiciteit. Als Laarmans daar zit met vier andere mensen in kaas nemen zij het woord. Op een gegeven staat Laarmans op en zegt , met luide stem 'Ik heb er genoeg van'. De directeur-generaal, geschrokken, verlaagt de invoerrechten met vijf procent en hetzelfde voor het volgend jaar. Daarna treedt Laarmans af. XVI. Hornstra belt dat hij langs zal komen om de verkochte kaaspartijen af te rekenen. Laarmans krijgt het benauwd, omdat er nog geen orders binnen zijn en gaat zelf op pad. Eerst neemt hij een korte les voor verkopers die moeite hebben met hun verkoop, waarover hij in de krant in gelezen. Met deze informatie gaat hij naar een comestibleszaak, na zich moed te hebben ingedronken in een café. Hij wordt ontvangen door de eigenaar die zegt hetzelfde beroep te hebben gehad als Laarmans. XVII. Thuis hoort hij dat Jan een hele kist heeft verkocht aan de vader van een vriendje. Laarmans bezorgt de kaas per taxi. Ida had het ook geprobeerd en wordt nu voor kaasboerin uitgemaakt op school. XVII. De zoon van de notaris zegt dat zijn vader bereid is de Gafpa-onderneming te 'commanditeren'. De zoon heeft een plan waarmee hij zijn vader kan oplichten. Laarmans antwoordt dat hij via Van Schoonbeke bescheid zal geven. Laarmans spijkert de kisten met kaas dicht die in de kelder stonden en brengt die per taxi terug naar Blauwhoedenveem. Hij denkt terug aan hoe hij die hele kaashandel heeft kunnen aannemen. Hij denkt dat hij te meegaand is, hij had de moed niet de aanbieding van Van Schoonbeke af te slaan. XIX. Laarmans wacht op de komst van Hornstra, maar besluit de deur niet open te doen. Hij stuurt het geld per brief en de kazen ligt veilig opgeborgen. Als Hornstra komt doet hij of hij niet thuis is. 'Maar ik moet naar de keuken. Mijn vrouw staat daar zonder iets te doen en kijkt ons tuintje in. Ik ga op haar toe en sluit haar in mijn armen. En als mijn eerste tranen op haar verweerd gezicht vallen, zie ik dat zij mij tegenweent. , ( ...) 'De kaastoren is ingestort. , XX. Laarmans wordt hartelijk ontvangen bij de General Marine. Hij beseft nu dat hij het daar eigenlijk best naar z'n zin had. XXI. Laarmans schrijft aan Hornstra dat hij niet door kon werken wegens gezondheidsredenen. Drie dagen later ontvangt hij alsnog een bestelbon voor vierduizend tweehonderd kilo van een ijverig agent. XXII. Van Schoonbeke belt Laarmans om te vragen waar hij blijft. Hij gaat woensdag weer , de notariszoon is ook aanwezig. Deze is niet sympathiek. XXIII. Laarmans bezoekt het graf van zijn ouders met een bos chrysanten, die hij zich liet aanpraten. XXIV. Over kaas wordt thuis niet meer gesproken. Mevrouw Laarmans is zo verstandig de volgende tijd geen kaas meer op tafel te zetten . 'Brave, beste kinderen. Lieve, lieve vrouw. Analyse Tijd en structuur . 1. Het boek heeft een informatieve opening. Je komt hierin te weten dat de hoofdpersoon zijn moeder is overleden en hoe. 2. Het verhaal wordt in een chronologische volgorde verteld. Je ziet het begin (de overname) van een kaasbedrijfje en het eindigt met het stoppen van het kaasbedrijf. 3. Het hele hoofdstuk 1 is eigenlijk een flashback. Je ziet het overlijden van de moeder van Frans Laarmans. En het begin van het verhaal, de ontmoeting met Van Schoonbeke, Waarmee alles is begonnen, de kaashandel. 4. In hoofdstuk 9 praten ze de hele tijd over een hoed. De dochter van Frans, Ida, heeft een telefoontje aangenomen van een koper voor Frans' kaas, zij weet echter niet meer wie dit was. In het volgende hoofdstuk begrijpt Frans in één keer 'al het gedoe met die hoeden', nl. het bedrijf dat zijn kaas wil kopen heet Blauwhoedenveem. 5. Het boek heeft een gesloten einde, Frans Laarmans is gestopt met zijn (mislukte) bedrijf en wil nooit meer kaas zien. Ruimte De belangrijkste plaats in het boek is Antwerpen, hier is het bedrijf van Frans Laarmans gevestigd. Ten tweede is Amsterdam ook belangrijk. Hier woont een kaashandelaar, Hornstra, waar Laarmans een aantal keren naartoe gaat. Brussel is ook een belangrijke plaats in het boek. Hier wonen een aantal agenten en de directeur- generaal van Frans Laarmans. Verhaalfiguren I& 2 In volgorde van belangrijkheid + karaktereigenschappen. Frans Laarmans: - Verlegen. Hij denk heel lang na voordat hij een besluit neemt. Bv. Wanneer hij kaas moet verkopen in een winkel, hij denkt heel lang voordat hij het besluit neemt naar binnen te gaan. - Soms niet al te vriendelijk, vooral tegen zijn vrouw. - Denkt niet door. Hij gaat heel erg veel tijd besteden aan de inrichting van zijn kantoor terwijl hij deze tijd beter kan besteden aan de verkoop van zijn kaas. Van Schoonbeke:- Een klein beetje achterbaks. Hij zegt Frans niet recht in zijn gezicht dat hij hem liever niet in zijn vriendenkring heeft, maar hij laat hem wel gewoon toe. - Daarentegen is hij wel weer aardig omdat hij Frans aan een baan helpt. - Vermogend. Hij heeft heel erg veel relaties. Mevr. Laarmans: -Verstandig. Frans doet net alsof ze niets weet, maar ze weet best wel veel. -Zorgzaam. Ze is heel goed voor haar kinderen. Karel Laarmans: -Voelt zich verantwoordelijk voor zijn 12 jaar jongere broer. Type, flat of round character. F. Laarmans: Round Character. Hij is het hele boek 'in the picture'. Je ziet hoe hij een bedrijfje opgebouwd en hoe deze mislukt. Van Schoonbeke:Type, dat van de harde zakenman. Mevr. Laarmans: Type, dat van de huisvrouwen de typische moeder . Karel Laarmans: Type, dat van de -oude broer, naar wie je moet luisteren. Contrasterende figuren N.V.T. Speaking names N.V.T. Titel De titel is Kaas. Deze is simpel te verklaren. Het gaat hier namelijk over het etenswaar waar het hele boek om draait. Symboliek Kaas: Dit staat in dit boek voor de mislukking. Motieven De 3 belangrijkste motieven: - Kaas, wat in dit boek voor mislukking staat. - Zakenwereld. In dit boek denkt de hoofdpersoon dat het niet zo moeilijk is het in de zakenwereld te maken. Aan het einde van het boek weet hij dat dit toch wel iets anders ligt dan wat hij dacht. - Familieleven. In dit boek staat het familieleven ook behoorlijk centraal, ondanks de opzet Van het kaasbedrijf gaat het gezin van de familie Laarmans gewoon door . Thema 1. De droom. 2. De droom van de hoofdpersoon is het zakenleven. Hij probeert zijn droom tot werkelijkheid te maken, maar dit lukt hem niet. Waardeoordeel Ik vond het boek “kaas” van Willem Elsschot een leuk boek om te lezen. Dit heeft er vooral mee te maken dat het een vrij eenvoudig boek is en dat er toch, zonder dat het er te dik bovenop ligt veel humor in voorkomt. Deze humor wordt vooral “veroorzaakt” door de hoofdpersoon, Laarmans. Dit is een nogal klungelig persoon die nooit goed nadenkt voor hij wat doet en ook een angsthaas is. Als hij bijvoorbeeld een winkel binnen wil om daar zijn kaas te verkopen, durft hij niet omdat hij bang is dat ze hem uitlachen. Ook durft hij nooit een winkel uit te gaan zonder iets te kopen, dus komt hij soms met de meest nutteloze dingen thuis. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |