Geen meiden aan boord Auteur : Johan Ballegeer Thema : - Hoofdfiguur: Marjanne ( later als Jan Puis)
- Bijfiguren: Maarten Legein, de hond Kloefus
Vertelperspectief: - De schrijver zelf geeft inlichtingen over de personages. (bij Marjanne)
- Personage A geeft info over personage B (bij de bijfiguren)
Soorten figuren : Hoofdfiguren : - Marjanne is de dochter van een schipper die gestorven is op een Yslandvaart. Bij haar thuis zijn ze heel arm en om aan eten te komen moet Marjanne gaan stropen en smokkelen. De gendarmes krijgen lucht van haar onzuivere praktijken en komen Marjanne zoeken. Om aan de gendarmes te ontsnappen en toch geld in het laatje te brengen monstert ze aan op een Yslandvaarder ( een schip).
Daar en geen meiden aanboord mogen van zo’n schip vermomt ze zich in haar vermiste neef Jan Puis. Algauw raakt ze zéér goed bevriend met de stuurman Maarten Legein en vertelt ze aan hem haat geheim, dat ze een meisje is. Maarten beschermt haar tegen de andere mannen die er ook gauw achter komen dat ze ene meisje is en haar willen aanranden en dergelijke meer. Ondanks het woeste leven aan boord raakt ze alsmaar beter bevriend met Maarten en als ze behouden en wel terug in de haven aankomen, met ook nog de grootste vangt ooit, begint ze een relatie met Maarten. Eigenchappen van de figuren : Innerlijk : - Marjanne :- ze is heel dapper
'Uw dochter wordt gezocht voor stropen en smokkelen' - ze weet wat ze wil' ik ben groot genoeg om te doen wat ik wil' ze denkt vooral aan wat goed is voor de mensen met wie ze samenleeft.
'ik moet wel gaan varen, anders heeft mama geen geld om eten te kopen' - Maarten : - medelevend
'ik vindt het jammer jouw situatie thuis' Uiterlijk : - Marjanne : rood haar, kleine bortjes, struis gebouwd.
- Maarten : stoer, struis sterk.
|