Boekverslag : Felix Timmermans - De Zeer Schoone Uren Van Juffrouw Symforosa
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 335 woorden.

Felix Timmermans – De zeer schoone uren van juffouw Symforosa (novelle)





Het verhaal bestaat uit 9 stukjes en speelt zich af ong. tussen maart 1917 en september 1917 in Lier

1. De druivelaar

2. Pasen

3. De Kruisweg (een weg waar schilderijtjes elk onder een ‘schaliën’ daksken hangen, hier en daar aan huizen/kerk vastgespijkerd

4. Processie

5. Afscheid

6. Herinnering

7. Druiven

8. Winter

9. Beeweg



Hoofdpersonages: - Symforosa (begijntje)

- Martienus (hovenier)



Nevenpersonages/ personages waar geen karakterbeschrijving over wordt gegeven: -juffrouw Pel, juffrouw Muyshondt, blinde begijn Wittenbroodt(samen 14 begijntjes)

- onderpastoor

- pastoor

- meesteres

- 3 novices



Hovenier:

 Martienus, neef van de onderpastoor

 Werkt nog maar enkele maanden op Begijnenhof

 +- 25jaar

 Woont alleen in een huisje in de‘t Hellestraat



Korte samenvatting 1ste verhaal(pag. 7- 35):



Symforosa voelt iets voor de hovenier (Martienus), een verlangen in het Begijnenhof.

Hij werkt er nog maar enkele maanden.

Op een bepaald ogenblik gaat Martienus op retrait naar Antwerpen (Klooster bij Turnhout)

Na zijn thuiskomst passeert Symforosa voorbij zijn huis in ’t Hellestraat en ze babbelen even met mekaar, maar weten niet goed wat zeggen. (de één wordt rood)

Martienus verteld haar dat zijn oom hem naar Antwerpen stuurt (hij zou broeder worden bij de Bruine ‘Paterkens’), Symforosa is triest.

De processie is het de voorlaatste dag eerdat hij vertrekt.

In afscheid schuift Symforosa een briefje onder Martienus deur, met de boodschap dat hij om ‘acht uren’ aan het Begijnenhof moet zijn.

Als het ogenblik is aangebroken durft ze hem niet te vertellen dat ze iets voor hem voelt (ook al is ze begijntje en mag ze geen partner hebben); “hij verstaat haar niet”.

Op een avond als de begijntjes het bekende gansenspel aan het spelen zijn, begint één van de begijntjes over een wonder heiligenbeeld in Antwerpen. Na enkele dagen mag Symforosa met de trein naar ginder gaan om te gaan bidden in het klooster waar Martienus verblijft.

Ze bidt en bidt, maar ze ziet maar geen Martienus. Teleurgesteld verlaat ze het klooster, maar plots staat hij in zijn pij voor haar, ze is dolgelukkig.

”Symforosa heeft Martienus bemindt om hem te huwen, maar nu ze hem heeft gezien in zijn pij en dit geestelijke geluk is dit allemaal weggevaagd”.

Dolgelukkig gaat ze in de regen terug huiswaarts door de velden.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen