![]() |
Boekverslag : - De Visie Over De Dood Bij Het Hindoeïsme
Ingezonden Door:
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 701 woorden. |
Het doodgaan betekent het bevrijden van het aardse dat slechts tijdelijk is, ook maakt het niet helemaal niet gelukkig, de mens zit door de wet van het karma gevangen. De dood is volgens het hindoeïsme niet het tegenovergestelde van leven. Dood en geboorte zijn twee zijden van de kosmische cyclus van het leven. Het hoogtepunt van die cyclus is de bevrijding. Zoals de hoogeerwaarde Satguru Yogaswami van Sri Lanka leerde: « Door af te komen van verlangens kan men in alle opzichten een eind aan geboorte maken. »De hindoes worden keer op keer geboren en dan verliest de mens zijn vrees voor de dood in het licht van de bedevaart van de ziel naar eeuwigheid. Veel hindoes vinden het niet leuk meer om steeds dood te gaan, ze willen zo snel mogelijk één worden met Brahman. Als je steeds wedergeboren wordt heb je weer een nieuw leven, en leven is lijden. Het lijden in je leven komt van de dingen die je in je vorige leven hebt gedaan. Het blijft maar doorgaan totdat je in de hoogste kaste terecht komt en je van je levenscyclus verlost raakt. De Overgang genaamd Dood: Iedereen wordt uiteindelijk met zijn sterfelijkheid geconfronteerd. Voor hindoes is dit geen angstig vooruitzicht. De hindoes zien als levenstaak om op weg te gaan naar de eenheid met God/het Goddelijke dat eeuwig is en echt blijvend geluk inhoudt. Karma en reïncarnatie doen het onvermijdelijke natuurlijk lijken. Een heilige troostte : « De dood is net als in slaap vallen en geboorte is als het ontwaken uit die slaap ». Andere wijzen spreken blij over de dood als bevrijding van gebondenheid, als terugkeer naar onze Bron. De ziel, zeggen de Veda’s, is onsterfelijk. Maar voor alle zielen komt op het moment van het grote vertrek een visioen als een tunnel van licht met aan het eind wezens van goddelijke aard. Menigeen die een bijna-dood-ervaring heeft gehad, heeft zulke ontmoetingen bevestigd. Die ontmoetingen bevestigen wat het hindoeïsme altijd geleerd heeft, dat de dood een zalige, met licht gevulde overgang is van de ene toestand naar de andere, zo simpel als het veranderen van kleding, volkomen tegengesteld aan de sombere, soms helse alternatieven die sommigen vrezen. Een hindoe wiens dood nadert, werkt vlijtig om alle zaken van zijn leven te beëndigen, het toegewezen deel van zijn totale karma dat hij in deze geboorte onder ogen moest zien en oplossen. Als de dood komt terwijl er zaken onafgemaakt zijn, is er wellicht nog een leven nodig om dat karma te vervullen. Dus ziet men een ouder wordende hindoe naar vriend en vijand gaan en liefde, hulp en zegen geven, werkend aan het oplossen van conflicten en verschillen, verontschuldigingen aanbieden en alle verplichtingen vervullend. In het ideale geval voert hij zelf zijn laatste wil uit en verdeel zijn bezit en plichten onder zijn erfgenamen en liefdadigheidsinstellingen. Wetende dat een bewuste dood ideaal is, mijdt de hindoe overmatig gebruik van medicijnen en bedwelmende middelen. Hij onthecht zich meer naarmate de dood nadert, wetend dat geen verlies geleden wordt als hem iets vrijwillig wordt opgegeven maar alleen wanneer het met geweld van ons wordt weggenomen. Hij is dankbaar voor het leven, maar niet boos of bang voor de dood. Sterven lijkt enigszins op in slaap vallen. Wij allen hebben de dood vele malen in vorige levens ervaren. Het astrale lichaam scheidt zich van het stoffelijke, net als in de slaap. Het verschil is dat het zilveren koord dat de twee bindt op het moment van de overgang breekt en het punt markeert waarop geen terugkeer mogelijk is. Traditioneel cremeren hindoes hun doden voor een snellere, vollediger bevrijding van de ziel. Begraven hetgeen de gebondenheid bewaart, is in het algemeen verboden. De crematie is ook geen overwegend treurige gebeurtenis, na de plechtigheid kan er weer gewoon worden doorgegaan met het leven want de overledene komt goed terecht in het volgende leven. Herdenkingen van sterfdagen worden Bevrijdingsdagen genoemd. Deze wordt voor heiligen eerder gevierd dan herdenking van geboortedagen. Tot op zekere hoogte dienen de begrafenisriten de ziel mede te delen dat hij in feite gestorven is. Het is mogelijk dat een gedesoriënteerde ziel niet begrijpt dat hij aan de andere zijde is en dicht bij het stoffelijk niveau blijft hangen. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |