Boekverslag : Anoniem, - Karel Ende Elegast
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 735 woorden.

Een voorhoofse ridderroman

‘Vraaie historie ende al waar mag ik u tellen, hoort ernaar.
Het was op ene avondstonde dat Karel slapen begonde t’ Ingelhem op den Rijn.
’t Land was algader zijn; hij was keizer ende koning mede.
Hoort hier wonder ende waarhede, wat den koning daar gevel (dat weten nog die menige wel) t’ Ingelem, aldaar hij lag, ende waande op den anderen dag
krone dragen ende houden hof, omme te meerne zijnen lof.
Zo luiden de eerste regels van een van de meest gelezen voorhoofse ridderromans, Karel ende Elegast. Het zijn lange zinnen, maar ze houden maar weinig in. Het enige wat in deze regels inhouden, is dat dit verhaal, dat in vroegere tijden verteld werd door een minstreel, zeker waar is en dat Karel de Grote in Ingelheim lag te slapen, in afwachting van de hofdag van de volgende dag.
Zoals je misschien al hebt gemarkt aan bovenstaand stuk, wordt alles erg duidelijk en meestal dubbel verteld. Dit is omdat men deze teksten vroeger niet las, ze werden namelijk voorgedragen door een minstreel, een hofzanger.
Voor de luisteraars wordt vooral in dit stuk van het verhaal spanning opgewekt. Er wordt zeker drie maal gezegd dat het verhaal waar is, en daardoor worden de verwachtingen van de luisteraars hoog gespannen.
Dan begint het verhaal pas echt, Karel wordt in zijn slaap door een engel geroepen te gaan stelen, komt in het bos Elegast tegen, gaat met hem stelen, ontdekt dat zijn zwager hem wil vermoorden en verhindert dat.
Dit klinkt natuurlijk erg vreemd, want waarom zou een koning nou weer gaan stelen. Dat is een zaak van middeleeuws bijgeloof, pas toen de engel Karel drie keer had gezegd te gaan stelen, ging hij echt. Dat is omdat het getal drie verwees naar de Goddelijke Drie-eenheid. Dan nog vond hij het vreemd, maar hij moest wel.
In het bos komt Karel Elegast tegen. Elegast was geheel in het zwart gehuld. De koning werd er bang van, hij dacht dat het de duivel was. Zwart was namelijk het teken van de duivel. De zwarte ridder vroeg de koning om zijn naam, maar de koning zweeg. Ook de zwarte ridder zei zijn naam niet. Ze begonnen een gevecht. De verliezer moest zijn naam zeggen.
Het gevecht had een speciale reden. In de middeleeuwen stond het bos tegenover de stad. De stad was in cultuur gebrachte grond waar de feodale wetten geldden. De hoogste man, onder God, was de koning, de leenheer. Hij had ondergeschikten, zijn vazallen. Deze waren weer de leenheren van andere vazallen. Allen waren wederzijds aan elkaar verplicht. Het bos was echter wetteloos en structuurloos. De feodale wetten geldden niet en iedereen was gelijk aan een ander. Er moest gevochten worden om de plaats van de hoogste.
Dit gevecht duurde erg lang en was erg spannend. Beide waren goede ridders. De uiteindelijke winnaar was Karel. Elegast gaf zijn naam. Karel was erg verbaasd. Lang geleden had hij Elegast verbannen, maar daar had hij toch spijt van. Hij gaf zelf een valse naam op en stelde voor bij zichzelf te gaan stelen. Elegast wilde dat echter niet, hij zwoor nog steeds trouw aan de koning. Ze gingen toen stelen bij de zwager van de koning, een gemene man. Daar hoorde Elegast dat hij en zijn kornuiten Karel op de hofdag wilden vermoorden. Hij vertelt dat aan zijn maat met wie hij aan het stelen is. Dit is een erg toevallige gebeurtenis, voor mijn gevoel net iets te toevallig, maar het moet wel zo om het verhaal logisch te maken.
De volgende ochtend laat Karel zijn zwager oppakken, maar die protesteert. Hij weigert te bekennen. Dan laat Karel Elegast halen, die het bewijs vormt tegen zijn zwager en hem tot een gerechtelijk tweegevecht uitdaagt en van hem wint. Het gerechtelijk tweegevecht was in de middeleeuwen een rechtsmiddel. Niet de sterkste ridder zou winnen, maar degene die de zegen van God kreeg, daarom vertrouwde Karel er ook op dat Elegast zou winnen.
Elegast wordt na dit gevecht weer geaccepteerd door de koning en mag met de vrouw van zijn zwager trouwen. Er is dus een happy end aan dit verhaal, dat er erg goed bij past. Een simpel verhaal zonder veel diepgang, goed te begrijpen voor het hele volk, daar hoort echt zo’n einde bij.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen