Boekverslag : Herman Koch - Red Ons, Maria Montanelli
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1100 woorden.

I. Eigen mening



Vooraf



Al voor dat ik dit boek las had ik er vrij veel over gehoord, en ik verwachtte er dan ook best veel van. Toen ik begon te lezen was mijn eerste reactie ook wel positief, maar aangezien het boek de hele tijd hetzelfde door gaat en erg zeurderig is, had ik er al snel genoeg van.



1. Onderwerp



Het onderwerp vind ik op zich wel grappig. Het is op zich wel leuk om te lezen hoe iemand zich echt overal tegen af zet. De dood van Jan Wildschut vind ik eigenlijk nogal flauw. Het boek was leuker geweest als er helemaal niks was gebeurd, want een gebeurtenis bedenken om zo’n boek om heen te schrijven werkt niet echt uit.



2. De gebeurtenissen



De gebeurtenissen in dit boek stellen niks voor. Zoals ik al hierboven al zei, de gebeurtenissen hadden beter weggelaten kunnen worden, dan was het boek nog echt origineel geweest ook. Tijdens het hele boek had ik het gevoel dat de schrijver de gebeurtenissen er alleen maar in heeft gezet omdat hij dat vond horen en niet het lef had om ze helemaal weg te laten.



3. De opbouw



De opbouw is makkelijk en overzichtelijk. Het boek is in feite een grote terugblik, maar dit is vanaf het begin af aan al duidelijk en levert dus geen problemen op.



4. Taalgebruik



In het boek komen nauwelijks dialogen voor, en de dialogen die er zijn zijn kort en simpel. Het taalgebruik is simpel, en je vraagt je bijna af of de schrijver wel volwassen was. Maar aangezien de hoofdpersoon een puber is, komt dit wel realistisch over.



5. De personages



De personages zijn geen van alle erg sympathiek, en hebben me dan ook op geen enkele manier beïnvloedt.

II. Analyse en interpretatie



1. Algemeen



Titel: Red ons, Maria Montanelli

Schrijver: Herman Koch

Jaar van eerste uitgave: 1989

Genre: Roman

Periode: Moderne tijd.



2. Samenvatting



De ik-figuur is een jongen van rond de zestien. Hij woont in een buurt waar hij een hekel aan heeft. Zijn vader is arts, zijn moeder huisvrouw. Zijn moeder komt uiteindelijk te overlijden, en dan trekt zijn vader in bij zijn vriendin, die hij al had toen zijn vrouw nog leefde. De verteller komt alleen in het huis te wonen, en krijgt van zijn vader honderd gulden per week. Op het Montanelli Lyceum wordt op een dag een geestelijk gehandicapte jongen bij de verteller in de klas geplaatst. Het is een jongen die in de zomer en in de winter met een dikke jas, wanten en een sjaal loopt. Als hij eet loopt het kwijl uit zijn mond, en zitten de broodkruimels nog in zijn mondhoeken. In het begin heeft de verteller niet zo’n hekel aan de jongen, Jan Wildschut. Maar uiteindelijk blijkt dat hij wordt voorgetrokken door de leraren. Geen enkele leraar heeft kritiek op hem(behalve de geschiedenisleraar), en dit buit Jan Wildschut dan ook behoorlijk uit. Tot ergernis van de ik-figuur en zijn twee vrienden. De verteller vertelt dan ook dat hij de jongen graag een helpende hand had willen toesteken, maar hem nog liever voor z’n ‘bek had geslagen’. De verteller vertelt over de verschrikkelijke buurt. Hoe hij droomt dat het luchtalarm afgaat en er vliegtuigen overkomen die de hele buurt met de aardbodem gelijk maakt. Net als in de Tweede Wereldoorlog, toen ook de buurt werd gebombardeerd. En de school vindt hij ook verschrikkelijk. Alles wordt voor de leerlingen voorgekauwd, en alles moet leuk zijn. Schoolreisjes heten werkweken, er waren klassenleraren, en geen cijfers maar beoordelingen. Het rapport bestond niet uit cijfers, maar uit goed, voldoende, onvoldoende, slecht. En de meest gruwelijke herinneringen heeft hij aan zijn Engels leraar die dacht educatief te doen, door honderd keer Alice in Wonderland voor te lezen. Op een dag krijgt de verteller een strookje, waarop hij kan kiezen wat hij gaat doen tijdens de werkweek. Hij kiest de meest normale(naar zijn smaak): een fietsweek door het land. Tijdens deze tocht ergeren ze zich weer groen en geel aan Jan Wildschut, die ook ging fietsen. Wanneer de ik-figuur met zijn twee beste vrienden een stuk zijn vooruit gefietst, zien ze een grote lange brug over een grote rivier, waar veel binnenschepen over varen. Ze gaan op de rand staan, voor de lol. Plots komt Jan aanfietsen. Hij is ook voor de groep uitgefietst. Hij gaat ook op de rand staan. Maar plots doet Jan Wildschut een stap naar achteren en valt naar beneden, de rivier in. Hij verdrinkt. De gymleraar, de man met de beste conditie, doet niets en geeft alleen maar aanwijzingen. Niemand doet wat. Op het Montanelli Lyceum worden hij en zijn vrienden als hoofdschuldigen gezien. Ze worden niet direct van school gestuurd, maar met kerst moeten ze wel van school, omdat ze het jaar, gezien hun resultaten, toch niet zouden halen.







3. Plaats en tijd



Het verhaal vindt plaats in de moderne tijd. De plaats speelt een grote rol in het verhaal, vooral het Montanelli Lyceum. De hoofdpersoon heeft immers een grote hekel aan zijn school en zijn buurt en daar draait het hele boek eigenlijk om.



4. Opbouw



De schrijver maakt gebruik van een "ik-perspectief”. Het hele verhaal wordt eigenlijk terug verteld door de hoofdpersoon, wat op zich wel leuk is om te lezen. Verder verloopt het boek gewoon rechtlijnig, en is makkelijk te lezen.



5. Personages



De hoofdpersoon in dit boek is een ongeveer 16 jarige jongen die erg ontevreden is met zijn leefomgeving. Jan Wildschut is een zwakbegaafde jongen die gretig gebruik maakt van de overdreven zorg van zijn omgeving. Verder heeft de hoofdpersoon nog twee goei vrienden: Erik, een kind van beroemde ouders die ongeveer dezelfde persoonlijkheid heeft als de hoofdfiguur, en Gerard, die ietwat banger is uitgevallen.



6. Thema en motieven



Volgens mij is het thema in dit boek dat hoe erg je je ook tegen je omgeving afzet, je er toch altijd een deel van zult blijven.



7 Periode



Moderne tijd, in het boek komen moderne elementen aan de orde.



III. Conclusie



Hoewel de schrijfstijl in Red ons, Maria Montanelli in zekere zin wel grappig is, is dit boek naar mijn mening toch niet echt geslaagd. Dit komt vooral doordat in de hoofdfiguur in het begin steeds dingen zegt als “toen pestte ik hem nog niet” en dan opeens is Jan Wildschut dood. Het moment waarop de hoofdpersoon Jan Wildschut wel pest ontbreekt, wat het boek heel raar maakt. Ook vind ik het hele verhaal nogal zeurderig overkomen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen