Boekverslag : Anoniem, - Esopet
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 866 woorden.

?, Esopet





Boekbeschrijving





bewerker.................. H. Adema


titel.......................... Esopet


ondertitel................. Tekst en vertaling


druk......................... Eerste druk


uitgever....................Taal & Teken, Groningen


aantal pagina’s.......... 73 bladzijden


indeling..................... Inleiding, 67 fabelen





Boekbeschrijving (origineel)





auteur....................... Anoniem


titel........................... Esopet


jaar van eerste druk.. Ergens in de 14de eeuw


aantal versregels........ 1565


indeling..................... Inleiding, 67 fabelen





Samenvatting





Het is nogal onhandig om Esopet samen te vatten, aangezien het bestaat uit 67

onafhankelijke fabels. Het begint met een inleiding waarin de schrijver vertelt dat hij,

ter ere van de Heer, de lezers wil vertellen over de aard van de mensen. Hij doet dit aan

de hand van dieren, die kunnen praten. Je moet echter niet luisteren naar de woorden, maar

naar de boodschap.





Een voorbeeld van de fabelen is fabel nummer twee. Hierin drinken een wolf en een lam

op twee verschillende plaatsen uit eenzelfde rivier: de wolf boven- en het lam

benedenstrooms. De wolf zegt vervolgens dat het lam het water vervuilt, wat dus niet waar

is. Het lam ontkent uiteraard en de wolf eet hem voor straf op. De moraal is hier dus, dat

een gemeen mens altijd wel een reden vindt om de goeden kwaad te doen.





Op deze manier gaan alle in Esopet vertelde fabels.





Thema





Veel mensen zijn slecht, maar je moet juist het goede zien.





Titelverklaring





‘Esopet’ is afgeleid van de naam van de schrijver Aesopus (zesde eeuw voor

Christus). Dit is mogelijk de oorspronkelijke schrijver van de fabelen. De oude Grieken

zagen Aeopus als de bedenker van het concept ‘fabel’.





Analyse





Personages:





Daar de bundel uit 67 onafhankelijke fabelen bestaat zijn er geen duidelijke personages

te onderscheiden. Het woord fabel zegt echter al dat het om dierenverhalen gaat. Er is in

de verhalen wel een duidelijk aard van alle dieren te herkennen:





Wolf: de wolf is in elk verhaal waar het in voorkomt gierig en listig. Het is een vals

dier dat overleeft dankzij zijn slechtheid. Vaak komt echter boontje om zijn loontje en

krijgt de wolf zijn rechtmatige straf.





Haas: de haas speelt vrijwel nergens een hoofdrol, maar meestal de bijrol van een

angstvallig wezen.





Pauw: de pauw is een trots dier, en het is alom bekend dat trotsheid ten val komt, dus

ook de pauw krijgt vaak zijn verdiende loon.





Wouw: de wouw speelt vrijwel aldoor de rol van een slecht, gemeen wezen, waarvoor men

goed moet uitkijken, als men niet belazert wil worden.





Lam: het lam is het meest onschuldige dier dat in de bundel voorkomt, wat hij nogal

eens met de dood moet bekopen. Daar blijkt uit dat de braven vaak het slachtoffer zijn van

de slechten.





Hond: de hond is een onderdanig schepsel, dat als voorbeeld wordt gebruikt voor allen

die té onderdanig zijn. Af en toe wordt de hond echter ook gezien als hebberig wezen.





Leeuw: ondanks het feit dat de leeuw de koning is, is hij erg gemeen, waarvoor hij

meestal wordt teruggepakt.





Slang: dit is een gemeen en listig dier. Bovendien is hij ook erg ondankbaar.





Perspectief:





Alle fabels zijn geschreven in meervoudig personaal perspectief.





Tijd:





Er wordt geen enkele tijdsaanduiding gegeven, dus het lijkt logisch om het te plaatsen

in de tijd, waarin het geschreven is: de veertiende eeuw. Het is echter zo, dat het om

fabels gaat waarbij tijd totaal onbelangrijk is. Het gaat om de boodschap. De meeste

fabels duren niet lang. Meestal duren ze even lang als de verteltijd, dus niet meer dan

een paar seconden. Alle fabels zijn chronologisch.





Ruimte:





Er wordt nauwelijks aandacht geschonken aan de ruimte. Daar waar dat wel gebeurt, gaat

het om beeldvormende ruimte, ter illustratie van de betreffende fabel.





Beoordeling





Ik vond het een geweldig boek. Dit kwam vooral door de eenvoud van de verschillende

fabels. Het moet heel moeilijk zijn geweest om in zulke korte stukjes de moraal weer te

geven. Het is echter wel goed gelukt. Het is zelfs zo simpel weergegeven, dat het zo nu en

dan komisch werd. Toch ben ik er van overtuigd dat het niet komisch was bedoeld. Erg

opvallend vond ik wel, dat in enkele fabels een andere moraal werd gegeven dan ik van

tevoren had gedacht. Zo sterft er een ezel in de 67e fabel, omdat hij erg werd geslagen.

Vervolgens wordt er van zijn vel een trommel gemaakt, waar nog veel harder op wordt

geslagen. Ik dacht zelf dat de moraal was, dat je je ezel niet te hard mocht slaan, omdat

je hem dan kwijtraakt. Dit is echter niet zo, want de moraal is dat de ramzalige die hier

zo leeft en het in het hiernamaals nog slechter krijgt, onder een slecht gesternte werd

geboren. Dit vond ik een rare conclusie. Er zijn nog enkele afwijkende moralen, zoals de

nummers 17, 21 en 25.





Informatie over boek en schrijver





De bundel Esopet is aan ons overgeleverd in een uit de veertiende eeuw daterend

handschrift. Dit manuscript maakt deel uit van een in de Leidse Universiteitsbibliotheek

aanwezig verzamelhandschrift. Aangenomen wordt dat het ons bekende veertiende-eeuwse

handschrift door een afschrijver is gekopieerd naar een dertiende-eeuws origineel, dat

verloren is gegaan. Over de schrijver van Esopet is niets met zekerheid bekend. Op grond

van verschillen in taalgebruik en verteltrant wordt wel verondersteld dat Esopet het werk

van twee auteurs is. Jacob van Maerlant noemt in zijn Spieghel Historiael Calstaf en

Noydeken als auteurs van de fabelbundel, maar het is heel goed mogelijk dat hij hiermee

doel op een andere, niet bewaard gebleven, bewerking van de fabels van Aesopus.





Deze Aesopus werd in de middeleeuwen (en ook nog wel daarna) beschouwd als de

oorspronkelijke schrijver van de fabels. Hij zou geboren zijn rond 550 v. Chr. in

Phrygië, maar er wordt tegenwoordig betwijfeld of hij wel ooit bestaan heeft. Het is

logischer de oorsprong van Esopet te zoeken in de Indische fabelcultuur.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen