Boekverslag : R. Schoemans - Flavius Ontvoerd
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 630 woorden.

Het echt gebeurd verhaal neemt je mee naar het Rome van het jaar 168. Marius, 13 jaar, is de zoon van Flavius, een steenrijke groothandelaar in bouwmaterialen. Als het marmer voor de bouw van paleizen en tempels steeds moeizamer uit Noord-Afrika aankomt, neemt Flavius een besluit :hij gaat er zelf een kijkje nemen. En Flavius moet mee, want zo leert hij het beroep. Flavius wil ook Scorpus gaan zoeken die 200.000 sestertiën leende, maar niets meer van zich laat horen. Flavius en Marius vertrekken in het geheim vanuit hun huis aan de haven Ostia met 3 bedienden: Drievinger, een Darciër, Vetbol, de bediende van Marius en een Galliër en Vicus, de secretaris van Flavius. Aan boord bevinden zich ook Aurelia, een 15 jarig meisje en haar tante Emilia die op weg zijn naar de vader van het meisje.



Op zee wordt het schip overvallen door kapers en Flavius wordt meegenomen.



In de haven Thabraca wacht Antonius, hun makelaar in Afrika hen op. Daar blijkt dat hun hele reis door Vicus verraden werd toen hij de passages ging boeken en dronken werd. Iedereen was dus van hun komst op de hoogte.



Antonius zorgt ook voor onderdak voor Emilia en Aurelia zodat zij later in het gevolg van de makelaar kunnen meerijden tot Simutthu



Ijsoog, een Germaan en slaaf van Antonius laat onze vrienden weten dat de makelaar met Scorpus wil onderhandelen over het lot van Flavius. Zij geloven de slaaf omdat hij ook een christen is net zoals Vetbol. Antonius wil na Flavius ook Marius doden om de marmerhandel over te nemen. De groep vertrekt meteen naar Simitthu en trekt zelfs ‘s nachts door de gevaarlijke bergen. Onderweg horen ze van een stalknecht dat Scorpus met zes lijfwachten en een gevangene onderweg is naar Simutthu. Bij een vriend van Ijsoog, de beeldhouwer Gaius komen ze te weten dat Scorpus bij een Romeinse boer ten westen van Simutthu logeert en dat er een gevangene in de kelder opgesloten zit.



Deze Romeinse boer blijkt de vader van Aurelia te zijn die nu in een herberg logeert met haar tante omdat haar vader niet wil dat zij op de hoogte geraken van zijn smerige zaakjes. Bij de boerderij kunnen Scoirpius en zijn gevolg ontsnappen terwijl de boer ruzie maakt met zijn schoonzuster. Enkele lijfwachten vluchten over de rivier, maar Scorpus, 4 bewakers , de gevangene , de boer en Antonius vluchten over land. Ze hebben afgesproken in een bordeel in Thugga. Gans Thugga wordt bewaakt, maar onze vrienden verzinnen een list om de stad binnen te geraken. Gaius gaat als gast van Marcius, een rijke burger, om een portretbuste te maken en laat Marius als zijn zoon met zijn slaven volgen.



In het bordeel zijn Scorpus, de boer, Antonius en 3 bewakers aanwezig, de vierde bewaker bevindt zich met de gevangene in de stal. Ons team bevrijdt Flavius en de ordemacht valt het bordeel binnen om de schurken aan te houden.



Antonius blijkt de aanvoerder te zijn maar het geld van Flavius blijkt verdwenen. Drievinger verdenkt Vicus die in de haven gebleven is en als ze naar hem toe gaan om hem te spreken staat hij klaar met Emilia om de boot te nemen naar Rome. Ze blijken elkaar reeds lang te kennen en zijn in het bezit van de juwelen van Flavius en zijn geld en worden aangehouden, veroordeeld en terechtgesteld. Emilia’s schoonbroer en Antonius moeten als dwangarbeiders stenen hakken in de marmergroeve. Flavius kreeg als schadevergoeding de hoeve in Simitthu en de zaak van Antonius. Ijssog wordt rentmeester op de hoeve en Aurelia en haar moeder mogen op de hoeve blijven wonen. Vetbol wordt de secretaris van Flavius en heet voortaan Titus en Drievinger blijft Drievinger maar wordt na de dood van Flavius een vrij man. Marius moet weer naar huis de lessen gaan volgen bij zijn Griekse leraar.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen