![]() |
Boekverslag : Anoniem, - De Reis Van Sinte Brandaan
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1626 woorden. |
1. Zakelijke gegevens a. Auteur: is niet bekend, anoniem. b. Titel: De reis van Sinte Brandaan, Uitg. Meulenhoff B.V., Amsterdam, 1980,284 blz. (eerste druk 1949, oorspronkelijke druk ± Twaalfde eeuw) c. Genre: Reisverhaal. 2. Eerste reactie: a. Keuze: Ik heb dit werk uitgekozen, omdat de titel me aansprak. Bij deze titel kon ik me wat voorstellen. Ik vind verhalen van reizen meestal ook boeiend om te lezen. b. Inhoud: Leuk boek met veel gebeurtenissen. Niet allemaal even geloofwaardig, maar dat maakt het wel grappig en boeiend. Ik lees het denk ik nog wel een keer. 3. Verdieping: a. Samenvatting: Sint Brandaan gaat op reis om een boek te schrijven over allerlei gebeurtenissen op zee. Hij moet dit als straf omdat hij het oude boek in het vuur heeft gegooid. Hij neemt een paar hulpjes mee. Hij beleeft allerlei avonturen, zoals: hij vindt het hoofd van een heidense reus, hij vindt een vis die op een eiland lijkt, hij bezoekt een klooster waar monniken hemelse spijs genieten, hij vindt midden op zee een kluizenaar op een rots. Dan komt hij aan op een Paradijseiland, waar een gouden burcht op lag. Daar stal een van de monniken een teugel op aanraden van de duivel. Opnieuw vinden ze een kasteel, nog mooier. Weer op zee halen de duivels de teugeldief. Gelukkig werd Gods medelijden gewekt door Brandaan en de duivels brachten de teugeldief weer terug in de boot. Daarna beleven ze nog veel meer avonturen. Dan vind Brandaan dat hij genoeg geschreven heeft en zet koers naar huis, in Ierland. Dan krijgt hij een ontmoeting met Judas, die uitlegt dat hij straf heeft gekregen van God. Alleen zou hij overmorgen in de hel worden geworpen. Brandaan bad voor hem en God gaf Judas een extra dag. De volgende morgen kwamen de duivels op hem op te halen, maar Brandaan gaf hem mee, omdat hij klaar was met Judas. Daarna kwamen ze weer bij een mooi kasteel. De mensen daar zeggen God te hebben gezien, Brandaan weerlegt dit. Dan komen ze nog een mannetje tegen die de zee op wil meten. Uiteindelijk komen ze aan bij het einde van de wereld. Ze laten het anker loden, maar het blijft vastzitten. Ze snijden het door en varen terug, omdat het boek vol is. Brandaan legde het boek op het altaar. God beloonde hem en hij werd opgehaald door Sint Michaël. Op zijn graf bouwde de mensen een grote kathedraal om eeuwig aan hem te kunnen denken. b. 1. De schrijfstijl: Een groot gedicht opgebouwd in kleine verhaaltjes, die steeds een hoofdstukje vormen. Met normale rijm: eerste en tweede regel, dan derde en vierde regel en dan vijfde en zesde enz. 2. De ruimte (plaats en tijd): Het verhaal speelt zich grotendeels af op zee, het is niet belangrijk welke zeeën. Af en toe gaan de heiligen even op land om iets te bekijken. Het speelt zich af in de Middeleeuwen, dit zie je aan de kennis van de mensen. Ze denken dat je van de aarde af kan vallen, dat er allerlei duivels zijn op zee en dat er rotsen zijn op zee, waarop allerlei mensen zitten. 3. De verhaalfiguren: Het is moeilijk aan te geven wat de belangrijkste personen zijn. · Allereerst natuurlijk: Sinte Brandaan. Wijs man, die alleen soms even uit z'n vel springt. Verder bidt hij veel voor allerlei mensen, die het moeilijk hebben. Ook is hij moedig, omdat hij een gevaarlijke reis begint en zich in allerlei avonturen stort. · Dan zijn er nog wat bijpersonen, zoals de monnik die de teugel stal. · De duivel, die steeds mensen verleidt en spullen af probeert te troggelen. Ook is hij gewelddadig en ligt steeds overhoop met God en Brandaan. · Alle mensen die Brandaan tegenkomt natuurlijk ook: Judas, de kluizenaar, het mannetje dat de zee op wilde meten en nog veel meer. Deze mensen zijn meestal alleen belangrijk voor de nodige humor en avonturen van het verhaal en soms voor het thema. 4. De situaties: Het verhaal begint met een informatieve opening, waarin uit wordt gelegd wat Brandaans opdracht was. Dan wordt elk hoofdstukje (niet genummerd) een nieuw avontuur beschreven. Hier tussen staat dan een witregel. Het eindigt dan met een gesloten einde. Brandaan sterft en wordt begraven. 5. De vertelwijze: Het verhaal is auctoriaal geschreven, alwetend. De lezer weet alle gedachten van ieder die beschreven wordt. c. Thema: Dit was best lastig te vinden. Ik denk dat het de bedoeling was van de schrijver om een leuk verhaal te schrijven, waarin het probleem is dat de duivel een strijd heeft met God. Daarvoor gebruikt hij de mensen. Zo raakt men in de problemen. Dit zie je goed bij de geschiedenis van de teugeldief en bij Judas. De titel is daarom de reis van Sinte Brandaan over de wereld en de reis van zijn leven met God en de duivel. d. 1. Het is niet duidelijk wanneer het werk voor het eerst gepubliceerd is, waarschijnlijk in de twaalfde eeuw, mondeling verteld aan allerlei mensen in Ierland, later is het verhaal op papier gezet. 2. De schrijver is onbekend, misschien heeft Brandaan het zelf geschreven, als hij tenminste echt heeft bestaan. 3. Geschreven in de Middeleeuwen, vooral voor de geestelijkheid, maar ook voor het volk geschreven. 4. Niet van toepassing. 5. Niet erg goed te beoordelen, omdat er weinig verhalen van die tijd zijn. De kennis die men tot dan toe had blijkt wel, zoals het geocentrische model, het ophouden van de aarde en dat er allerlei duivelse dingen zijn op de grote zee. Daaruit blijkt wel dat het verhaal in de Middeleeuwen ontstaan is. 4. Beoordeling: 1. Positieve werking: De manier hoe Sinte Brandaan toch altijd rustig en geduldig is spreekt me erg aan, dat is bijzonder knap. Ik vind het ook mooi als men terugslaat op dingen die uit de bijbel komen, ze worden wel eerbiedig beschreven. 2. Sterkste passage: Als de duivels de teugeldief komen halen en de strijd tussen God, de duivels, Brandaan en de teugeldief begint. Dit wordt mooi beschreven en mooi opgelost. 3. Negatieve werking: Er zijn weinig echt saaie stukken. Maar als je aan het lezen bent, denk je wel eens "wanneer komt er weer iets leuks". Er worden dan wel dingen beschreven maar dat zijn saaie stukken, waarin er weinig opwindends gebeurt. 4. Vergelijken met boek of film: Helaas kan ik deze opdracht niet doen, omdat ik verder geen verhalen uit de Middeleeuwen gelezen heb en dit boek ook niet verfilmd is. 5. Themabeoordeling: Niet echt sterk thema, daar gaan veel boeken over. Wel aardig geprobeerd uit te werken, maar het spreekt voor onze tijd niet echt meer aan. Eigenlijk is het een soort preek, waarin de schrijver oproept goed op te letten op je levensweg. 6. Taalgebruik is niet moeilijk, niet makkelijk. Het verhaal is herdicht door Bertus Aafjes op een knappe manier, maar nog wel lastig te verwerken. Soms moet je twee keer kijken voordat je het begrijpt. 7. Mooi boek, knap geschreven met een aardig thema. Jammer dat het soms wat saai is. Het is natuurlijk niet altijd even geloofwaardig, maar dat is niet hinderlijk, misschien juist wel grappig. 8. Ik kan het aanraden om eens te lezen om een beeld te krijgen van de Middeleeuwen. Je kunt namelijk goed zien wat mensen bezighield en door de dichtvorm kun je zien hoe ze schreven in die tijd. 9. Ik heb gezocht op Internet naar een recensie, maar heb er geen kunnen vinden. Daarom is de opdracht lastig te doen. A19. Ga het boek na op werkelijkheidsgehalte: wat is levensecht en wat niet? Geef ook de argumenten. Het is duidelijk dat het boek niet waargebeurd kan zijn. In de beleving van ons nu kunnen een heleboel dingen nooit zo geweest zijn, zoals het einde van de wereld, rotsen in zee een paradijselijk eiland, Judas die nu nog steeds leeft en zo nog veel meer dingen. Ik kan me wel goed voorstellen dat mensen wel in bepaalde dingen geloofden, zoals paradijseilanden en geesten van mensen die rond bleven zweven op zee. Draken en duivels die je aanvallen en proberen te bedriegen. Er waren ook allemaal wilde verhalen over hoe de wereld er aan de zijkant uit zou zien. De schrijver heeft allerlei processen beeldend willen beschrijven, zoals de strijd tussen de duivels en God. Dat vind ik wel mooi aan dit boek. Er zijn toch nog een heleboel mensen die de heilige Brandaan als beschermheilige hebben. Ook de vuurtoren op Terschelling is naar hem genoemd: de Brandaris. Hij is de beschermheilige van de vissers in Ierland en Groot-Brittannië, maar ook in Nederland en België. Ik vind dat het boek niet werkelijker moet worden beschreven. Het past gewoon heel goed bij die tijd om zo te schrijven en te vertellen. Het zou zonde zijn dit te veranderen. A28. Vergelijk de hoofdpersoon uit het begin van het verhaal eens met dezelfde persoon aan het einde. Zie je verschillen? Is er iets bereikt of geleerd? De hoofdpersoon is natuurlijk Sinte Brandaan. Het is een goede sint, woont in Ierland aan de kust. Maar op een dag begaat hij een zonde. Hij gooit namelijk een boek in het vuur. Als straf moet hij het boek opnieuw schrijven. Dan moet hij wel weten wat er in stond. Daarom moet hij op zee alle avonturen weer beleven. Hij gaat vol goede moed aan het werk en wapent zich goed. Maar het gaat anders dan hij gedacht had. Hij krijgt veelvuldig te maken met tegenslagen, zowel van natuurkrachten als van menselijke of goddelijke krachten. Dit laatste verandert hem erg. Hij leert dat veel mensen ook maar zondig zijn en dat ze dan ook zwaar gestraft kunnen worden. Maar ook dat God genadig is als je oprecht berouw hebt. Hij leert veel van andere culturen en ziet ook dat weldaad niet alles is. Ook dat God je leven leidt en dat Hij je zo kan laten omkomen als dat in zijn plan hoort. Hij is tevreden met het voltooien van zijn opdracht en kan in vrede sterven. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |