![]() |
Boekverslag : Anoniem, - Beatrijs
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 691 woorden. |
Dit verhaal gaat over een vrouw, Beatrijs. Zij was een non, ze was de kosteres van het klooster. Zij luidde de kerkklok, zorgde voor de verlichting, wekte alle kloosterlingen en nog veel meer. Ze was een welgemanierde non. Maar er was een probleem, ze was verliefd. De jongeman en Beatrijs zijn jeugdliefdes. Vanaf hun twaalfde jaar beheerste de liefde hen. Beatrijs liet een bode een brief brengen naar de jongeman en vroeg hem te komen. Toen besloten ze er samen vandoor te gaan. Beatrijs knielde nog voor Maria neer en legde haar uit dat ze onmogelijk een non kon blijven. Ze legde haar kloosterkleren op het Maria-altaar en hing de sleutel van de sacristie (kamer waar alles wat voor de altaar-dienst nodig is bewaard wordt) voor het Mariabeeld. Dan zou iemand die langs loopt de sleutels wel vinden. Toen verlieten Beatrijs en de jongeman het klooster en het land. Ze reden weg op een paard totdat het licht werd. De jongeman had veel geld en mooie dingen meegenomen. Dat ge-bruikte ze om in leven te blijven. Ze kregen twee kinderen en het was allemaal heel leuk. Maar na zeven jaren was het geld op. Toen gingen ze de spullen verkopen maar dat was ook al snel op. Ze kon niet spinnen om de kost te verdienen en hij wilde nog liever dood dan dat hij om brood zou gaan bedelen. Door de armoede verbrak de jongeman zijn belofte altijd bij haar te blijven en ging weg. Nu was ze alleen met twee kinde-ren. Om in leven te blijven vernederde ze zichzelf tot de prostitutie en zo verdiende ze zeven jaar lang de kost voor haar en haar twee kinderen. Toen na totaal veertien jaar kreeg Beatrijs zo'n berouw dat ze nog liever dood ging dan haar lichaam nog langer voor de zonde uit te lenen. Ze vroeg aan Maria of zij haar helpen wilde, omdat zij élke dag toch nog gebedjes zei voor Maria. Beatrijs dwaalde elke dag met haar kinderen, levend van aal-moezen, door de steden. Toen ze 's avonds ergens voor onderdak aanbelde, deed er een weduwe open. Ze kón haar niet wegjagen dus mochten ze daar blijven. De weduwe woonde vlakbij het klooster waar Beatrijs vroeger woonde. Voorzichtig stelde ze een paar vragen over het klooster en zo kwam ze tot de ontdek-king dat niemand in het klooster wist dat zij veertien jaar geleden weg was gegaan. Ze hadden haar niet gemist. Toen Beatrijs 's avonds aan het bidden was viel ze in slaap. Ze kreeg een visioen waarin een stem zei dat ze terug moest gaan naar het klooster en dat haar kleren er nog hingen en dat alles nog hetzelfde was. Beatrijs geloofde het niet helemaal en vroeg of ze die boodschap nog twee keer mocht horen En dat gebeurde. Toen besloot Beatrijs 's nachts weg te sluipen en haar kinde-ren bij de weduwe te laten, daar zouden ze het immers beter hebben. Toen keerde ze terug naar het klooster en merkte dat de deuren wagenwijd voor haar open stonden, haar kleren nog op het Maria-altaar lagen en de sleutel nog voor het Mariabeeld hing. Ze prees God en dankte Maria, want Maria had in de veertien jaar dat ze weg was haar taak over genomen zodat niemand merkte dat Beatrijs weg was. Nu is het verhaal bijna afgelopen. Er zijn namelijk nog twee problemen. De weduwe waar de kinderen verbleven was heel erg arm en kon de kinderen niet goed meer onderhouden. De weduwe besloot naar de abdis te gaan. Zij zei dat de weduwe goed voor de kinderen moest zorgen en dat zij de onkosten zou vergoeden. Beatrijs hoorde via via dat het goed ging met haar kinderen en was daar heel blij om. Allen was ze nog gekweld in haar zonden. Toen er op een dag een abt in het klooster was biechtte ze al haar zonde op en vertelde het hele verhaal. Hij begreep haar en gaf haar absolutie. Hij nam haar twee kinderen mee naar een Wil-hel-mietenklooster waar de kinderen twee hele vrome mensen werden. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |