Boekverslag : Clara Asscher-pinkhof - De Danseres Zonder Benen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2184 woorden.


Zakelijke gegevens


Uitgever: Uitgeverij Leopold N.V.

Negende druk1970

325 bladzijden

Het boek is een typische oorlogsroman. Het gaat over Carla Asscher Pinkhof zelf. Ze heeft de oorlog meegemaakt, en ze beschrijft wat er met haar is gebeurd.

Eerste reactie


Ik heb dit boek gekozen omdat mijn moeder zei dat het een heel mooi boek was, en ik oorlogsboeken vaak ook mooi vind, en graag lees.

Ik vind het echt een heel erg mooi boek! Ik heb nu echt het idee dat ik Clara Asscher Pinkhof ken. Ze beschrijft zo goed wat ze heeft meegemaakt en haar gevoelens (ze stopt voordat het langdradig wordt) Ik vind het heel indrukwekkend dat een vrouw eerst haar man verliest, en er dan alleen voorstaat met zes kinderen, en dan in de oorlog in een vreselijk kamp komt, en ze eigenlijk alleen van een kind (Roza) weet dat ze veilig is, om dat die in Palestina zit. En als ze in Palestina aankomt, hoe ze dan eigenlijk weer overnieuw moet beginnen met leven. Ze kan geen eigen buskaartje kopen, ze kan eigenlijk niks zelf meer. Dat vond ik heel erg. Omdat je ook weet dat het echt gebeurd is. Het heeft me ook geraakt hoe haar kinderen met elkaar omgingen. Die kinderen hadden eigenlijk geen vader nodig, ze waren zo goed voor elkaar, en de oudste zoon, die zo goed voor zijn moeder zorgde, vond ik echt ontroerend.

Verdieping


Clara Asscher Pinkhof verteld zelf, ze verteld in de ikvorm, ze beschrijft wat zij zelf heeft meegemaakt. Het is dus een autobiografie

Hoofdpersoon: Clara Asscher-Pinkhof.

Ze is dromerig, houdt veel van kinderen en is lerares. Ze werd geboren in Amsterdam en had een goede relatie met haar vader die arts was. Met haar moeder kon ze minder goed opschieten. Na de dood van haar man Avraham heeft ze een opmerkelijke relatie met de dood. Ze is er niet bang voor, maar ziet de dood alleen maar als een brug tussen haar en Avraham.

Avraham:

Hij is de man van Clara en was de jongste van een gezin met 12 kinderen. Zijn vader is thoraschrijver; hij schrijft boekrollen die in de synagogen gebruikt worden. Toen Avraham rabbijn werd, ging de grootste wens van zijn ouders in vervulling. Zelf was hij liever landbouwer in Palestina geworden, maar zijn ouders wilden dat een van hun zoons rabbijn zou worden. Avraham kan goed leren, dus hij werd rabbijn. Hij is heel ernstig en perfectionistisch. Verder heeft hij een groot plichtsgevoel. Daarom verwaarloost hij later ook zijn ziekte. Ook houdt hij veel van kinderen.

Kinderen van Avraham en Clara:

Eli en Menachem, de tweeling: de eerste kinderen van Clara en Avraham. Eli is nuchter en praktisch en heeft een groot verantwoordelijkheidsgevoel. Menachem is juist dromerig: een filosoof en musicus. Eli doet heel veel voor hem, waardoor hij steeds onpraktischer wordt. Eli trouwt met Flory, Menachem met Tamar. Menachem en Tamar overleven de WO2 niet. Jitschak, de derde zoon. Ook hij is dromerig. Hij wordt meubelmaker omdat hij een beroep wil hebben waar Palestina later iets aan zal hebben. Hij overleeft de oorlog niet. Meier is de vierde zoon. Hij is nuchter en een denker. Meier wordt chemicus en trouwt met Vera. Roza is het eerste dochtertje van Clara en Avraham. Ze is zacht en lief en offert zich graag op voor anderen. Daarom is ze geknipt voor het beroep dat ze later uitoefent: kinderverpleegster in Palestina. Ze zag ook beter dan de anderen dat de oorlog dit keer Nederland niet voorbij zou gaan en vertrekt al in 1939 naar Palestina.

Fieke is de jongste en wordt daarom wel verwend. Ze verdient haar brood later met tekenen en illustreren van boeken.

Mindeltje:

Het meisje dat helemaal alleen in Westerbork aankomt. Haar ouders zijn al in Palestina en Clara zorgt ervoor dat ook Mindeltje daar veilig aankomt. Mindeltje is 4 jaar; ze is heel erg lief en heeft blond haar en blauwe ogen.

Dit zijn de belangrijkste personen die in het boek voorkomen.



Clara Asscher Pinkhof woont in Amsterdam. Ze wordt onderwijzeres, want ze houdt heel veel van kinderen. Ze ontmoet daar ook Avraham, waar ze later mee trouwt. Haar man wordt rav (opperrabbijn) in Groningen. Ze verhuizen daarheen. Ze krijgen 6 kinderen. Maar Avraham krijgt pijnaanvallen, maar hij werkt gewoon door. Hij wordt erg ziek, en moet naar Amsterdam voor onderzoek. Ze sturen hem door naar Zwitserland om daar te rusten. Maar als Clara hem gaat opzoeken, weet ze dat ze hem voor het laatst gaat zien. En dat is ook zo, want haar man overlijdt daar. Haar man heeft nog net hun jongste dochtertje gezien.

Nu moet Clara alleen een gezin met 6 kinderen onderhouden. Ze gaat boeken schrijven, en houdt lezingen om geld te verdienen. Haar kinderen groeien op, en het zijn hele lieve kinderen (zo’n beeld krijg ik) Als de oorlog uitbreekt hoort ze dat in Amsterdam leraressen tekort zijn op een jodenschool, ze gaat erheen met haar jongste dochter (Fieke) om daar les te gaan geven. Haar andere dochter (Roza) gaat naar Palestina. Haar zonen blijven in Groningen. Clara werkt ook in de Schouwburg om de gevangen genomen joden te verzorgen, en hen bij te staan. Dat behoedt haar nog voor deportaties. Fieke, die nog bij haar woont, duikt ook onder, en 2 zonen van haar trouwen, omdat ze denken dat dat hen behoedt voor deportaties. Maar dat blijkt niet waar te zijn.

Bij een razzia wordt ook Clara opgepakt. Ze wordt naar Westerbork gedeporteerd. Vandaar uit gaat moet ze naar Bergen-Belsen. Omdat haar dochter in Palestina woont, krijgt ze Palestina-papieren. Ze komt uiteindelijk in het uitwisselingskamp van Bergen-Belsen, waar Duitsers joden uitwisselen tegen Duitse krijgsgevangenen. Zij en haar moeder en Mindeltje (dat is een weesmeisje, haar ouders wonen al in Palestina, Clara wil haar zelf aan haar ouders terugbrengen) horen daarbij. Ze mogen dus naar Palestina. Daar ontmoet ze Roza weer. Ze gaat nog een keer terug naar Nederland om de mensen te bedanken die haar zonen hebben laten onderduiken, of hebben opgenomen. Als ze weer terug gaat, heeft ze een eigen staat om naar terug te keren: Israël.

Ook Fieke komt naar Palestina, en Eli en zijn vrouw en hun kindje komen ook.

Maar als ze later alleen woont, zonder kinderen in de buurt, voelt ze zich alleen en mist ze Avraham.

Het eerste gedeelte van het boek speelt zich af in Nederland. Eerst als Clara in Amsterdam woont, later als ze met Avraham in Groningen gaat wonen, maar ook in het kamp Westerbork. Later speelt het zich af in Bergen-Belsen, een concentratiekamp. Vandaaruit gaat ze naar Palestina. Het laatste gedeelte van het boek speelt zich daar af.

Het verhaal speelt zich af in de vorige eeuw, vanaf ca. 1900 tot ca. 1950. Er verloopt dus ongeveer 50 jaar. Het verhaal wordt niet chronologisch verteld. Er komen wel tijdsprongen in voor, meestal over een paar dagen/weken/maanden

Onderzoek verhaaltechniek


Dit boek is een autobiografie, ze schrijft op wat ze heeft meegemaakt. Ze schrijft in het boek dat ze het haar goed doet om dingen op te schrijven. Toen ze in Westerbork was, moest ze eigenlijk ook schrijven, maar ze had geen pen en papier. Toen ze later in Palestina was, moest ze dat verhaal wat ze in Westerbork in haar hoofd kreeg op schrijven. Dat boek heet ‘sterrekinderen’

Het is in de ikvorm geschreven

Het boek speelt zich in nogal wat verschillende plaatsen af. Allereerst in Amsterdam waar Clara opgroeit, waar ze Avraham vindt en waar ze in WO2 woont. Verder in Groningen, waar Avraham rav was en Clara ook na zijn dood blijft wonen. In WO2 komt Clara eerst in Westerbork en later in Bergen- Belsen terecht. In Palestina woont ze in Jeruzalem en in een kibboets.

Er komen natuurlijk heel veel situaties in voor. Want ze beschrijft haar hele leven zowat. Maar ze beschrijft de situaties goed, en je kunt heel makkelijk het boek volgen. Het is niet zo’n boek zoals bijvoorbeeld ‘de aanslag’ waar je haast niet doorheen komt, omdat je echt bij elke bladzijde heel goed moet nadenken, en je ook geen bladzijde kunt overslaan, omdat je dan het verhaal niet meer snapt.

Het vertelwijze is niet echt moeilijk. Af en toe kom je wat oud-Nederlandse woorden tegen en Joodse termen. De Joodse termen worden verder niet uitgelegd, wat wel eens lastig is.

Thematiek


Het thema van dit boek is hoe een Joodse vrouw de Tweede Wereldoorlog overleeft en laat zien hoe je verder kunt leven als het belangrijkste instrument om je te uiten van je is weggenomen.

Motieven zijn

De motieven zijn: De dood, zionisme, liefde, angst, verdriet, oorlog, lesgeven, jodenvervolging, het Jodendom.

De titel is ‘danseres zonder benen’ de titel komt van een droom. In 1936 droomde Clara Asscher-Pinkhof: ze zag een danseres zittend in wolken van tule die haar benen verborgen. Met heel haar lichaam drukte ze echter een dans uit. Haar ogen, handen, armen, vingers, alles deed mee. Deze droom liet haar eerst niet los. Ze voelt dat er een boek geboren wordt, maar dat wil ze helemaal niet. Uiteindelijk vergeet ze de droom. Jaren later, in 1954, beseft Clara opeens dat zij die danseres zonder benen is. Toen haar man stierf werd het belangrijkste instrument tot geluk en om zichzelf te uiten, ontnomen. Toch drukte ze zich uit in alles wat ze nog over had, ze danste zonder benen.

Plaats in literatuurgeschiedenis


Dit boek heeft in de tijd natuurlijk wel een plaats, maar ik denk niet dat het beïnvloedt is door een bepaalde stroming. Want ze schrijft gewoon op wat ze heeft meegemaakt, en ze schrijft het zo, als zij het ingegeven krijgt. Het is daarom ook niet een aparte steil (denk ik).

Ze heeft ook andere boeken geschreven: ‘sterrekinderen’ en ‘van dezelfde’, we hebben thuis ook dat boek ‘sterrekinderen’, ik heb hem nog niet gelezen, maar dat ga ik zeker nog een keer doen. Ik kan het boek dus nog niet vergelijken. Maar mijn moeder zei dat het boek er heel veel opleek.

Beoordeling


Ik vind het heel moeilijk om een element uit te kiezen, omdat ik er zoveel ontroerend vond. Maar ik vond het vooral ontroerend toen ze uit het kamp naar Palestina mocht reizen. Ze had die dag nog tegen vrouwen in haar barak gezegd dat ze zo graag nog een keer aan een gedekte tafel wilde eten, en nog een keer in een eigen bed overnachten. En toen ze in die trein naar Palestina zat, kreeg ze dat ook echt nog. En als ze in Palestina aankomt, hoe ze eigenlijk weer moet leren om te leven. Dat ze gewoon een paar weken eigenlijk niks kan doen.

Het sprak mij heel erg aan, toen Clara en haar moeder naar het station werden gebracht om op de trein naar Palestina te worden gezet, er iemand van de gevangenen tegen hun zei dat ze door moesten lopen. En de SS man die naast hen liep zei toen: ‘misschien kúnnen ze wel niet sneller lopen.’ Dat was dezelfde man, die eerder een oude vrouw op de appèl plaats had laten doodgaan, haar medegevangenen vroegen of ze naar de ziekenbarak mocht worden vervoerd, omdat ze niet meer kon staan. Toen zei die SS man dat ze daar moest blijven staan. Toen is die vrouw overleden. Clara schreef in haar boek dat zoiets kwam omdat die man toen onder zijn collega’s stond, en niet durfde toe te geven, maar als zijn collega’s niet in de buurt zijn, hij opeens in een mens verandert.

Eigenlijk heeft geen 1 element op mij een negatieve werking. Als Clara haar gevoelens beschreef, dan deed ze dat kort, of in elk geval niet zolang dat het langdradig wordt. Ik had eigenlijk nergens in het boek zoiets van ‘he, moet dat nou’, of ‘dat kon ook anders’. Ik vind het een geweldig boek!

Je kunt dit boek natuurlijk met andere boeken vergelijken. Het was heel grappig, toen ik dit boek als, en Clara in Jeruzalem is, herkende ik sommige stukken uit boeken van Bodie Thoene. Zoasl bijvoorbeeld die overval vlakbij het ziekenhuis waar haar dochter werkte. Dat beschrijft Bodie Thoene ook, en hoe dan de Engelsen veel te laat komen om tussenbeide te komen.

Dit boek heeft me echt heel erg aan het denken gezet. Als ik in haar plaats was, dan zou ik die kampen echt niet overleefd hebben volgens mij. Ze had eigenlijk zo’n doorzettingsvermogen, ze ging gewoon door, terwijl ze al zo’n moeilijk leven achter de rug had. Als je dit boek leest, lijkt het ook net of je Clara kent. Ik wil ook nog een keer naar de synagoge hier in Groningen gaan om te kijken of ik nog ergens iets van haar kan vinden. Mijn oordeel over dit boek is: geweldig!

Over het taalgebruik heb ik het al eerder gehad: af en toe kom je wat oud-Nederlandse woorden tegen en Joodse termen. De Joodse termen worden verder niet uitgelegd, wat wel eens lastig is.

Ja, ik zou zeker anderen aanraden om dit boek te lezen. Dat heb ik zelfs al gedaan met klasgenoten, die zich afvroegen welk boek ze zouden lezen. Toen heb ik gezegd dat ze ‘danseres zonder benen’ moesten gaan lezen. Maar het is niet zo (in mijn geval) dat je na een avondje lezen het boek uit kunt hebben. Je moet ook vooral even door de eerste hoofdstuk(ken) heen, voordat je echt in het verhaal komt. Maar als je eenmaal aan het lezen bent, wil je het ook uit hebben!




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen