Boekverslag : Hieronymus Van Alphen - Kleine Gedigten Voor Kinderen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 853 woorden.

periode verlichting/ renaissance

DEEL I: VERHAALANALYSE

Titel en schrijver
Het boek heet Proeve Van Kleine Gedigten Voor Kinderen en het is geschreven door Hieronymus van Alphen. Ik heb de tweede druk gelezen die uitgegeven is in 's-Gravenhage bij Thomas & Eras in 1983. Het boekje is voor het eerst uitgegeven in Utrecht bij Van Terveen in 1778.

Gegevens over de schrijver
Hieronymus van Alphen is geboren op 8 Augustus 1746 in Gouda. Zijn vader, Johan van Alphen is getrouwd met een volle nicht, Wilhelmina van Alphen. Op vierjarige leeftijd verliest hij zijn vader, als hij vijf jaar oud is zijn broertjes Daniël en Mattheus. In 1762 werd hij student in Utrecht. Hij volgt colleges in de letterkunde, geschiedkunde, wijsbegeerte, godgeleerdheid en rechtsgeleerdheid. Hij werd in 1766 benoemd tot medelid van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde te Leiden. Nadat hij zijn studie heeft afgerond vestigt hij zich als advocaat in Utrecht. In deze periode begint hij met schrijven. Hij schrijft poëzie, godsdienstige, staatkundige , esthetische en wijsgerige werken. Hij trouwt 2 keer en krijgt in totaal 5 kinderen. Op 2 april 1803 streft Van Alphen.

Perspectief en vertelsituatie
Het perspectief ligt bij het kind. Het ik-perspectief komt veel voor.

Personages
De personages zijn kinderen, die door ondervinding of door een gesprek met een ouder hun wijze levenslessen te leren.

Tijd
De bundel is zeer duidelijk in de renaissance geschreven. In de 18e eeuw werd door middel van een bondige formulering veel onderzoeksresultaten aan mensen duidelijk gemaakt. Deze bondige formulering vind je in deze bundel ook. Het Woord van God wordt overschaduwd door de macht van de rede.

Bedoeling
In de 18e eeuw vond men dat het kind dat bezig was volwassen te worden moest beschikken over een aantal basisvaardigheden. Deze waren: deugd, verstand, welgemanierdheid en geleerdheid. Dit boekje is duidelijk geschreven om het kind die bij te brengen.

Opbouw
Het boekje begint met het geven van de bundel door Van Alphen aan de kinderen.


bron: de toelichting in het bovenbeschreven boek door de heren Diduïnke van Delft, Rob Rijkschroeff en Willem Wilmink.



DEEL II: PERSOONLIJKE TEKSTBELEVING

Deze gedichtenbundel heeft een duidelijk stichtelijke bedoeling. Alleen al aan de titels kun je zien dat dit boekje vol staat met wijze lessen voor kinderen. Ik noem bijvoorbeeld
De Ware Vriendschap, Gods Goedheid, Godswijsheid, De Liefde Tot Het Vaderland, Het Geweten en Het Geduld. In dit boekje komen veel onderwerpen aan bod, die een kind normen een waarden bijbrengen. Het boekje komt vaak grappig over omdat de normen uit deze bundel zeer veel verschillen van onze huidige normen. In het gedicht De Pruimenboom wil Jantje niet zonder toestemming van zijn vader pruimen plukken. Ik kan me niet voorstellen dat iemand nu er moeilijk over zou doen als zijn zoontje pruimen aan het plukken is. Ook de kooswoordjes die gebruikt worden zijn absoluut niet meer van onze tijd (lieve wichtjes, hartedief).
De wijze les wordt vaak heel concreet geformuleerd om zo een directe aansluiting te vinden bij het kind waarvoor de gedichten zijn bedoelt. Of zoals de schrijver zelf zegt: "de kinderlijke vatbaarheid niet te boven gingen". In het gedichtje Alexis is de laatste strofe letterlijk:
"Een liefde, die zo ras verkoelt,
Die flegts op eigen voordeel doelt,
Zou dat wel regte liefde wezen?"
In het gedichtje Flipje, De Vader, En De Tuinman staat:
"'t Is wel gezegd:
En 't deel van die te veel begeeren
Is doorgaands flegt."
Het is duidelijk de bedoeling dat het kind zelf over een dergelijke vraag of wijsheid gaat nadenken en hiervan leert. De uiteindelijke bedoeling is dat een kind vlijtig, godsdienstig, oprecht, liefdevol, gezond, geduldig, beminnelijk, berouwvol en vol eerbied voor de ouderdom is. Ik moet zeggen dat de dichter deze toch lastige onderwerpen op een hele onbevangen en uitermate prettige wijze weet in te pakken en zo te presenteren aan de jeugd.
De huiselijke situatie waarin een kind in een gedichtje gezet wordt is vaak zeer rijk. Zowel in De Pruimenboom als in Flipje, De Tuinman, En Zijn Vader komt een tuinman voor. Iets waarvoor je toch redelijk vermogend moet zijn. Wat verder in de gedichten opvalt is het sterven van ouders en broertjes en zusjes. Ik noem bijvoorbeeld het zusje van Willem, Mietje, dat gestorven is in Klagt Van Den Kleinen Willem Op De Dood Van Zijn Zusjen en de overleden moeder van Claarje in Claartje Bij De Schilderij Van Hare Overledene Moeder. Eind 18e eeuw was het Nederlands blijkbaar meer verwant aan het Duits dan nu het geval is. Dit is erg duidelijk in het gedicht Een Godsdienstige Jeugd Maakt een Gelukkigen Ouderdom, hierin komen de worden fpaê en genaê voor. Deze worden zijn verwant met het Duitse spät en genau, die respectievelijk laat en juist betekenen.
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen