Boekverslag : H. Adema - Van Den Vos Reynaerde
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2619 woorden.

VAN DEN VOS REYNAERDE

VERTAALD DOOR H. ADEMA





A: Verwachtingen en eerste reactie:

Ik had al wel eens gehoord van Reynaert de Vos. Er was volgens mij ook een tekenfilmpje over. Verder wist ik alleen dat het een slimme vos was. Ik had geen idee dat hij zo gemeen was! Ik dacht dat hij een soort Robin Hood was die van de rijken stal om de armen te helpen. Maar deze vos doet iedereen pijn behalve zijn vrouw en kinderen. Zelfs zijn neef die voor hem opkwam heeft hij “verraden”. Ik had het boekje al eens ingekeken en wist nu dat het verhaal 3473 regels had en vergeleken bij een ander verhaal dat ik had gelezen leek dat erg lang. Maar ik had al besloten dat ik het ging lezen. Ik las de inleiding en begreep er nog niet zoveel van. De inleiding begrijp je alleen als je het boek al eens hebt gelezen. Maar dat maakte me juist nieuwsgieriger! En dus begon ik verder te lezen…



B: Beknopte samenvatting en analyse:

Voor dit onderdeel heb ik een uittreksel uitgezocht waarvan ik vond dat het een goed uittreksel was. Het uittreksel heb ik gevonden op http://www.internetcollege.nl . Ik vind dat dit uittreksel beter is dan de meeste uittreksels op internet.



VAN DEN VOS REYNAERDE

Boekbeschrijving

tekstverzorger: H. Adema

titel: Van den vos Reynaerde

druk: onbekend

uitgever, plaats, jaar: Taal & Teken, Leeuwarden, 1990

jaar van eerste druk: 1985

aantal pagina’s: 128

indeling:

Pagina één is de titelpagina, op pagina drie staat een inleiding met de titel:

"Een woord vooraf". Op pagina zes staat de proloog in het Middelnederlands en op

pagina zeven de vertaling van de proloog. Hierna begint het verhaal met op de even

pagina’s steeds de originele tekst en op de oneven pagina’s de vertaling. De

tekst is niet in hoofdstukken verdeeld.

Boekbeschrijving origineel

auteur: anoniem (Arnout en/of Willem)

titel: Van den vos Reynaerde

jaar van schrijven: Deze versie komt waarschijnlijk uit ongeveer 1250.

aantal versregels: 3473

indeling:

De tekst is niet ingedeeld in hoofdstukken. Er is wel een indeling aan de hand van de

inhoud denkbaar: vers 1-40: proloog;

vers 41-496: de hofdag van Nobel;

vers 497-1042: eerste dagvaarding (door Bruin);

vers 1043-1359: tweede dagvaarding (door Tibeert);

vers 1360-1754: derde dagvaarding (door Grimbeert);

vers 1755-2051: Reynaerts veroordeling;

vers 2052-2492: Reynaerts biecht;

vers 2493-3076: Reynaerts vrijspraak en pelgrimage;

vers 3077-3472: Reynaerts terugkeer.

Samenvatting:

Het hinderde Willem, die Madoc schreef, erg dat Aernout het verhaal over Reynaert niet

in de volkstaal heeft voltooid. Na Franse boeken te hebben geraadpleegd is Willem begonnen

om het boek in het Diets te schrijven. Hij verzoekt de onbeschaafde mensen hem niet te

bekritiseren en niet voor onwaar te verklaren, waar ze zelf geen verstand van hebben. Hij

doet het op verzoek van een hoofse dame. (Dit is een stuk commentaar voor het echte verhaal.)

Het is op een Pinksterdag en Nobel (de leeuw), koning van het rijk der dieren houdt

hofdag. Alle dieren verschenen uitgezonderd Reynaert (de vos), hij had erg veel dingen op

zijn geweten waarover de andere dieren hun beklaag deden. Izengrijn (de wolf) was de

eerste die zijn beklag deed, hij beschuldigde Reynaert dat die zijn vrouw Hersinte had

verkracht en daarna had Reynaert over zijn kinderen gepist. Daarna klaagde Cortois (het

hondje) dat Reynaert tijdens een koude winter zijn enige worst gestolen had. Tibeert (de

kater) zei dat die worst door Cortois van hem gestolen was. Daarna vertelde Pancer (de

bever) hoe Reynaert Cuwaert tot kapelaan (hulppriester) zou opleiden, maar Reynaert nam

Cuwaert in zijn bek en Pancer had Cuwaert nog net kunnen redden.

Toen Izengrijn erop aandrong Reynaert ter dood te brengen kwam Grimbeert de das naar

voren (Reynaert was zijn oom) en hield een pleidooi. Izengrijn had volgens hem ook veel

foute dingen gedaan en Reynaert was volgens hem kluizenaar geworden. Terwijl Grimbeert zijn

pleidooi hield naderde een groep met de dode kip Coppe. Cantecleer vertelde hoe

schandelijk hij door Reynaert was bedrogen. Reynaert had een list bedacht om zo zijn

kinderen op te kunnen eten. Nu had Cantecleer door Reynaert nog maar vier van zijn

vijftien kinderen over.

Na deze aanklachten besloot de koning Nobel de vos Reynaert voor het hof te dagen. Er

werd een begrafenis voor Coppe gehouden. Bruun de beer werd dagvaardiger en moest Reynaert

gaan halen op zijn kasteel. Nobel waarschuwde Bruun voor Reynaerts listige streken, en

Bruun vertrok. Aangekomen bij het kasteel riep Bruun Reynaert en na een tijdje gaf de vos

gehoor. Reynaert zei dat hij niet mee kon, omdat hij veel te veel honing had gegeten. Hij

had berouw en at geen vlees meer maar honing. Reynaert zei dat er nog heel veel van die

honing was, waar de beer natuurlijk onmiddellijk voor viel. Bruun wilde vervolgens ook van

die honing eten en Reynaert liet hem dus zien waar die honing lag. De honing lag volgens

Reynaert op het erf van de timmerman Lamfroit in een door wiggen gespleten eik. Ze gingen

dus naar het erf van de timmerman en Reynaert zei tegen Bruun dat hij matig moest zijn,

maar daar gaf de beer weinig gehoor aan en hij stak zijn hele hoofd en zijn voorpoten in

de gespleten boom. Vervolgens verwijderde Reynaert de wiggen en zat de beer klem. Toen

ontdekte Lamfroit de beer en haalde alle dorpelingen erbij en ze begonnen de beer af te

tuigen. Bruun kon zich met veel getrek los krijgen, waarbij hij het nodige vel verloor.

Lamfroit gaf Bruun daarna zo'n harde klap met een bijl dat de Beer met een geweldige

sprong vijf vrouwen de rivier in gooide, waaronder de vrouw van de koster. Deze vrouwen

moesten worden gered en hierdoor kon de beer zwemmend ontkomen.

Vervolgens kroop de beer terug naar het hof. Tibeert de kater was de tweede die de vos

moest gaan halen. Tibeert was veel minder sterk dan de beer, maar hij moest het meer van

zijn slimheid hebben. Toen Tibeert bij de vos was aangekomen stelde de vos voor om de

volgende dag pas te vertrekken, omdat het al donker begon te worden. Hier had de kater

niet direct moeite mee, als de vos maar voor een goed avondmaal zorgde. In de schuur van

de pastoor zouden veel muizen zijn die de kater lekker vond. Dus besloten ze naar de

schuur toe te gaan. Reynaert liet de muis als eerst naar binnen gaan, maar achter het gat

in de schuur zat een val die door de zoon van de pastoor was gemaakt. Tibeert kwam in een

strik en maakte zo'n lawaai dat de bewoners van het huis wakker werden en de kat te lijf

gingen. Tibeert wist te ontkomen aan de dood door de pastoor zijn geslachtsdelen te

verwonden. En de kater ging vervolgens verwond terug naar de koning.

Alleen Grimbeert, die vertrouwen in Reynaert had, was nu nog bereid om de vos te gaan

halen. En het lukte hem om Reynaert, die afscheid van vrouw en kinderen nam, mee naar het

hof te krijgen. Tijdens de reis biechtte Reynaert zijn gemene streken op en toonde berouw.

Grimbeert sloeg Reynaert onderweg nog met een tak als beboeting. Toen Grimbeert en Reynaert

langs een klooster met veel kippen kwamen had Grimbeert nog de grootste moeite om Reynaert

van een nieuwe slechte daad af te houden.

Toen Reynaert bij het hof was aangekomen deden nog vele dieren hun beklag. Reynaert

vertelde de koning nog dat er geen trouwere dieren waren dan vossen. Maar dat mocht voor

de vos niet baten, omdat hij toch tot de galg werd veroordeeld. Reynaert beste vrienden en

familieleden wilden de terechtstelling niet zien en vertrokken. De galg werd door

Izengrijn Bruun en Tibeert in gereedheid gebracht.

Toen werd door Reynaert een biecht gehouden waarbij hij zichzelf beklaagde. En Reynaert

ging de koning vertellen over een aanslag, die Bruun Izengrijn en Tibeert op de koning

beraamd zouden hebben. De aanslag moest worden betaald volgens Reynaert van een schat van

koning Hermeline die Reynaerts vader had gevonden. Maar hier had Reynaert een stokje voor

gestoken door de schat ergens anders te begraven.

De koning wilde meer weten over de schat. Reynaert vertelde waar de schat zou zijn

begraven en de koning schold Reynaert zijn straf kwijt. Izengrijn en Bruun werden gevangen

genomen.

Reynaert wilde boeten voor zijn daden en wilde daarom naar Rome gaan. Als hij terug

kwam zou hij met de koning Nobel naar de schat gaan. Hij zou de huid van Bruun gebruiken

als pelgrimstas. Cuwaert en Belijn zouden met hem mee gaan.

De volgende dag gingen Cuwaert en Belijn mee naar Reynaert zijn Kasteel. Reynaert

lokte Cuwaert mee naar binnen en at hem op. Aan Belijn, die buiten had staan wachten,

vertelde Reynaert dat hij hem een brief voor de koning zou meegeven. Reynaert deed de kop

van Cuwaert in de pelgrimstas en zei tegen Belijn dat in de tas de brief zat die hij naar

de koning moest brengen. Reynaert vertelde Belijn dat hij veel roem zou krijgen wanneer

Belijn zou zeggen dat hij geholpen had bij het opstellen van de brief. Hij zei tegen

Belijn dat hij alvast moest gaan en dat Cuwaert hem na een tijdje zou volgen.

Toen Belijn bij de koning kwam en ze er achter kwamen hoe het werkelijk in elkaar zat,

werd de koning ontzettend kwaad en verklaarde Reynaert, die met vrouw en kinderen was

gevlucht, vogelvrij. Ook Belijn en zijn hele familie werden vogelvrij verklaard.



Thema:

Het thema is kritiek op de maatschappij. Het verhaal toont door middel van de

dierenwereld de maatschappij met zijn fouten. Zo wordt er kritiek geleverd op onder

andere: de feodale maatschappij met zijn corruptie en schijnheiligheid, op het kerkelijk

gezag en op de burgerij.

Titelverklaring:

De titel verwijst naar de hoofdpersoon van het verhaal: de sluwe vos. "Van den vos

Reynaerde" betekent zoiets als: "over Reynaert de vos".

Analyse:

personages:

Reynaert (vos) is de hoofdpersoon in het verhaal. Hij is sluw, zelfverzekerd en

gewetenloos. Hij maakt gebruik van de zwakheden van zijn tegenstanders. Hij staat buiten

en boven alle standen.

Nobel (leeuw) is de koning der dieren. Hij is zwak en karakterloos, maar erg

hebzuchtig. Hij vertegenwoordigt de adel.

Grimbeert (das) is één van de weinigen die nog achter Reynaert staat. Hij is dan ook de

derde en meest gelukkige dagvaardiger.

Izengrijn (wolf), Bruun (beer) en Tibeert (kater) vertegenwoordigen de slachtoffers van

Reynaert. Ze haten hem en zijn bang voor hem. Ze vertegenwoordigen de burgerij.

Belijn (ram) is de hofkapelaan. Hij is naïef en onnozel. Hij vertegenwoordigt de

geestelijkheid.

Het zijn allemaal dieren met (voornamelijk slechte) menselijke eigenschappen

(antropomorfisme). Allen zijn flat characters.

perspectief:

Het verhaal is geschreven vanuit een auctoriaal perspectief.

tijd:

De tijd waarin het verhaal speelt is dezelfde als wanneer het verhaal geschreven is.

Vermoedelijk de twaalfde eeuw.

Het verhaal is chronologisch en continu. Hoe lang het verhaal duurt staat er niet

duidelijk in maar zal waarschijnlijk enkele maanden zijn.

ruimte:

Het verhaal speelt zich af in Oost-Vlaanderen in het Land van Waas. De ruimte heeft

voornamelijk een symbolische functie.

Informatie over boek en schrijver

boek:

Over het ontstaan van het boek bestaan verschillende theorieën. Hoogstwaarschijnlijk

is het ontstaan uit "Le plaid" (de rechtszaak) een verhaal uit het Franse

"Le Roman de Renart". Dit verhaal werd met gegevens uit enkele andere verhalen

uit "Le Roman de Renart" door een Vlaamse schrijver gebruikt voor zijn dichtwerk

Van den vos Reynaerde.

schrijver:

Naar alle waarschijnlijkheid is de Reynaert in de tweede helft van de twaalfde eeuw

gemaakt door de jongleur Willem, die al een ander werk op z’n naam had staan,

getiteld Madoc (dit werk is verloren gegaan). De Reynaert eindigt met een acrostichon; de

laatste negen regels beginnen met de volgende letters: BIWILLEME, wat betekent: door

Willem. Er zijn echter nog meer theorieën over de schrijver van het verhaal. Er wordt

bijvoorbeeld ook wel gezegd dat er twee schrijvers zijn geweest.



C: Een verwerkingsopdracht over het gelezen boek:

Over dit boekje moesten we een verwerkingsopdracht maken. De opdracht luidde: maak een uitwerking van de punten 47. en 18. uit het boekje “Overzicht Nederlandse Letterkunde”. Deze twee punten bevatten de volgende tekst.

47) De strekking van Ven Den Vos Reynaerde is, dat het allerlei menselijke ondeugden (o.a. hebzucht, eigendunk, lafheid) aan de kaak stelt, de adel toont als een troep hebzuchtige en omkoopbare zwetsers, en de geestelijkheid als dom, vol eigendunk en weinig vroom.

48) Van Den Vos Reynaerde is ook een parodie op de ridderroman. De hofdag is op Pinksteren, wat volgens de kerk verboden was, de rijksgroten (= de leenmannen) hebben steeds ruzie, en het werk is opgedragen aan een jonkvrouwe, maar haar wereld wordt belachelijk gemaakt.

Deze punten zal ik bewijzen met voorbeelden uit het boekje.

Als Reynaert flink in de problemen zit en zelfs ter dood veroordeeld is, liegt hij de koning een heel verhaal voor. Hij vertelt hem over een grote schat waar de koning nog niks van wist. Deze schat bestaat niet, maar de koning wordt hoe meer Reynaert erover vertelt nieuwsgieriger. Als Reynaert nog wat mooie praatjes verteld over zijn goede daden die hij van plan is geeft de koning toe en hij laat Reynaert vrij als hij verteld waar de schat ligt. En dat terwijl er zoveel aanklachten waren tegen Reynaert. De koning moest zich schamen!

Een voorbeeld bij de ondeugd eigendunk is Bruun de beer. Deze beer wist wel hoe slim Reynaert was, maar dacht hem toch aan te kunnen omdat hij zo groot en sterk was. Maar dat zou nog waar tegenvallen, Bruun was namelijk wel groot maar niet erg slim!

De ondeugd lafheid was van pas bij Tibeert de kat. Tibeert was een redelijk intelligent dier. Maar nadat hij had gezien hoe Bruun was toegetakeld durfde hij niet meer op te komen voor zijn mededieren! Terwijl Bruun ook voor hem zijn leven had gewaagd.

Het enige voorbeeld van de geestelijkheid wat ik kan bedenken is Belijn de ram. Hij was erg dom om zomaar een heel verhaal te vertellen aan de koning. Hij loog over de brief, die niet eens bestond! Bovendien denk ik dat een konijnenhoofd zwaarder weegt dan een brief, dus ík zou even in de tas gekeken hebben!

Dat de adel erg hebzuchtig is, is al bewezen in het stukje over hebzucht.

Nu zal ik proberen punt 48. te bewijzen.

Punt 36 uit het boekje zegt: In de klassieke ridderromans spelen vooral de strijd om Troje en Alexander de Grote (versloeg de Aziaten) een rol. De klassieke figuren zijn precies Middeleeuwse ridders en adellijke dames. De vrouw domineert in het hoofse minnespel, de dapper vechtende ridder is hierin een onhandige stuntel.

De strijd om Troje en Alexander de Grote spelen i dit verhaal geen rol. Maar de adellijke dame wel. De koningin in het verhaal maakt een belangrijk deel uit als zij de koning overhaalt om Reynaert vrij te laten. De dapper vechtende ridders doen mij denken aan Tibeert, Bruun en Izengrijn omdat dezen Reynaert de straf willen geven die hij verdient en zij doen daar veel moeite voor, maar het is tevergeefs omdat Reynaert zich eruit praat en de koning, koningin en een heel groot deel van het volk aan zijn kant krijgt. Dit was niet gebeurd als de drie “soldaten” op tijd terugkwamen.



D: Eindoordeel en evaluatie:

Ik heb het boekje gelezen, maar het voldeed niet aan mijn verwachtingen. Ik dacht dat het boekje een vriendelijk boekje was dat liet zien hoe de wereld tussen de dieren was. Ik dacht echt dat het heel vredig was allemaal. Het was daarentegen een moralistisch verhaal dat je het een en ander liet inzien. De dieren hadden menselijke trekjes en ik denk dat het in het “echt” ook zo is. Zo zag je bijvoorbeeld dat er dieren waren die veel wilden eten en dieren die rijk wilden zijn.

Maar ondanks mijn andere verwachtingen vond ik het toch wel leuk om te lezen hoe Reynaert zich overal uit redde. Het was voorspelbaar dat hij zich er uit zou redden maar hoe, dat was de vraag nog maar! De gedeeltes die ik minder leuk vond om te lezen waren die van de mishandelingen en het andere dierenleed. Eigenlijk gaat het hele boekje erover maar de stukken die me echt confronteerden waren de stuken waarin Bruun zoveel pijn had en het stuk waarin vrouwe Hersinte haar schoenen moest afstaan. Dat vond ik zo erg! Ik heb een hekel aan al het dierenleed!

Om het boek te lezen te maken vond ik erg leuk! Door je een beetje in de stof te verdiepen, leer je toch meer tussen de lijnen te lezen! De verwerkingsopdracht vond ik ook heel erg leuk om te doen! Het was ook een soort van beargumenteren. Want soms weet je iets al maar moet je dat nog “bewijzen”.

Ik vond “Van den vos Reynaerde” een goed boek!
Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen