Boekverslag : Haeduos - Enkele Stijlfiguren Latijn Ingezonden Door: Hey
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 374 woorden.

1. ellipsis: weglaten van een woord, dat logisch noodzakelijk is voor de constructie,


vooral van het koppelwerkwoord esse:


Quot homines, tot sententiae = zoveel hoofden, zoveel zinnen




2. zeugma: de verbinding van één werkwoord met verschillende substantieven, hoewel het strikt genomen bij één substantief staat.


deleto exercitu et imperatore = nadat het leger vernietigd was en de veldheer gedood.




3. pleonasme: het eigenlijk overtollig gebruik van een woord om grotere nadruk te leggen.


Auribus audivi = met eigen oren heb ik gehoord




4. hendiadys: door middel van twee nevengeschikte substantieven wordt één samengesteld begrip uitgedrukt, waarvan het ene eigenlijk ondergeschikt is aan het andere.


vox et imploratio = smekende stem / locus ac sedes = plaats om te wonen




5. asyndeton: het naast elkaar plaatsen van zinnen of zinsdelen zonder nevenschikkend voegwoord.


veni, vidi, vici




6. polysyndeton: de verbinding van meerdere zinnen of zinsdelen door een zelfde voegwoord.


Frumentum et vinum et iumenta et omne pecus secum duxerunt = koren en wijn en lastdieren en alle vee namen zij mee






7. anaphora: herhaling van een woord aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.


Locutus est… Diviciacus…: (Haeduos) omnem nobilitatem, omnem senatum, omnem equitatum amisisse = …. dat zij heel hun adel, heel hun senaat, heel hun ruiterij verloren hadden




8. chiasme: gekruiste woordschikking, waardoor woorden in een omgekeerde volgorde tegenover elkaar geplaatst worden: 1correspondeert aan 4, 2 aan 3, in de vorm van een Griekse c


et laudis cupiditas et timor ignominiae = zowel de begeerte naar eer alsook de angst voor smaad




9. hyperbaton: verplaatsing van woorden, die grammaticaal bij elkaar horen.


Brevis a natura nobis vita data est = door de natuur is ons een kort leven gegeven.




10. eufemisme: verzachtende manier van uitdrukken.


Idex graviorem sententiam pronuntiavit = de rechter heeft een nog al ernsige uitspraak = de doodstraf uitgesproken




11. litotes: een zwakkere uitdrukking om iets des te sterker tot uiting te brengen.


non ignoramus = wij weten maar al te goed




12. alliteratie: herhaling van beginletters –homoioteleuton: eindletters


vis victa vi… senatum iudicum novum constituendum putasse.




13. oxumoron: een gezegde, dat zichzelf schijnt tegen te spreken, maar eigenlijk een diepe waarheid bevat:


pro patria mortem obierunt; mortui vivunt….= …gestorven leven zij,…




14. hyperbole: bewuste overdrijving in de manier van spreken.


luce clarior = helderder dan het licht (zonneklaar)




15. hypallage: een bijv. naamwoord wordt verbonden met een ander zelfstandig naamwoord dan waarbij het behoort


Tyrrhena regum progenies = afstammeling van de Tyrrheense koningen.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen