Boekverslag : Rene Appel - Spijt
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2005 woorden.


Zakelijke gegevens



  1. Het boek heet: Kappen!, Iemand slaat iemand in elkaar en dan schreeuwt een andere jongen KAPPEN! En dan zegt hij het nog een paar keer.

  2. Het boek is geschreven door: Carry Slee.

  3. Het boek is uitgegeven door: van Holkema en Warendorf, 1999



Korte uitleg waarom ik het boek gekozen heb


Ik heb voor dit boek gekozen omdat ik hem vorig jaar eigelijk al wou lezen, maar toen had iemand anders uit de klas hem al genomen. Dus toen dacht ik dan ga ik hem nou lezen.

Mijn eerste persoonlijke reactie


Ik vond het in het begin al leuk en het wordt steeds leuker, de dingen die je leest die gebeuren nu ook echt en dat maakt het nou weer zo mooi. Ik hou niet van lezen maar je lees dit boek toch wel gemakkelijker door dan andere boeken.

Inhoud


Hoofdpersonen:


Sander Koper: is erg verlegen, vroeger was hij bevriend met Chris en Maarten, maar sinds ze op een andere school zitten is hun vriendschap een stuk minder.



Indra Sandbergen: heeft de ziekte van Pfeiffer dus gaat ze bijna niet naar school, ze is bevriend met Heike.



Emiel: is een soort crimineel, hij probeert Maarten en Chris van Sander ‘af te pakken’, ook is hij snel chagrijnig.



Sander sprak me het meest aan omdat hij het zo moeilijk heeft, vooral als Emiel de rolstoel heeft omgetrapt en hij door niemand wordt geloofd.



Het belangrijkste probleem in het verhaal is dat het Sander maar niet lukt om van Emiel af te komen.

Samenvatting


Sander is een jongen van ongeveer 15 jaar. Hij heeft nogal verkeerde vrienden.

Ze zijn vaak dronken, ze roken en soms stelen ze zelfs dingen. Sander doet daar niet aan mee, hij vindt dat dat niet kan. Op een avond heeft hij een klassenfeest.

Indra een meisje uit zijn klas zou ook komen. Hij is verliefd op haar, en is dan ook erg teleurgesteld als ze niet komt opdagen. Later blijkt dat ze de ziekte van Pfeiffer heeft. Als ze de volgende dag op school komt denken haar klasgenoten dat het een stomme smoes is. De volgende dag uit school gaat Sander naar Chris en Maarten, ze zijn in het winkelcentrum. Emiel hun nieuwe vriend is er ook. Een eindje verderop is een jochie aan het voetballen. Als hij de bal niet goed onder controle kan houden, rolt die Emiels kant op. Die pakt de bal en steekt hem lek. Sander wordt ontzettend boos op hem, en wil hem niet meer zien. Dat vindt hij niet leuk en hij wil het geld dat hij aan Sander had gegeven, nadat ze een portemonnee hadden gestolen, terug. Sander krijgt een week de tijd om het terug te geven en anders…. Een week later komt Sander het geld op de afgesproken plaats brengen. In de verte ziet hij Emiel, Chris en Maarten al, ze lopen over het bruggetje. Zo te zien zijn ze dronken. Chris struikelt bijna over een fiets die tegen de brugleuning staat. Hij vloekt en trapt de fiets samen met Emiel in elkaar. Een meisje dat net langs loopt zegt daar iets van. Ze duwt een rolstoel met een jongen erin. Emiel vindt dat het meisje haar grote mond moet houden, en trapt de rolstoel om. Het meisje roept om hulp, en al gauw komen er mensen aangerend. Maarten, Chris en Emiel rennen er vandoor. Sander probeert nog te helpen, maar Emiel sleurt hem mee. Als Sander de volgende dag wakker wordt, leest hij het hele gebeuren in de krant. Als hij op school komt, is iedereen erg boos op hem. Dat komt doordat de broer van Heike heeft gezegd, dat hij Sander met nog een paar jongens uit het park zag wegrennen. En dat was na het ongeval met de rolstoel. Sander ontkent hevig, maar toch is hij bang dat hij ontdekt wordt. Er wordt een onderzoek ingesteld. Indra verzint een alibi voor hem, omdat ze weet hoe erg het is als je niet wordt geloofd. In de aula op school krijgt ze ruzie met de broer van Heike. Als ze tegen hem zegt dat hij jaloers is op Sander, voelt hij zich beledigd. Waardoor ze ruzie krijgt met Heike. Een paar dagen later gaat Sander met Maarten en Chris een patatje halen. Als ze de snackbar weer uitlopen, komen er twee dronken jongens aan. Sander ziet dat het Emiel en zijn vriend zijn. Hij baalt en neemt zich voor om niks tegen hen te zeggen. Onderweg naar huis lopen ze onder een viaduct door. Er komt een fietser aan. Hij belt en vraagt of hij er langs mag. Maarten, Chris, Emiel en zijn vriend vinden hem te brutaal en slaan hem in elkaar. Gelijk belt Sander de politie. Dat pikken ze niet. Sander rent er vandoor. Naar huis durft hij niet dus gaat hij maar naar Indra. Als hij haar vertelt dat hij wel bij het ongeval met de rolstoel was, is ze erg boos, en gooit ze hem het huis uit. Buiten op de stoep wordt hij in elkaar geslagen. Het is zo erg dat hij met een ambulance naar het ziekenhuis moet worden gebracht. Als Indra dat hoort, beseft ze wat ze gedaan heeft. Als Sander al een paar dagen in het ziekenhuis ligt, komt Emiel op bezoek. Hij probeert Sander om te praten, maar gelukkig staat er een zuster achter de deur die alles heeft gehoord. De politie wordt gebeld, en Emiel wordt opgepakt.

Leeservaring beschrijven


1 Onderwerp



  1. Het onderwerp spreekt me wel aan maar ook weer niet, ik heb wel eens aan dit onderwerp gedacht, het boek schreef dingen die ik al wel wist.

  2. Ik heb niks geleerd door dit boek, maar ik weet wel dat als ik dit in het echt meemaak dat ik er dan meteen wat van had gezegd.

  3. Ik ben wel een beetje anders gaan denken over het onderwerp, vooral over de stukjes die te maken hadden met zinloos geweld.

  4. Ik had niet gedacht dat het zo uitgewerkt zou zijn maar het was wel goed en letterlijk uitgewerkt net of je het echt meemaakt.

  5. Ik denk dat ik het met de meeste dingen wel eens zou zijn.

  6. Ik vind dat ze het onderwerp goed hebben aan gepakt maar ik vind dat ze teveel over Sander en Indra vertellen.



2 Gebeurtenissen



  1. Ja, het boek bevat wel heel veel gebeurtenissen.

  2. Je moet geconcentreerd lezen want anders zie je soms kleine dingen over het hoofd.

  3. Het bevat genoeg gebeurtenissen zodat het je te laten blijven boeien vind ik.

  4. Het verhaal zit heel goed en logisch in elkaar.

  5. Schokkend en dramatisch vind ik de gebeurtenissen. Bijvoorbeeld met het leksteken van de voetbal. Of het omgooien van de rolstoel. Dramatisch vind ik dat Heike zo erg de ziekte van Pfeiffer heeft dat ze niet eens naar het klasse feest kan fietsen.

  6. Dat Emiel een gehandicapte jongen in elkaar slaat vind ik de ergste gebeurtenis, ik vind dat je niet mag doen.

  7. Ja een beetje, dat zulk zinloos geweld kan gebeuren.

  8. Ik een gezellige en niet gezellige sfeer, dat heeft geen effect op mij gehad denk ik.

  9. Het maakt zeker indruk op mij, ik zag ze niet voor me maar kan me ze wel inbeelden.

  10. Het verhaal is goed ingevuld, dat vond ik niet vervelend.

  11. Ik heb nog nooit zoiets meegemaakt gelukkig maar.

  12. Nee, ik heb nooit iets dergelijks meegemaakt of een film over gezien. Ik kan niet vergelijken wat ik beter vind omdat ik niets te vergelijken heb.



3 Personages



  1. Sander is geen held en ik denk dat hij op niemand wil lijken hij probeert juist zichzelf te zijn. Dat zou ik ook doen.

  2. Ja zeker want ik zou denk ik hetzelfde hebben gedaan als hij deed.

  3. Sander wel en die 2 vrienden Cris en Wouter van de basisschool ook wel maar Emiel daar kan ik me niet in verplaatsen.

  4. Sander lijkt op een echt mens en Emiel meer op iemand die stoer wil doen maar eigelijk heel soft is.

  5. Ja, iedereen gedraagt zich gewoon zoals het hoort behalve Emiel zijn gedrag haat ik.

  6. De ideeën en gedragingen van de personen zijn normaal, alleen Emiel gedraagt zich abnormaal. Je moet je aan de regels houden en je kan niet omdat je je verveelt met een ander gaan vechten. Zeker ook nog als iemand gehandicapt is.

  7. Ja, het gedrag van Emiel. Hij heeft me aan het denken gezet over hoe iemand zo kan doen dat snap ik niet.

  8. Helemaal niet voorspelbaar, dat vind ik wel leuk maakt het spannend.

  9. Sander en Indra daar kom je het meest over te weten. Je kan hun gedrag wel begrijpen als je het leest.

  10. Nee je hoefde zelf niet veel in te vullen over het innerlijk van de verhaal personen.

  11. Indra verandert haar mening in de loop van het verhaal, ze snapt waarom Sander eerst gelogen heeft over het rolstoel omgooien.

  12. Ik ben het eens met de beslissingen van Sander en niet met die van Maarten en Chris. Ik snap niet dat zij zo maar ook met Emiel gingen drinken en agressieve dingen doen. Ik zou dat anders hebben gedaan en niet door mijn vrienden gaan meedoen aan zoiets.

  13. Ik vind het goed maar ik had 1 ding anders gedaan ik had die Emiel meteen aangegeven.

  14. Mijn normen zijn niet gelijk aan die van Emiel. Ik hou niet van zomaar iemand slaan of geld aan iemand geven en dan weer terug vragen. Overeenkomsten zijn er wel iets met Sander, hij is uiteindelijk eerlijk en zegt hoe alles is gegaan.



4 Bouw



  1. Ja, je krijgt in dit boek niet echt te maken met flashbacks. Soms denkt Sander wel aan hoe het vroeger met zijn vrienden was en wat ze toen allemaal deden.

  2. Het is wel een spannend verhaal, want je weet niet wat er allemaal gaat gebeuren en als Sander die Emiel nou aangeeft of niet.

  3. Ja, het verhaal is boeiend want je weet nou wel hoe het niet moet en hoe het zou zijn als je een meeloper bent.

  4. Ik vond de bouw van het verhaal niet ingewikkeld. Het is daardoor beter te lezen.

  5. Er zijn twee lijnen denk ik. De ene is die van het geweld en de andere de verliefdheid en ziekte van Heike.

  6. Ik vond dat het wel met de tijd mee gaat want het gaat dan over een avond en dan is het de ochtend erna.

  7. Ja de bouw is logisch en past bij het onderwerp.

  8. Nee er zitten haast geen terugblikken of flashbacks in.

  9. Je ziet het verhaal door de ogen van 1 persoon en dat is Sander. Dit vind ik geslaagd.

  10. Begrijpelijk vind ik het einde, ook wel een beetje verrassend dat nou net de verpleegster hoort wat er achter de deur in het ziekenhuis gezegd wordt. Er blijft niets onduidelijk aan het eind van het boek.



5 Taalgebruik



  1. Het verhaal is goed te lezen en dat zeg ik omdat ik er zo door heen las en ik heb ook nog dyslexie.

  2. Ja het boek is goed te lezen maar natuurlijk soms zitten er wel wat dingentjes in waarvan je niet weet wat het is.

  3. Iets te veel gedachten vind ik persoonlijk, en genoeg beschrijving.

  4. Nee niet echt sommige stukjes wel maar het is niet hinderend.

  5. Ja dat is een hele goeie taal keuze.



Verwerkingsopdracht


Ik doe verwerkingsopdracht 2


Hierbij moet je 2 situaties noemen hoe jij anders had gereageerd dan dat ze in het boek deden.



Situatie 1: Sander, Maarten, Chris en Emiel staan dan ergens wat aan het eten en er is daar een klein jongentje aan het voetballen met een mooie nieuwe bal, de bal die rot per ongeluk naar hen toen en Emiel die gaat helemaal tekeer tegen dat jongentje en maakt hem bang een steekt zijn nieuwe bal lek.



Hoe ik had gereageerd: Als ik 1 van die jongens was geweest dan had ik die Emiel tegen gehouden en dat kleine jongentje geholpen, en ik had Emiel geslagen en hem bang gemaakt.



Situatie 2: Op een dag gaan Sander, Maarten, Chris en Emiel op pad. Emiel denkt dat hij grappig is als hij een gehandicapte jongen in een rolstoel ziet. Hij trapt de rolstoel om en dan rent hij heel hard weg. Maarten en Chris volgen hem. Sander probeert de jongen in de rolstoel op te rapen maar hij wordt mee gesleurd door een van zijn vrienden.



Hoe ik had gereageerd: Als ik die Sander was geweest dan had ik me niet mee laten trekken en die jongen gewoon weer terug geholpen in zijn rolstoel, en ik had die Emiel aangegeven bij de politie want zoiets kan gewoon niet!




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen