![]() |
Boekverslag : De Wijding - Priesterschap
Ingezonden Door: Jasper Vandenbossche
De taal ervan is Overig en het aantal woorden bedraagt 1795 woorden. |
HET PRIESTERSCHAP Inleiding Net als jullie hebben wij één van de sacramenten besproken. Wij werkten rond het priesterschap. Hierin vertellen wij jullie over hoe men tot priesterschap komt: de roeping, de voorbereiding en de toediening (de wijding). We hebben het ook over de taken van de priester. Tenslotte halen we nog enkele problemen in de Kerk aan. De roeping Roeping is een individuele gebeurtenis die men nooit meer vergeet. Elke mens wordt door God op een aparte manier geroepen. Meestal groei je naar een roeping toe door je engagement, door je ervaring in der wereld, gebeurtenis in de familie, sterfte enz. Belangrijk voor een roeping zijn de mensen om je heen en hoe zij met de wereld omgaan. Meestal kan het voorbeeld van geëngageerde mensen die hun leven inzetten voor hun medemens je over de streep trekken. Men wil ook iets doen voor deze wereld, grote weldoeners kunnen een voorbeeld zijn maar ook gewone mensen in de buurt die op om het even welke manier indruk op je maken. Soms worden mensen door één bepaald feit geroepen, tijdens een bezinning wanneer men eens grondig nadenkt wat men met zijn leven wil aanvangen. of gewoon een flitsend moment in het dagelijkse leven. Sommige mensen die geroepen worden hebben het moeilijk om het engagement volledig op te nemen.. De parabel van de rijke jongeling is hier treffend. Hij wil zich voor God inzetten, maar op het ogenblik dat Jezus hem vraagt het wereldse achter zich te laten gaat hij ontgoocheld weg (Marcus, 10, 17-22). Ook het celibaat (niet trouwen) is voor velen een hinderpaal. Ook nadat mensen geroepen zijn, bekruipt hen soms twijfel. Daarom is het nodig dat zij blijven bidden en bezinnen, en dat zij steun kunnen vinden bij mensen die hun zijn voorgegaan in hun engagement. Voorbereiding Een opleiding tot priester gebeurt op een seminarie. Dit is een door het bisdom voorzien gebouw waar de kandidaat-priesters samenwonen, les krijgen en hun geloof beleven. Vroeger was er een duidelijk onderscheid tussen het Klein Seminarie en het Groot Seminarie. Dit is nog niet zo lang geleden veranderd. De eerste twee jaar verbleef men op het Klein Seminarie. Men kreeg les in filosofie maar ook in meer algemene vakken zoals natuurkunde, biologie, Kerkgeschiedenis enz. De vier volgende jaren volgde men les op het Groot Seminarie. Deze studies noemt men de theologische studies. Dit houdt bijvoorbeeld moraal, liturgie en kerkelijk recht in. Tijdens de laatste vier jaar studie ontvangt de toekomstige priester enkele kleine wijdingen, ook het subdiaconaat en diaconaat. De priester ontvangt, hoewel hij het wel studeerde, geen diploma van filosofie of theologie. Dit is nu enigszins gewijzigd. Aan kandidaat-priesters wordt gevraagd aan een Hogeschool of Universiteit te studeren en zo een diploma te halen. Dit is in het belang van de priester want vroeger, toen een priester uittrad had deze geen diploma. Nu wil men dat veranderen. Het diploma moet ook garant staan voor een degelijke opleiding. Toch brengen kandidaat-priesters veel tijd door in het seminarie om met anderen over hun ervaring te praten, te bidden enz. Wijding De mis begint met een intredelied meestal gespeeld op het orgel. Vervolgens verwelkomt de priester allen die aanwezig zijn. Omdat bij een priesterwijding altijd een bisschop aanwezig is zal deze zegen door de bisschop worden uitgesproken. Het openingsgebed wordt gebeden, gevolgd door de eerste en tweede lezing met daartussen gezang. Dan komt de eigenlijke wijding. Verschillende mensen moeten de waardigheid van de priester getuigen zodat de bisschop weet dat hij geschikt is om gewijd te worden. De bisschop geeft dan een toespraak. De priester wordt vervolgens ondervraagd. Hij moet in aanwezigheid van het volk verkondigen dat hij bereid is zijn leven aan God te wijden. De diaken die tot priester gewijd wordt knielt neer en legt zijn handen in die van de bisschop. In deze houding belooft hij de bisschop eerbied, trouw, medewerking enz. De kandidaat-wijdeling legt zich plat op de grond terwijl ondertussen de litanie van alle heiligen wordt gezongen. De bisschop legt de wijdeling in stilte de handen op; ook de andere priesters die aanwezig zijn worden verzocht om mee de handen op te leggen. Dit is een teken dat de persoon nu opgenomen wordt in de orde van de priesters. Nadat de priester een wijdingsgebed heeft gezegd keert iedereen terug naar zijn plaats. De ouders komen naar voor en bekleden de wijdeling met een stola en kazuifel. Daarna worden de handen van de kandidaat-priester gezalfd met het heilig chrisma. De bisschop geeft de schaal en de beker met wijn aan de pas gewijde priester. De wijdeling mag daarna samen met de bisschop de eucharistie opdragen. Het werk van priesters In het algemeen is Jezus het voorbeeld van wat priesters allemaal doen. Voor Jezus wegging naar de hemel (OLH Hemelvaart), heeft hij aan de apostelen gezegd dat zij Zijn werk moesten verderzetten. De apostelen spraken dus woorden van God voor de mensen, ze hielpen de mensen op weg naar God en ze baden voor de mensen. De apostelen op hun beurt gaven die opdracht door aan hun opvolgers; Dat zijn de bisschoppen. En dat doorgeven, dat noemen we wijden: er wordt gebeden opdat de nieuwe bisschop werkelijk zoals Jezus zou zijn en zou leven. De bisschop moet de woorden van God naar de mensen spreken: over God spreken en ervoor zorgen dat alle mensen mogen ontdekken dat God liefde is en zonden vergeeft. Ook moet hij de mensen naar God leiden: ervoor zorgen dat de mensen op de weg van God gaan. Zeggen wat juist en verkeerd is volgens Jezus, ook de sacramenten vieren waardoor Jezus ons helpt om bij God te komen, bidden voor de mensen: vooral in de eucharistie mag de bisschop bidden en handelen zoals Jezus, in Jezus' plaats. Nu kan de bisschop dat natuurlijk niet allemaal in zijn eentje. Daarom heeft hij helpers: de priesters. Hij geeft zijn opdracht dus door aan de priester. Hij doet dat tijdens de wijdingsmis. In de parochie heeft de priester een leidende functie. Hij is een soort herder die zijn kudde, de mensen, bijeen moet houden. Hij doet dat dmv. het prediken (het geloof verkondigen en uitleggen) en door de sacramenten toe te dienen en ze te vieren. Elke priester bidt dagelijks ook het 'brevier' of 'getijdengebed'. Dat is 's morgens, 's middags en 's avonds (op vaste 'getijden') een aantal psalmen en voorbeden bidden. Hij bidt dan voor alle Christenen. Een priester heeft ook andere taken zoals mensen helpen (door bv. zieken, ouderen, zondaars en gevangenen te bezoeken). Gelukkig wordt hij door andere mensen bijgestaan (bv. een diaken, leek of een pastorale werkers). Al wat die dan doen zorgt er voor dat er voor een priester slechts enkele taken overblijven, die niet van de minste zijn. De graden Er zijn drie graden in het wijdingssacrament: -bisschop -priester -diaken Bisschop: hij komt op voor geloof, draagt liefde voor alle mensen, vooral voor armen, zwakken en zondaars. Hij verkondigt het evangelie aan de Kerk en aan de hele wereld, hij is een voorbeeld voor zijn "kudde". Er is een bisschop per bisdom. Aan het hoofd van het Aartsbisdom staat kardinaal Danneels. Gent en ruime omstreken liggen in het bisdom Gent. De bisschop van Gent is mgr. Arthur Luysterman. Hij moet toezien op het werk van de priesters. Hij wijdt ook priesters die van het bisdom Gent afkomstig zijn. Priester: zorgt mee voor het verkondigen van het evangelie, bedient de eucharistie en de sacramenten en zorgt voor zijn deel van de "kudde". Hij heeft zijn parochie die voor iedereen toegankelijk moet zijn. Hij staat in voor de goede werking van het kerkelijk leven in een parochie. Diaken: hij wordt niet gewijd, maar is wel helper voor het verkondigen. Hij helpt de priester in de viering. Ook probeert hij samen met de priester een mooie en interessante viering te verzorgen waar iedereen tot rust kan komen en tijd heeft om na te denken of om iemand te herdenken. In de liturgie leest de diaken het evangelie. Hij kan dopen, een huwelijk inzegenen en een begrafenis leiden. Problemen in de Kerk De Kerk staat, zeker de laatste tijd, dikwijls in de belangstelling. De media belichten meer de negatieve aspecten van die problemen waar niet zomaar een oplossing voor kan gevonden worden. 1. Sommige mensen vinden de paus te oud en stellen voor hem te laten opstappen zodat hij in rust van zijn oude dag kan genieten. De uitspraken van de paus kunnen voor sommigen niet door de beugel. Zijn scherpe uitspraken tegen abortus, voorbehoedsmiddelen en echtscheidingen stoten veel mensen tegen de borst. 2. Het is bekend dat er ook pedofiele priesters zijn. Vooral de laatste jaren komt dit veel in het nieuws. Daar kan de Kerk nu niet echt iets aan doen. Meestal, en zeker vroeger, wordt in dergelijke gevallen de priester gewoon overgeplaatst. Op die andere locatie deed hij soms gewoon verder. De laatste tijd is dit wel veranderd. De paus erkent het probleem en veroordeelt het ten strengste. 3. De godsdienst heeft haar greep op het sociale leven verloren. Vroeger nam de Kerk een belangrijke plaats in het leven van veel mensen in. Elke zondag gingen ze naar de mis; alle belangrijke gebeurtenissen werden met een mis gevierd. School, ontspanning, jeugdbeweging, ziekenhuis, mutualiteit,... overal had de kerk controle. Dit is nu veel minder het geval. 4. Er zijn zeer weinig roepingen, waarschijnlijk ook als gevolg van het feit dat de Kerk minder plaats inneemt in het dagelijkse leven. Er is een reden tot bezorgdheid, niet tot paniek. Er zijn nog altijd mensen die zich aanbieden om priester te worden. Er zijn ook veel andere helpers in de Kerk zoals diakens, pastorale werkers en leken. Dat tonen de cijfers voor het bisdom Gent voldoende aan. Op 31 december 2001 telde het bisdom Gent 632 diocesane priesters, 102 reguliere priesters tewerkgesteld in het bisdom, 64 permanente diakens, 30 pastorale werkers, 11 parochie-assistenten, meer dan duizend pastorale medewerkers met opleiding, honderden godsdienstleerkrachten en enkele duizenden vrijwilligers die zich o.a. inzetten in de doopsel-, vormsel- en huwelijkscatechese, de parochieploegen en liturgische werkgroepen, de werkgroepen Welzijnszorg-Broederlijk Delen, als lector of voorganger in gebedsdiensten enz. De gelovigen zijn dus echt wel bereid om ook verantwoordelijkheid te nemen in de kerkgemeenschap. 5. Volgens sommige mensen zou de afschaffing van het celibaat er kunnen voor zorgen dat er meer priesters komen. Dit kan niet volgens sommige geestelijken, een priester moet zich helemaal kunnen inzetten voor God. Volgens anderen zou het toelaten van vrouwen tot het priesterschap ook kunnen bijdragen tot een groter aantal priesters. Ook hier zijn tegenstanders: volgens hen kan zoiets niet, het is een traditie dat vrouwen geen priester zijn, bij Jezus waren er toch ook geen vrouwen die het geloof verkondigden. Voorstanders zeggen dat man en vrouw evenwaardig zijn en dat het priesterschap dus toegankelijk moet worden voor vrouwen. Of dit allemaal zal leiden tot meer roepingen is maar de vraag. Hierover zal in kerkelijke kringen nog veel gediscussieerd worden. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |