![]() |
Boekverslag : -- - Het Kwade Amen
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 2311 woorden. |
Primaire gegevens van het gelezen werk: Auteur: Jan Wijnen Titel: Het kwade amen Ondertitel: / Opdracht: Voor Ria, natuurlijk Motto: / Verschenen in: 2004 Uitgever: Nijgh & Van Dithmar Verwachtingen vooraf: geen speciale verwachtingen Samenvatting van de inhoud: Het boek bestaat uit negen korte verhalen. Hieronder een samenvatting van deze verhalen. De dertiende was een donderdag Maria (ongeveer 45 jaar oud) is door de rechter veroordeeld tot het verplicht ondergaan van een afkickprogramma. Ze is namelijk dronken achter het stuur gekropen en heeft daarbij een kind doodgereden. In de afkickkliniek komt ze Bulan tegen. Hij is haar begeleider en is na een ongelukkig en moeilijk leven in Bosnië in Nederland terecht gekomen. Het valt Maria op dat zij altijd een zeer gelukkig leven geleefd heeft en juist nu in de kreukels ligt. Haar levensloop is in haar ogen precies het tegenovergestelde van Bulan. Waarom heet dit schilderij ‘Olivier’? Jurrie Worm studeert aan de kunstacademie. Ondanks dat haar klasgenoten en docenten laaiend enthousiast zijn over haar creaties, is zij zelf altijd niet tevreden met het eindresultaat. Nu krijgt ze als opdracht om een kunstwerk te maken met als thema ‘glas’. De deadline kruipt dichterbij en ze heeft geen idee wat ze moet maken. Uiteindelijk gooit ze uit pure frustratie haar goudvis, Olivier genaamd, voor de poten van de kat. Deze maakt de vis dood, waarna Jurrie de kat dood wil maken. Na een worsteling waarbij de lege vissenkom kapot valt en de kat uiteindelijk weet te ontsnappen, begint Jurrie te schilderen. Plotseling heeft ze inspiratie om haar kunstwerk met ‘glas’ als thema te maken. Het wordt een schilderij van een schaatsend figuur. Op de voorgrond ligt op het ijs een gebroken vissenkom en een dode vis met een kat ernaast. Dag Willem Joop is de oudere broer van Willem. Hij ziet zijn broertje, die zichzelf een 'conceptual artist' noemt, alleen af en toe in de stad. Zoals nu, ze zitten gezamenlijk in de kroeg. Hun gesprek gaat over het nieuwe videoproject van Willem, de vrouw van Joop (die Willem Anna Anorexia noemt) en hun moeder. Willem is altijd al het lievelingskind van hun moeder geweest. Vandaar dat het Joop zo steekt dat juist Willem nooit langsgaat bij hun moeder in het verzorgingshuis. Ze heeft de ziekte van Alzheimer en herkent haar zonen zelfs niet eens meer. Het is alleen Joop die nog op bezoek gaat, maar dan noemt ze hem Willem of heeft het alleen maar over hoe geweldig Willem wel niet is. Sheila! Sheila! Danny en Kofi komen aan bij een studentendispuut. Ze willen graag lid worden van dit dispuut, maar daar moeten ze eerst een soort van praatje voor houden. In een grote zaal, gevuld met alle dispuutleden, moeten ze een toespraak houden. Danny komt uit Suriname en denkt constant aan Sheila, zijn lief die nog niet zo lang geleden gestorven is. Kofi komt uit Ghana en voert het woord in het hoofdkwartier van de studentenvereniging. Hij verzint een verhaal over een Papoea die in Amsterdam woont en alleen gekleed gaat in een peniskoker. Hij vertelt over hoe de Papoea bovenop de Bijlmerflat stond, vlak voordat het vliegtuig daar neerstortte in de volle overtuiging dat hij eindelijk zijn doel in het leven had gevonden. Al van jongs af aan hoorde de Papoea van zijn vader dat hij de engel was die het geluk terug in het leven van zijn ouders moest brengen. Zijn vader noemde hem namelijk Otis, naar de verongelukte soulzanger Otis Redding. Na zijn dood kon de vader van de Papoea niet meer gelukkig zijn. Zijn zoon, die nu ook de naam Otis droeg, moest dat geluk terugbrengen. Hij moest de engel van het geluk weer terug naar aarde leiden. Toen de Papoea daar dus op de Bijlmerflat stond, en het vliegtuig op zich af zag komen, was hij ervan overtuigd dat hij de engel van het geluk naar aarde aan het leiden was. Na dit verhaal kraamt Kofi nog een aantal bijbelse teksten uit tegen de dispuutsleden. Dan verdwijnen hij en Danny naar buiten. Samen hebben ze, na het aanzicht van de studenten, besloten dat ze niet meer bij dat dispuut willen horen. Zonder titel De persoon in dit verhaal krijgt geen naam, hij wordt alleen maar als ‘je’ aangeduid. Deze persoon was zo’n zes tot zeven jaar geleden nog docent, waarschijnlijk in de psychologie. Ook heeft hij een aantal boeken over dit onderwerp geschreven. Nu is hij zelf psychisch gezien niet meer gezond. In een psychiatrische inrichting wordt hij verzorgd door Kika, waarvan hij overtuigd is dat zij nog van hem les gehad heeft. Ze noemt hem manisch en naar de zoveelste poging tot aanranding wil ze hem niet meer zien. Ook de vrienden van de je-figuur kunnen hem nog maar moeilijk zien. Met zijn verjaardag komen ze met hun allen op bezoek. Maar hij weet hun af te schrikken door zijn smerige huis en rotzooi overal (hij is dan al ontslagen uit de inrichting). De enige personen die blijven zitten nadat alle vrienden vertrokken zijn, zijn Wilbert en de zus van de je-figuur. Zij is verdrietig dat haar broer zo diep gedaald is maar ze zal hem nooit in de steek laten. Samen met Wilbert mesten ze de woning van de je-figuur uit, in de hoop hem zo weer een duw in de juiste richting te geven. Maar hij wordt er niet warm of koud van en vertrekt zonder een dankjewel of ‘tot ziens’ en gaat op zoek naar Kika, in de overtuiging dat ze seks met hem wil hebben. Het zwarte gat Marjan zit naast het bed van haar zoon Geerten. Tijdens een fietstocht zijn haar man en zoon geschept door een vrachtwagen. Haar man was op slag dood, hun zoon ligt nu al drie weken in coma. Als hij daar uiteindelijk uit komt, is hij niet meer hetzelfde. Voor het ongeluk was Geerten een hoogbegaafde jongen die al op vroege leeftijd uitstekende werkstukken maakte, waarvan “De eeuwigheid…”, een werkstuk over de eeuwigheid in alles, door zijn docenten veelal geprezen is. Nu wil Geerten niets meer van haar weten, hij wenst haar niet meer te zien en belt haar alleen op als hij vertrekt naar Goa. Een aantal weken later belt hij haar weer op, of ze hem wil ophalen. Eenmaal op Schiphol ziet Marjan hoe haar zoon helemaal opgezet is: hij heeft de Olifantsziekte opgelopen in Goa. Hij blijft een nacht op de bank slapen. Als hij ziet dat ze in “De eeuwigheid…” zit te lezen wordt hij woedend. Hij snapt niet wat ze daarmee moet, wat heb je aan hoogstaand gewauwel als je lijf niet meer mee wilt en je geen geld meer hebt? Voor het ongeluk lag het middelpunt van Geerten's leven op het cerebrale vlak: hij was vooral met zijn hersens bezig en filosofeerde over diepgaande theorieën. Nu is dat middelpunt verplaatst naar het materiële vlak, alleen bezittingen zijn nog belangrijk in Geertens ogen. Na een nacht op de bank geslapen te hebben vertrekt hij weer zonder gedag te zeggen of te vertellen waar hij naartoe vertrekt. Zoetigheid Ruud is al 23 jaar getrouwd met Pauline en samen hebben ze een dochter, Nina (16 jaar oud). Nina is nog niet zo lang gestorven en de eerste barstjes in het huwelijk van Ruud en Pauline zijn zichtbaar. Pauline zit weer in een anorexia-periode: ze eet nauwelijks en is ontzettend pinnig. Als ze in een dergelijke periode zit wil en zal ze altijd haar zin hebben. Ze koopt zich suf aan dure designmeubelen en apparatuur en maakt van het schoonhouden van het huis haar dagtaak. Op een avond is Ruud het helemaal zat, ze maken ruzie. Als wraakactie en uit pure frustratie begint Ruud met suiker te strooien. Suiker, datgene wat Pauline hekelt in deze anorexiaperiode en het maakt ook nog eens een ongelooflijke rotzooi. Pindakaas Bennie is op vakantie op La Palma, een van de Canarische Eilanden. Hij is daar alleen op vakantie en doet niet veel meer dan rondhangen in de haven. Hij komt er Jaõa tegen, een Braziliaan die ook Nederlands kan omdat zijn moeder Nederlandse is. Ondanks dat Bennie 19 jaar oud is en Jaõa 45, beginnen de twee een liefdesrelatie. Jaõa stelt voor dat Bennie meevaart op zijn zeiljacht naar Brazilië. Bennie zegt meteen ja en samen gaan ze nog een aantal laatste boodschappen halen. In de winkel vraagt Jaõa of Bennie ook pindakaas mee wil nemen. Alleen gebruikt hij het Spaanse woord voor pindakaas, zodat Bennie niet verstaat wat hij bedoelt. Bennie wil niet laten merken dat hij niet zo goed Spaans spreekt. Hij zegt dus maar dat hij het niet nodig heeft. Dan pas ziet hij dat het om pindakaas gaat, maar zijn trots weerhoudt hem ervan om alsnog ja te zeggen. Op zee zitten Bennie en Jaõa elkaar op de huid. Ze hebben vaak ruzie, om de kleinste dingen. Tijdens een hevige storm op zee mag Bennie’s hond van Jaõa niet naar binnen, het diertje slaat overboord. Bennie is woedend en de ruzie tussen de twee loopt uit de hand. Als Jaõa Bennie erop betrapt de pindakaas op te eten (terwijl hij beloofd had dat niet te doen, aangezien hij zelf dat niet mee wilde nemen), krijgen de twee slaande ruzie. Bennie slaat daarbij Jaõa per ongeluk dood. Bennie kan niet zeilen, er is geen eten meer en tijdens een ongelukkige vispartij verliest hij ook nog eens zijn pink. Toch bedenkt hij zich dat hij nog nooit zo gelukkig is geweest. Het kwade amen Ruud (zie het verhaal ‘Zoetigheid’) komt in de stad zijn oude vriend Maarten tegen. Maarten was vroeger priester en professor in de theologie. Nu is hij van zijn geloof gevallen. Samen gaan ze wat drinken in een kroeg. Aan tafel ontstaat een discussie over God en het nut van bidden. Een vriendin van Maarten, Lena, komt ook aan tafel zitten. Ruud wordt op slag verliefd op haar. Ze stelt vragen als: waarom moeten we voor en na het eten stil zijn? Als God zo allemachtig is kan hij ons ook wel verstaan en begrijpen als er andere mensen doorheen praten. En waarom moesten we als kind verlost worden van het kwade Amen? Ruud beweert dat het bij bidden niet zo zeer om de inhoud als wel om het ritueel gaat. Maarten ziet het nut van bidden niet meer in: hij noemt het bidden voor een dichte deur. Je hebt geen idee wat erachter zit en of er wel iets achter zit. Voor hetzelfde geld is hij op vakantie! Ruud en Lena moeten lachen om deze opmerking en duiken met elkaar diezelfde avond nog het bed in. Titelverklaring: Het boek is vernoemd naar een van de verhalen die erin staan. Met het kwade amen wordt verwezen naar de laatste regel van het gebed Onze Vader. Deze eindigt met ‘verlos ons van het kwade’ waarna een gezamenlijk ‘amen’ volgt. In het verhaal ‘Het kwade amen’ vraagt Lena zich af waarom ze verlost moeten worden van het kwade amen? Dat is een woordgrap van haar, want amen is niet zo zeer onderdeel van het gebed, het is meer het slotwoord van gebeden. In die zin kan je ‘het kwade amen’ dus vertalen naar: het kwade einde, het slechte einde. Dat klopt ook wel, de hoofdpersonen uit dit boek leiden allemaal een ongelukkig leven en zijn iets kwijtgeraakt. Of dat nu hun mentale vermogen, een zoon of dochter of simpelweg het geluk is: ze zijn allemaal ongelukkig. Taalgebruik: Het taalgebruik is vlot Nederlands. Dit maakt het boek makkelijk leesbaar. Spanning: De meeste verhalen worden vanuit het perspectief van een persoon geschreven. Ook de verhalen met een alwetende verteller richten zich vaak op één hoofdpersoon. Hierdoor wordt het verhaal spannender om te lezen, in die zin dat het vaak even duurt voor alle puzzelstukjes van het verhaal in elkaar vallen. Thema en motieven: Je kunt wel zeggen dat het thema in dit boek ‘verlies’ is. Alle hoofdpersonen zijn iets verloren in deze verhalen. Soms is dat hun mentale vermogen, hun overtuiging of wellicht iets dichter bij huis: een zoon of dochter. In alle verhalen zijn ze bezig met de verwerking van dit verlies en de problemen die hierbij komen kijken. Dat uit zich in vreemd gedrag, geleidt door frustraties en verdriet. Genre: Het kwade amen is een boek met korte verhalen. Deze verhalen passen allemaal in het genre drama omdat ze vrijwel allemaal slecht aflopen of al afgelopen zijn voor de problemen van de hoofdpersoon opgelost zijn. Eigen literaire recensie: ‘Het kwade amen’ van Jan Wijnen is een verzameling van negen korte verhalen. Vrij vertaald betekent ‘Het kwade amen’: het slechte einde. Dat klopt ook wel als je kijkt naar de verhalen in het boek. De hoofdpersonen zijn allemaal mensen die iets kwijtgeraakt zijn in hun leven. Dan denk ik aan hun mentale vermogen, dan wel hun levensgeluk of zelfs een zoon of dochter. In de verhalen is te lezen hoe ze omgaan met dat verlies en de problemen die daarbij komen kijken. Ik ben geen fan van korte verhalen. In mijn ogen is er namelijk niets heerlijker dan compleet te verdwalen in een verhaal, tussen de regels en letters door verbeelden hoe de personen tot leven komen. Ik heb over het algemeen wat meer dan tien bladzijdes nodig om echt ín een verhaal te komen. Vandaar dat ‘Het kwade amen’ niet echt een boek voor mij is. De verhalen zijn simpelweg te kort. Daarbij vind ik de verhalen te dramatisch en soms erg vergezocht. Het is nogal wat verdriet dat Wijnen in zijn verhalen stopt. En omdat geloofwaardig over te laten komen heeft ook hij meer dan tien pagina’s nodig voor één verhaal. Jammer dus dat hij dat niet gedaan heeft. Zeker omdat een aantal verhalen in mijn ogen wel potentie hadden. Zoals het verhaal van de jonge Bennie die verliefd raakt op een Braziliaanse zeeman maar dankzij zijn gebrekkige mentale capaciteiten en sociale vaardigheden hun liefde al snel ziet veranderen in haat. En als je dan wekenlang op een klein zeiljacht zit met z’n tweetjes, dan valt het niet mee. Helaas kwam waarschijnlijk het einde van de gereserveerde bladzijdes in zicht en heeft Wijnen er een bizar einde aan gebrouwd. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |