Boekverslag : Onbekend/anoniem - Lanceloet En Het Hert Met De Witte Voet
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1345 woorden.


Deel 1: Verhaalanalyse:



Algemene informatie over het boek en de schrijver:

Titel: Lanceloet en het hert met de witte voet.

Schrijver: onbekend.

Informatie over het boek: De ridderroman Lanceloet en het hert met de
witte voet is overgeleverd in het Haagse Handschrift. Dit Handschrift
komt uit de 14e eeuw. Het bevat een verzameling Arthurverhalen. De samensteller
van het Handschrift is waarschijnlijk Lodewijc van Velthem, deze heeft
waarschijnlijk gebruik gemaakt van al bestaande 13e-eeuwse teksten.

De Lancelot-roman staat centraal in het Haagse Handschrift. De roman Lanceloet
en het hert met de witte voet maakt slechts ongeveer 1% uit van het Lancelot
Handschrift. Deze roman is waarschijnlijk verwant aan de Franse ALai
de Tyoloet@, waarschijnlijk
stammen beide romans of van een Franse of Nederlandse uitgangstekst.

Gelezen uitgave: Lanceloet en het hert met de witte voet: tekst en vertaling.
Vertaald en bewerkt door H. Adema. Uitgegeven door Taal & Teken, Leeuwarden
1989.



Titel, ondertitel en motto:

De
titel van het boek is Lanceloet en het hert met de witte voet. De hoofdpersoon
in het verhaal, Lanceloet, trekt erop uit om het witte voetje van een
bepaald hert te veroveren.

Er is geen ondertitel en geen motto.



Samenvatting:

Op
een zekere dag komt er een jonkvrouw aan het hof van koning Arthur. Ze
vertelt dat diegene, die het witte voetje van het hert dat leeft in een
bepaald bos, weet te bemachtigen en dat naar haar koningin brengt, met
die koningin zal mogen trouwen. Voordat je het hert kan vangen, moet je
echter langs de leeuwen die de ingang van dat bos bewaken. Eerst trekt
ridder Keye erop uit, maar die keert onverrichter zake terug. Dan vertrekt
Lanceloet. Hij verslaat de leeuwen en vindt het hert, doodt het en neemt
het witte voetje. Hij is echter zwaar gewond van zijn gevecht met de leeuwen
en geeft het voetje met een boodschap om hulp mee aan een ridder. De ridder
blijkt kwaadaardig te zijn en pakt het voetje en verwond Lanceloet nog
erger. Dan vertrekt hij naar de koningin. Daar doet hij alsof hij het
voetje zelf veroverd heeft. Ondertussen is Walewein, een vriend van Lanceloet,
erop uitgetrokken om Lanceloet te zoeken. Hij vindt hem en brengt hem
naar een dokter. Dan gaat hij vliegensvlug naar de koningin en zorgt ervoor
dat de boze ridder uitgeschakeld wordt. Lanceloet komt later bij de koningin
aan, maar hij weigert met haar te trouwen, omdat hij teveel van Guinevere,
de vrouw van koning Arthur houdt.



Genre:

Het
boek is een Arthurroman. In een Arthurroman komt het perfecte hoofse gedrag
naar voren en dat is hier zeker het geval.



Thema:

Het
thema is: Ahet goede
zal zegenvieren@.



Motieven:

Goede
ridders: Lanceloet en Walewein vertegenwoordigen de strijders voor het
goede.

De
slechte ridder: De slechte ridder stelt het kwaad voor.

De
jonkvrouw: Zij is iets wat het kwaad wil hebben, maar wat door het goede
verdedigd moet worden.



Structuur, samenhang en spanning:

Het
verhaal is chronologisch. Er is veel samenhang tussen de delen. Het verhaal
heeft een vrij simpele opbouw: alle personen, zijn eigenlijk motieven
en deze motieven verwijzen allemaal naar het thema.

Er
is één verhaallijn die van Lanceloet. Er zit geen of heel
weinig spanning in het verhaal. Af en toe is er wel zoiets als spanning,
bijvoorbeeld wanneer Lanceloet zwaar gewond, door de boze ridder wordt
afgetakeld. Veel spanning is er echter niet aanwezig.

Het
boek heeft een begin ab ovo en eindigt gesloten.



Personages:

Lanceloet
is een edele dappere ridder. Hij wil zijn hoofsheid bewijzen en doet dit
door zoveel moeite te doen om de koningin te eren. Lanceloet verslaat
voor haar gevaarlijke leeuwen en hij verovert de witte voet van een hert.

Walewein
is ook een edele dappere ridder en bovendien een goede vriend van Lanceloet.
Hij helpt Lanceloet weer op de been als die geveld is en hij zorgt ervoor
dat de boze ridder niet met de koningin trouwt.

De
slechte ridder is een schurk en een engerd. Deze ridder verwondt Lanceloet
en probeert daarna met de koningin.

De
koningin is een mooie lieve jonkvrouw. Ze heeft direct door dat de boze
ridder boosaardig was.



Tijd:

Het
verhaal is chronologisch. Het speelt in de tijd dat de befaamde koning
Arthur koning van Engeland was. Er verlopen ongeveer drie weken in het
verhaal: twee weken van de aankomst van de boze ridder bij de koningin
tot de dag dat Walewein de zaak recht komt zetten en daarvoor nog een
aantal dagen en daarna ook nog een aantal. Zo kom je op een totaal van
ongeveer drie, misschien vier weken.

De
verteltijd van het verhaal is niet zo lang. Het is een vrij simpel verhaal
om de vertellen of te lezen.



Perspectief:

Het
verhaal is in vertellersperspectief geschreven. Er is een verteller aan
het woord die vertelt hoe het verhaal is gegaan. Hieruit blijkt duidelijk
dat dit verhaal vroeger verteld werd en pas later is opgeschreven.



Ruimte:

Het
verhaal speelt zich op verschillende plaatsen af: in het kasteel van koning
Arthur, op weg naar het bos met het hert, bij de leeuwen bij de poort
van het bos, in het bos, bij het kasteel van de koningin, in haar tuin,
in het kasteel zelf.



Taalgebruik en Stijl:

Het
hele verhaal is op rijm en bestaat hoofdzakelijk uit korte zinnetjes.
Het is in het Middel-Nederlands geschreven.

Het
verhaal wordt duidelijk door een verteller verteld. Hij zegt steeds zaken
als: Ik ga nu dit vertellen.



Bronvermelding:

Lanceloet en het hert met de witte voet, tekst en vertaling, bewerkt en
vertaald door H. Adema, uitgegeven door Uitgeverij Taal & Teken, Leeuwarden
1989.



Deel 2: Persoonlijke tekstbeleving:



Ik
vond het een leuk verhaal. Leuk, omdat het recht zegevierde en leuk, omdat
het over ridders ging. Ik vermoedde al snel dat Lanceloet uiteindelijk
zou krijgen wat hij verdiende: de jonkvrouw. Hij had tenslotte de leeuwen
verslagen en het hert met de witte voet gevonden. Hoewel de slechte ridder
zijn best deed om door bedrog de jonkvrouw te krijgen, wist je dat alles
goed af zou lopen. Dit gebeurde ook: Walewein zorgde voor Lanceloet. Ook
zorgde hij ervoor dat de slechte ridder verslagen werd, zodat het recht
kon zegevieren en Lanceloet kon krijgen wat hij verdiende. Wat me verbaasde
was dat Lanceloet niet met de prinses trouwde. Blijkbaar beminde hij Guinevere
zo erg, dat hij geen andere geliefde wilde. Wat me ook verbaast, is dat
Lanceloet er überhaupt op uit trekt, als hij van tevoren al weet
dat, wanneer hij zal slagen, hij de prijs niet wil. Misschien deed hij
het allen om zijn kracht en moed te bewijzen. Hij wilde misschien alleen
tonen dat hij een echte hoofse ridder was. Hij bejegent de jonkvrouw zeer
hoofs, door voor haar te vechten.

Ik
zei ook dat ik het een leuk boek vond, omdat het over ridders ging. Dit
is niet zo moeilijk uit te leggen. Wie houdt er niet van verhalen over
dappere ridders en mooie jonkvrouwen in een mooi, maar vaak vijandig land?
Ook in dat verhaal heb je een goede ridder, een slechte ridder en een
mooie jonkvrouw. Natuurlijk overwint het goede het slechte door edelmoedigheid,
kracht en de hulp van God.

Uit
het boek wordt duidelijk dat in de Middeleeuwen geloof heel belangrijk
was. Vaak wordt God aangehaald, als de almachtige die zorgt dat alles
gaat zoals het moet gaan.

Ik geef nu een paar citaten om te tonen hoe er in God werd geloofd.



regel 495 - regel 498

Maer hine wiste waer wart

Dat was dat hi varen soude;

Maer alset selve God woude,

Reet hi onthier en de hi vernam

Dat hi vorden foreeste quam.



Een ander citaat.

Regel 662- 663

Die joncfrouwe sprac: AGod
onse here

Moete Walewein nu gasterken!@



Het geloof in God wordt ook duidelijk, doordat er een Godsgericht gehouden
tussen Walewein en de slechte ridder. Een godsgerecht was een gevecht
tussen twee ridders. Eén van de twee zou sterven en God zou ervoor
zorgen dat degene die het verdiende bleef leven. In het Godsgerecht in
het boek overwint Walewein de boze ridder. God staat dus achter hem.

In
de Middeleeuwse samenleving was er het feodale systeem. Een koning of
koningin verhuurde zijn of haar grond aan leenheren, die daarvoor in ruil
onder andere Auxilium et Consilium (hulp en raad) gaven. Ook in dit verhaal
gebeurt dat. Wanneer de boze ridder met het witte voetje bij de koningin
aankomt, roept ze haar leenheren bij elkaar om haar raad te geven. Ze
voelt er namelijk niets voor om met de boze ridder te trouwen. De heren
geven haar de raad, om de bruiloft 14 dagen uit te stellen. Ze kunnen
verder niks doen, want de koningin had beloofd te trouwen met degene die
het witte voetje veroverde en dat aan haar bracht. En belooft is belooft
vinden ze. Ze adviseren 14 dagen te wachten, want wie weet er in die tijd
nog kan gebeuren? En inderdaad Walewein komt op de dag van de bruiloft
alles recht zetten door het net besproken Godsgerecht.

Als
slotopmerking wil ik graag even kwijt dat ik het Middel-Nederlands best
moeilijk te lezen vond. Het Nederlands uit de 17e eeuw, bijvoorbeeld,
lijkt al veel meer op het huidige Nederlands en is dus veel makkelijker
te lezen.




Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen