![]() |
Boekverslag : Jef Geeraerts - Double-face
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1167 woorden. |
Samenvatting ------------ Het verhaal gaat als volgt; in de Kalmthoutse Heide is een lijk gevonden door een jogger. Al snel zijn de hulpdiensten erbij, en worden er door de honden van de speciale hondenbrigade nog andere lijken gevonden, allen in een andere staat van ontbinding. Dit betekent voor commissaris Vincke, assistent De Leenheer en inspecteur Verstuyft het begin van een zenuwslopende klopjacht naar België’s eerste serial-killer. Hierbij krijgen ze de hulp van Kessler, die bij de Behavioral Sciences Unit van de FBI Academy te Quantico werkt. Kessler is gespecialiseerd in serial murders, en wordt aanzien als de beste ondervrager die er is. Vincke is ooit al bij hem in Virginia op bezoek geweest, en heeft daar veel bijgeleerd over seriemoordenaars, en zal al deze informatie goed kunnen gebruiken om onze moordenaar op te sporen. Bespreking van enkele structuurelementen ---------------------------------------- A.Personages en relaties Allereerst is er commissaris Vincke, het hoofdpersonage. Hij is een intelligente man, die vastbesloten is de dader te vangen. Naar zijn mening zijn er al genoeg slachtoffers gevallen. Daarnaast hebben we De Leenheer, zijn assistent en Verstuyft. Deze zijn zowat zijn beste vrienden, die hem kennen als geen ander en daardoor komen ze ook goed overeen. Zo weten ze bijvoorbeeld wanneer het Vincke allemaal wat teveel wordt of wanneer hij slecht gezind is, en dan doen ze het wat rustiger aan. Dan hebben we ook nog substituut Dubois, een man die zich overal mee wil bemoeien, maar zeer incompetent is. En dan natuurlijk, de moordenaar, Duncan Morris. In het boek staat een zeer nauwkeurig uitgewerkt psychologisch profiel dat ettelijke bladzijden in beslag neemt, maar dat zou te uitgewerkt zijn, dus houd ik het kort. Morris is een zeer intelligente man, die in zijn jeugdjaren (je raadt het al) psychologisch en seksueel misbruikt is geweest. Allereerst door zijn moeder, die hem een strenge, gelovige opvoeding liet genieten. Hij mocht bijna niks. Zij heeft hem een keer betrapt wanneer hij een bij de poten samengebonden kat in een vuur wilde gooien. Een andere keer was wanneer hij seks had met een oudere vrouw. Hij was toen vijftien, zij om en bij de dertig. Hij is zeer vlot in de omgang, liegt als de beste en voelt zich uitermate superieur. Hij heeft het gevoel dat hij en alleen hij beter is, alles weet, alles al heeft meegemaakt, ieder soort van mens kent, en juist dat maakt hem gevaarlijk. B.Eigenschappen van de personages Vincke is rond uitgewerkt, men kent zijn manier van doen en laten, zijn gedachtegang. Ook Duncan Morris is zeer uitgewerkt, het best van allemaal. Men kan zeer nauwkeurig lezen wat hij voelt, wat hij ervaart, waarom hij mensen doodt. Deze twee zijn de flagrante voorbeelden van een ‘round character’. Normaliter zouden ook De Leenheer en Verstuyft rond zijn (in een ander boek) maar juist omdat Vincke en Morris zó nauwkeurig zijn uitgewerkt, lijken de anderen maar ‘flat character’ te zijn. C.Ruimte Het verhaal speelt zich af in Antwerpen en randgemeenten. Heel even bezoeken we Alabama. De klassen zijn makkelijk in te delen. Enerzijds is er Morris, de Amerikaan. Hij komt uit een welgesteld milieu en heeft een rijke moeder. Daartegenover staat dan de Belgische politie. Het verschil is al te raden. ‘Onze mannen’ zijn het gewend om in dit apenland de kleine criminaliteit aan te pakken en heel af en toe een moordje hier of daar. Komt daar dan ineens een ‘big shot’ die zich beter voelt naar ons landje en begint die te moorden. Wat ontstaat er dan? Chaos natuurlijk. De auteur kiest niet uitdrukkelijk partij voor iemand, maar toch voelen we aan dat hij voor de Belgen is. Zo is er op een bepaald moment een discussie aan de gang over het feit dat het Westen alles van Amerika na-aapt. Van het junkfood, via het vergeten van de opvoeding van onze kroost, tot het couch-potato worden. Anderzijds gaat de discussie over het slechte politiek systeem van België, het corrupte bewind ervan. D.Vertelperspectief Zonder twijfel auctorieel en met nog minder twijfel in de hij-vorm geschreven. Men weet te allen tijde wat welk personage ervaart, denkt en voelt. De auteur is als een soort alleswetende god boven de personages het schouwspel aan het vertellen. E.Tijd Het verhaal speelt zich af in het heden van toen het boek werd geschreven. Van zaterdag 4 augustus tot vrijdag 31 augustus 1990. Het is chronologisch opgebouwd met zelden een flashback. Uiteraard is er een climax in het boek, namelijk ‘het vangen van de slechterik’, wat natuurlijk ook gebeurt. Hetgeen daarop volgt is een lange ondervraging, vol vallen en staaltjes van ondervragingskunst. F.Thematiek Er zijn niet echt bepaalde thema’s te ontdekken, behalve dan ‘seriemoordenaars’ misschien. Dit wordt uitvoerig besproken door Vincke en Kessler, tijdens een van hun vele telefoontjes. Zoals hierboven al eerder vermeldt, hebben de personages een uitvoerig gesprek gehad over het feit dat Westen Amerika na-aapt. Symbolen zijn er niet te vinden in het boek, noch motieven. Het boek is duidelijk een misdaadroman, hierover bestaat geen twijfel. G.Bedoeling van de auteur De auteur wil volgens mij de lezer informeren over het psychologisch aspect van met een seriemoordenaar te zitten, evenals ontspanning te bieden. Hierin is hij geslaagd, want de twee elementen overlappen elkaar mooi. Zijn visie op mens en maatschappij is echter nogal onduidelijk gebleven, hoewel, nog eens, die ene diepgaande discussie die overigens heel doordacht was, laat blijken dat hij ermee inzit dat we onze kinderen niet meer goed opvoeden, en dat we alleen maar aan Geld denken. H.Stijl De stijl is vooral door vakkennis gekenmerkt. Jef Geeraerts is er niet vies van om zijn werk te doorspekken met het jargon van de politie, evenals de psychologische termen die voor een leek onduidelijk zijn. Deze worden dan ook uitgelegd, zodat deze termen de leek niet afschrikken. I.Evaluatie Het geheel leest zeer vlot weg, mede dankzij de plotwendingen. Op een bepaald ogenblik denken ze dat ze Morris hebben gevonden, maar dan blijkt dat ze bij Maurice aanbeland zijn. Het enige dat wat minder meevalt is het einde van het boek. Als lezer verwacht je aan het einde van zo’n intrigerende roman een literair spektakel, maar wat gebeurt er? Morris ontsnapt uit de verhoorkamer, neemt de benen, wordt neergeschoten in de borst, en daarna schiet hij zichzelf voor de kop. Nu kan je jezelf afvragen, wat is hier in godsnaam fout gelopen? Het antwoord is simpel; Jef Geeraerts heeft zich zelf te grazen laten nemen door de neiging om het Amerikaanse happy end te gebruiken. De slechterik pleegt zelfmoord en alles zal wel in orde komen. Dit is op zich wel ironisch, aangezien hij even daarvoor via zijn personage zat te verkondigen hoe erg het wel niet is dat we met zijn allen Amerika pogen te imiteren. Voor een film was dit natuurlijk wel mooi geweest, omdat het publiek dit alles al gewend is, het is er als het ware met de paplepel ingegoten. Maar na zo’n 300 pagina’s doorploegd te hebben, vind ik toch wel dat dit beter had gekund. |
Andere boeken van deze auteur: |
Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen |