Boekverslag : A.c. Baantjer - De Cock En De Dwaze Maagden
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 962 woorden.

Baantjer (De Cock en de dwaze maagden)

1.

Op een mooie dag in mei zaten De Cock en Vledder in hun kantoortje op het politiebureau Warmoesstraat in Amsterdam.

Dan gaat de deur open.

Het is een jonge vrouw, Mariandel von Liechtenstein.

Matthias von Ravensburg, haar vriend, is al ongeveer een week verdwenen.

Matthias is al een paar maal gezien met een of andere Henriëtte.

De Cock en Vledder gaan op onderzoek uit in het gebouw de Binnenkant.

Ze braken een deur van de Binnenkant open met een sleutelbaard.

Toen ze eenmaal binnen waren, zag De Cock onder een dekbed een menselijk lichaam liggen.

Het bleek Henriëtte te zijn.



2.

De Cock keek nog eens goed naar het lichaam.

Het leek of ze in een uniform zat.

Ze was gewurgd met de hand.

Na een minuut kwam er een fotograaf binnen, die alle details fotografeerde.

De fotograaf vroeg hoe De Cock was binnengekomen.

De Cock gebruikte als smoes dat ze een inspectietochtje hadden gemaakt en bij de Binnenkant een deur open hadden zien staan.



3.

De Cock en Vledder reden door de straten van Amsterdam.

Plotseling zagen ze Matthias lopen.

Ze spraken hem aan en vroegen of hij Henriëtte vermoord had.

Matthias zei dat hij haar niet vermoord had, maar had gevonden en nog geprobeerd haar te reanimeren. Daarna had hij haar bedekt met een dekbed.









4.

Vledder dacht nog eens goed na.

Waarom had Matthias dan niet 112 gebeld ?

Waarschijnlijk omdat hij haar zelf had gewurgd en anders bang was dat hij zelf de schuld kreeg.



5.

De Cock en Vledder hadden echter nog een verdachte: Herman Frederiks.

Herman Frederiks had al vijf veroordelingen voor mishandeling.

Hij moest in het recherchekamertje komen voor verhoor.

Herman wist niet dat Henriëtte dood was.



6.

Toen Herman Frederiks uit het recherchekamertje stapte, wilden ze Herman eigenlijk arresteren.

Omdat ze het niet zeker wisten deden ze het toch maar niet.

De Cock ging naar het huis van Herman.

Hij had een jarenlange relatie gehad met Henriëtte.



7.

Hij was een brede vent.

Blij was die niet.

Toen De Cock hem iets wilden vragen over Henriëtte gooide hij de deur dicht.

Mariandel von Liechtenstein kwam weer in het recherchekamertje.

De Cock vroeg aan haar hoe zei wist dat daar een dode vrouw lag.

Ze dacht dat er iets aan de hand was.



8.

Ze had een sleutel, maar hoe kwam ze aan de sleutel ?

De deur was dicht en ze wilde gaan kijken.

Ze zocht in alle kostuums van Matthias en ze vond de sleutel.

Toen was ze naar binnen gegaan en zag ze daar een dode vrouw liggen.

Ze is toen naar de politie gegaan.



9.

Er vond later nog een moord plaats.

Het was een of andere Annette van Dijk.

Ze denken dat Mariandel er iets mee te maken heeft en dat het komt door jaloezie.

Een Casper Klaassen zit op De Cock te wachten in het hoofdgebouw.

Hij is de vriend van Annette van Dijk.

Hij wilde weten wat er gebeurd was.

Zij is gewurgd en daardoor om het leven gekomen.

10.

Ze denken dat de dood van Henriëtte en Annette iets met elkaar te maken hebben, omdat ze op dezelfde wijze vermoord zijn.

Waarschijnlijk voor een erfenis van een rijke oud oom.

De heer Buitendam, een vriend van Matthias, wordt ook verhoord.

Hij wist niet echt veel te vertellen over de moorden.



11.

De moord op de twee dwaze maagden spookten door de gedachten van De Cock.

De Cock vroeg aan Peter Karstens of hij pas een serie Franse impressionisten en Oudhollandse meesters opnieuw vervalst had.

Peter bevestigd dit.

De Cock keek tevreden.

Weer een aanwijzing voor de moorden denkt hij.



12.

Peter Karstens is geen kunstenaar maar een gore vervalser.

Hij heeft de doeken voor Mariandel vervalst.

De echte zijn miljoenen waard.



13.

Matthias en Mariandel zaten tot de afloop van het onderzoek in een celletje opgesloten.

De moordenaar had chloroform over de kleding van Fred Prins gegooid.

Fred is een oud collega van De Cock.

De Cock zag een vluchtende man over de gracht rennen.

Vledder liet de man struikelen.

Het was Lubbert de Koning, een personeelschef van de Real Dutch Continental Airlines.



14.

Op het kantoor van de R.D.C.A, waar Lubbert de Koning werkte, hingen dure schilderijen.

Een rijke Amerikaan wilde de verzameling in zijn geheel opkopen.

Peter Karstens vervalste de schilderijen voor Lubbert en Lubbert vermoordde de

twee “dwaze maagden” omdat zij wisten dat hij de vervalser was.











1. Titel = De Cock en de dwaze maagden

Naam auteur = A.c.Baantje

Uitgever = Fontein

Plaat en jaar uitgave = 2000 in Braan

Aantal bladzijden = 137



2. Perspectief: Anders, het verhaal bestaat uit meerdere hoofdpersonen.



3. Hoofdpersonen:

De Cock: Hij is een oud rechercheur en jij komt bijna altijd te laat op

zijn werk. Hij heeft grijs haar, draagt een bril en heeft altijd

een hoed op!

Vledder: Hij is een jonge rechercheur die alles graag netjes afgewerkt wil hebben en is

een collega van De Cock.



4. Andere personen:

Mariandel von Liechtenstein: Zij is een jonge vrouw en is stiekem en gemeen.

Lubbert de Koning: Hij is personeelschef van R.D.C.A., rijk en had dure schilderijen.

Peter Karstens: Hij is oud en is een vervalser van schilderijen die miljoenen waard zijn.

Matthias von Ravenburger: Hij is de vriend van Mariandel, die bij haar weggelopen

was.

Henriëtte van Waal: Zij werd vermoord door Lubbert.

Annette van Dijk: Zij werd ook vermoord door Lubbert.



5. Tijd van gebeuren: Heden. Verhaal uit deze tijd.

Hoeveel tijd verstreken: Maand. Per hoofdstuk gaan een dag of enkele dagen voorbij.



6. Plaats waar dit afspeelt: Amsterdam. Politiebureau Warmoesstraat in Amsterdam

waar De Cock werkt.



7. Gerne: Misdaad



8. Samenvating: Zie bladzijde 2, 3, 4.



9. Beoordeling: Spannend. Sommige stukken zijn echt super.

















Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen