Boekverslag : Marga Minco - Het Bittere Kruid
De taal ervan is Nederlands en het aantal woorden bedraagt 1547 woorden.

Marga Minco , Het Bittere Kruid (een kleine kroniek), 8 druk 1975 , Amsterdam



Thema :



Overleven in de oorlog,



Verklaring vd Titel :



De titel komt van Exodus 12-8 daar staat dat tijdens het Paasfeest de Joden het vlees eten met ongezuurde broden en bittere kruiden.



Motieven :



- Oorlog



- Wanhoop



- Verdriet



- Macht





Personages :



Marga , zij is de hoofdpersoon en weet te vluchten voor de oorlog.



Dave en Lotte , zijn met elkaar getrouwd, zij worden op de reis naar Utrecht opgepakt.



Vader en Moeder , zagen alles positief in , maar werden opgepakt in Amsterdam



Wouter , een goede kennis van Marga en helpt haar aan adressen en valse persoonsbewijzen.



Oom van Marga , hij is doorgedraaid door de oorlog.



Perspectief :



Het verhaal wordt verteld door de ik-persoon , deze ik persoon zal waarschijnlijk Marga zelf zijn.



Tijd :



Het verhaal speelt zich af in de Tweede Wereldoorlog.



Ruimte :



Het verhaal speelt zich eerst af in het ziekenhuis , dan in Amersfoort , dan Amsterdam , dan het platteland.



Eigen mening:



Dit was het allereerste boek dat ik las voor mijn vak nederlands. Ik vond het toen een 'aangrijpend' boek , want veel van de oorlog had ik nog niet gelezen. Het was niet moeilijk en niet dik , je komt er makkelijk doorheen en je hebt het zo uitgelezen. Dit boek vind ik ook goed geschreven , het is ook duidelijk geschreven. Eigenlijk vertelt het gewoon het verhaal van mensen die door de oorlog moeten vluchten , en dat is altijd interessant. Ik heb veel bewondering voor de ik-persoon , ik zou heel anders hebben gereageerd op haar situatie. Vooral als ik van Joodse afkomst was.Want je wist totaal niet hoe alles af zou lopen met je.Toch vond ik dat de schrijfster emotioneler mocht overkomen , nu lees je alles als buitenstaander en denk je , ha leuk. Terwijl als je de oorlog meegemaakt hebt heel anders tegen zoiets opkijkt. Hiermee wil ik dus zeggen dat ze het verteld alsof het alledaags gebeurt , alsof het normaal is dat je telkens moet vluchten. Ik vond het een meesleurend boek , ik wilde alles weten : hoe het afliep , hoe het verder ging ,etc. Dus ik had dit boek ook in twee dagen uit. Een prima boek !



De Samenvatting :



Als in 1940 de oorlog uitbreekt , vlucht de familie Minco uit Breda weg. Na een paar dagen keert de rust weer en men komt terug. Marga en haar broertje en zusje hadden het in hun jeugd vaak moeilijk. Ze werden uitgescholden en vaak geconfronteerd met vreemde vooroordelen. Na de caputulatie gaat het leven aanvankelijk verder. Vader is vol vertrouwen en gelooft dat de Duitsers hen niets zullen doen. In het eerste oorlogsjaar wordt Marga ziek en ze moet kuren in Utrecht. Haar ouders verhuizen intussen naar Amersfoort , waar ze gaan inwonen bij hun getrouwde zoon Dave en zijn vrouw Lotte. Na een poos is Marga zo hersteld dat ze naar huis mag. In die tijd dat ze thuiskomt hebben de bezetters bepaald dat alle Joden een jodenster op hun kleding moeten dragen. De hele familie naait ze er keurig op , behalve Marga , zij is niet zo handig. Vader en Dave moeten zich laten keuren voor een werkkamp. De eerste heeft huiduitslag en wordt afgekeurd , de tweede neemt een drankje in , waardoor de dokter hem afkeurt. Na een paar dagenis Dave weer hersteld.



Mevrouw Zwagers is ermee begonnen ,en nu doet ook de familie Minco het . Ze laten zich fotograferen. Als moeder Minco de foto's van haar familie wil laten zien , blijkt dat de familie Zwagers al is ondergedoken.



Op een dag komt er een telegram uit Amsterdam : Bettie en haar man zijn door een overvalwagen opgepikt. Enige tijd later komen bij Marga thuis ook oproepen om zich te melden. Het lijkt Dave wel avontuurlijk. Ze kopen rugzakken en voeren hun kleren met bond en flanel. Overal stoppen ze doosjes vitaminen in en er worden drie kampeerbekertjes gekocht. Dave en Marga hoeven zich echter niet te melden , omdat ze van de dokter een attest krijgen. Lotte mag blijven om hen te verzorgen. Hun ouders moeten naar Amsterdam. Bij het afscheid is vader zeer optimistisch. Moeder denkt aan Bettie. Een paar mannen komen om de koffers en de kamer ter verzegelen.



Als hun ouders weg zijn , verbreken de kinderen het zegel van de kamer. Dave en Marga blijven zoveel mogelijk in bed. Op een zekere dag komt een buurmeisje Marga's racket lenen. Ze krijgt allerlei spullen van Marga cadeau. Marga wil naar Amsterdam , waar haar ouders in de Sarphatistraat op kamers wonen. Ze haalt haar ster van haar jas en dan begeeft ze zich op weg. Gedurende de hele reis zit ze in spanning , maar de tocht verloopt zonder problemen. Haar ouders zijn dolgelukkig haar weer te zien. Het Joodse rusthuis naaste hen wordt een paar dagen later leeggehaald. Vader , moeder en Marga verbergen zich in het souterrain , van waaruit ze alleen maar voeten kunnen zien. Toch weten ze dat er iets afschuwelijks gebeurt. Nadat ze een dienst in de 'sjoel' hebben bijgewoond, lopen ze met een kennis op, met wie ze praten over onderduiken. Vader wil liever nog wat wachten. Tante Kaatje uit het oudeliedengesticht zal bij hen komen eten. Marga gaat inkopen doen in de Weesperstraat. Ze wordt aangehouden door een dikke man ,die een meisje blijkt te zoeken dat van haar leeftijd is. Marga mag gaan en doet haar inkopen. Als ze thuiskomt hoort ze dat Tante Kaatje niet komt , het hele gesticht is leeggehaald. Als Marga in de Lepelstraat loop ,stopt daar juist een overvalwagen. Alle huizen worden leeggehaald. Een soldaat wil Marga ook meenemen , maar ze zegt dat ze niet in de Lepelstraat woont. De soldaat gaat met haar persoonsbewijs naar zijn commandant ; na een poosje komt hij terug : Marga kan gaan. De volgende dag loopt ze weer door de Lepelstraat , die is dan uitgestorven. Op een avond is Marga aan het tennissen. Ze slaat de bal over de schutting en als ze hem pakt , ontdekt ze achter hun tuin een smalle geul, waar ze zich best in kunnen verstoppen. Als ze met haar vader en moeder thee zit te drinken, wordt er gebeld. Meteen zijn de mannen binnen. Marga moet de jassen halen. Ze vlucht ongemerkt het huis uit, de tuin in. Door het tuindeurtje en via de smalle geul komt ze op straat. Ze rent naar de Weteringschans, waar Dave en Lotte zijn ondergedoken. Daar is ze enige tijd veillig. Alle drie bleken ze hun haar, waardoor de mevrouw bij wie ze inwonen achterdocht krijgt. Ze moeten het huis verlaten en besluiten naar een adres in Utrecht te gaan. Die nacht denkt Marga aan het Paasfeest,aan het verhaal over de uittocht uit Egypte , aan het eten van "het ongezuurde brood en het bittere kruid ". Voor de veilligheid zullen ze appart naar Utrecht reizen. Voor het vertrek gaan ze nog een keer naar de bioscoop. Als Marga op het afgesproken adres in Utrecht aankomt , heeft Dave al opgebeld. Lotte is bij de controle aangehouden en Dave zal zich bij haar voegen. In Utrecht hebben ze geen plaats voor Marga. Ze gaat terug naar Amsterdam , waar ze een kennis heeft. Wout wacht haar op bij het Amstel Station. De volgende dag wordt ze opgehaald door oom Hannes, een boer uit de Haarlemmermeer. Op de boerderij van oom Hannes zijn al veel onderduikers; daarom wordt Marga naar een landarbeidersgezin gebracht. Daar hebben ze geen bed voor haar . Ze moet bij de vrouw slapen, terwijl de man bij de jongen zal kruipen. Op een dag roeit ze naar Aalsmeer, waar ze in een cafe bij het station een afspraak met Wout heeft. Hij heeft voor haar geinformeerd; het enige wat hij zeggen kan is : ,,Ze zijn doorgestuurd". Een meisje is op straat aan het tollen. Haar tol wordt verpletterd. Marga's geld raakt op en ze wil het arme gezin niet langer tot last zijn . Wout weet een adres in Heemstede. Hij heeft ook eem nieuw persoonsbewijs voor haar , met een nieuwe naam. Ze leest de naam : ,,Het was alsof ik aan mezelf werd voorgesteld". In Heemstede komt ze in een laag huis aan een smalle vaart. Na de bevrijding bezoekt ze de broer van haar vader , die in Zeist woont. Omdat hij met een niet-Joodse vrouw is getrouwd , hebben de bezetters hem ongemoeid gelaten. Het lot van zijn broer heeft hem echter zeer aangegrepen en staat iedere dag op de tramhalte op hem te wachten. Hij heeft al jaren een pak en een paar schoenen voor zijn broer bewaard. Op een dag nkrijgt Marga het bericht dat haar oom gestorven is. Ze gaat naar Zeist en vindt het vreemd dat er geen bekend gezicht bij de tramhalte te vinden is. Tante geeft haar het kostuum , maar ze wil het niet hebben , omdat ze er toch niets mee kan doen. Ze mist het geloof van haar oom : ,,Ze zouden nooit terugkomen , mijn vader niet , mijn moeder niet , Bettie niet , noch Dave en Lotte".



Secundaire Literatuur :



Uittreksel pocket.

Andere boeken van deze auteur:


Home - Contact - Over - ZoekBoekverslag op uw site - Onze Boekverslagen - Boekverslag toevoegen